Afgewezen schreef:
Nog één poging: WAT is in deze preek nu de kennis van Christus? Dat is NIET duidelijk.
Afgewezen, ik ga dan toch nog maar een poging wagen. Ik heb ooit het boekje gekocht met preken van deze predikant omdat zijn prediking mij aanspreekt. Deze preek had ik al eens gelezen, met vermaak. Vandaar dat jouw reactie mij wat vreemd is.
In de preek wordt de kennis van Christus als volgt gepredikt: Ik citeer zomaar het een en ander en geloof dat ik daarmee de lijn van de Christusprediking in deze preek te pakken heb:
O, dat eeuwige Godswonder, als het de Heere behaagt om Zijn licht te laten schijnen en de Middelaar door Zijn Geest te openbaren! Het is een eeuwig wonder als de Zoon Zichzelf gaat vertonen; wanneer Hij als de Middelaar zegt: "Ziet hier ben Ik; ziet hier ben Ik."
Er is een volk dat Hem slechts van verre mag aanschouwen, maar dan begint er toch iets van de Zon der gerechtigheid te gloren.
Als wij spreken over de kennis der heerlijkheid Gods, in het aangezicht van Jezus Christus, kunnen we misschien wel beginnen, en het is een wonder als de Heere een begin in ons leven schenkt, want dat is nodig. Maar er is geen einde aan, gemeente! Er is zo'n onpeilbare diepte in hetgeen verklaard ligt in God door Christus.
Hij schenkt nadere oefeningen.
Hij is de Christus, de van God gezalfde Middelaar, Die op de aarde is gekomen en Die Zich door middel van Zijn ambten gaat verklaren in het hart van Zijn volk:
De Heere wil zich gedurig onderwijzen. Door Zijn
profetische bediening brengt Hij hen van stap tot stap naderbij.
Hij leidt hen in in hun zonden en schuld, maar wijst hen ook op de noodzakelijkheid van Zijn
priesterlijke arbeid. In de stilte van de nooit begonnen eeuwigheid sprak God de Vader in heilige verwondering:"Hoe zal Ik u onder de kinderen zetten en geven het gewenste land, de sierlijke erfenis van de heirscharen der heidenen?" Ja de Heere sprak: "Wie is Hij, Die met Zijn hart Borg worde, om tot Mij te genaken?" Daarop is het
Woord des Konings met heerschappij gekomen: "Zie, Ik kom; in de rol des boeks is van Mij geschreven. Ik heb lust, o Mijn God om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden MIjns ingewands."
Ja, nog groter is die kennis der heerlijkheid, want weet u wat de verhoogde Middelaar na Zijn opstanding tegen de discipelen zegt: "Vrede zij ulieden." O, het Woord des Konings heeft zo'n eeuwige heerschappij: "Vrede zij ulieden." Dan is de schuld betaald, dan is het handschrift der zonde dat tegen hen was, uitgewist; dan is de verzoening aangebracht en heeft de Heere door het bloed des verbonds vrede met dat volk gemaakt. Daarom heb ik gezegd dat die gemeenschap wordt hersteld op grond van het volkomen Borgwerk van de Heere Jezus Christus. Dat is: krachtens het eeuwige, onverbrekelijke genadeverbond, naar het welbehagen des Heeren, door het toepassende werk van God de Heilige Geest.