Zita schreef:
Ik volg je redenering niet zo goed.
Hoed = bedekking = wet? Zo staat het volgens mij niet in de Korinthebrief.
Hoed = bedekking = tussengordijn tussen vrouw en man? Wat bedoel je met tussengordijn?
Ik zie vaak loshangende haren.
De aanwijzingen van Paulus zijn voor de gemeentebijeenkomsten. Misschien zou het beter zijn als de vrouw bij alle gebeden haar hoofd zou bedekken. Ik weet het niet.
Ik ging er vanuit dat het bekend is dat de hoed een bedekking is en dat het daarom een beeld is van de wet.
Paulus schrijft dat een man met ongedekte hoofde dus moet bidden. Ik zie ook geen hoeden op bij mannen in de bijeenkomsten evenals men keurig zijn pet afdoet of afneemt bij het groeten al is dat inmiddels een achterhaalde, doch zeer goede gewoonte en dat is jammer.
In 1 Kor. 11 vers 5 staat dat iedere vrouw die profeteert of en dat doet met ongedekt hoofd, zij onteert hiermee haar eigen hoofd.
Hier staat dus NIET dat de vrouw iets op haar hoofd MOET doen. Los van het feit dat ik me afvraag in welke kerk er door een vrouw geprofeteerd wordt als Hebr. 1 vers 1 zegt dat God vele malen door de profeten heeft gesproken, maar NU spreekt HIJ door de Zoon, dus via Zijn Woord.
Kortom...wanneer is dat dan nog van toepassing en wat is er mis mee dat de vrouw haar eigen hoofd onteert?
En dan staat er dat als een vrouw niet gedekt is ( rare uitdrukking) maar als ze dus niets op haar hoofd heeft zoals een shawl of zoals ik wel eens zie een zakdoek, en als het lelijk is voor een vrouw geschoren te zijn. ( wat dat ook is) of haar haar is geknipt dan lees ik als een advies dat zij zich dan moet dekken.
Dan verklaart Paulus de typen van verantwoordelijkheden van mannelijk en vrouwelijk binnen de gemeente als het beeld Gods ( zijnde de man) en de vrouw is de heerlijkheid van de man. Dan denk ik weer....En als je nu geen man hebt, of je bent alleenstaand of gescheiden of weduwe?
Dan krijgen we een tekst met Hebr. symboliek, want de vrouw zou de man omvangen en de vrouw is een type van de buitenkant ( Beth=Huis= 2) en de man is de binnenkant ( de Alpha=Hoofd van een rund=1) In de Franse taal makkelijker te verklaren als, het mannelijke ( le) is de inhoud, en het vrouwelijke ( la) is dat wat de buitenkant is.
Het is Le café of le thé dans LA tasse. En zo is de hele taal opgebouwd. Dat laat ik verder liggen, maar dat zie je terug in vers 9: "Want ook is de man niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om de man.
Dan komt het: "daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil".
Er staat dus niet "Om Gods wil". Wat hebben de engelen er dan mee te maken?
En dan geeft Paulus een vrijbrief: "Oordeelt gij onder uzelven, is het betamelijk dat de vrouw ongedekt God bidde?
Hier wordt het profeteren helemaal niet genoemd.
Dan verwijst Paulus naar de natuur zelf. Het is een oneer als de man lang haar draagt.
En voor de vrouw is het een eer dat zij lang haar draagt.
Dan wordt het heel leuk want dan begint Paulus in vers 16 van onderwerp te veranderen en zegt hij: "Doch als iemand twistgierig schijnt te zijn, wij hebben zulke gewoonten niet, noch de Gemeenten Gods.
En dus lijkt het wel of hij ineens alle gewoonten in elk opzicht vergelijkt met ruzieachtige mensen en maakt hij het hele punt helemaal ondergeschikt door het zo te stellen dat het niet de moeite is om hier een twistpunt van te maken.
Het lijkt ineens helemaal niet belangrijk te zijn, waarvan het ook lijkt dat men er zoveel interpretaties in legt van opdrachten die men tot een wet verheft, die er helemaal niet staan.
Opmerkelijk is toch ook dat de mannen in het M.O vaak getekend worden met lang haar en als men het heeft over een lange broek als mannenkleding diezelfde mannen in het M.O> een jurk dragen.
De titel boven het hoofdstuk is niet geïnspireerd, maar ook niet volledig, want het gaat helemaal niet uitsluitend over de vrouwen in de gemeente, nu ik het vers voor vers nog eens lees.