Dat geldt m.i. vanuit de mens gezien. De mens moet veranderen van staat.huisman schreef:huisman is bang voor de gevaren die Brakel en Watson noemen. Die ook Ds Kersten aangeeft in het stukje dat Erasmiaan plaatste. huisman vind de leer van de rechtvaardiging van eeuwigheid niet in de Schrift en niet in de 3FvE.Marieke schreef:Ds. van Dieren spreekt ook van een rechtvaardiging voor en een rechtvaardiging door het geloof. Hij geeft aan dat deze terminologie een oorzaak heeft. Ik citeer hem:Dus het is duidelijk dat ook de uitverkorene er geen nut of troost van heeft, als er geen dadelijke geloofsoefening is. Ik ben ook nog nooit iemand tegengekomen die dacht wel gerechtvaardigd te zijn van eeuwigheid maar nog niet door het geloof gerechtvaardigd. Ik begrijp Huisman niet helemaal waarom hij daarvoor bang is. Dat is toch onmogelijk?ds van Dieren schreef:De rechtvaardiging vóór het geloof wordt ontkend door de Remonstranten. Zij stellen dat de mens alleen wordt gerechtvaardigd door het geloof. Dit heeft alles te maken met hun visie op het geloof. God heeft immers gelovigen verkoren en daarom moet de oorzaak daarvan liggen in de geloofsdaad van de mens in de tijd. Dit sluit iedere oorzaak uit, die zou liggen in de eeuwigheid, dus vóór het geloof.
De rechtvaardiging dóór het geloof wordt in de leer van de veronderstelde wedergeboorte ontkend. Hier wordt gesteld dat de uitverkorenen reeds wedergeboren ten wereld komen. Paulus zou reeds tijdens zijn vervolging van de gemeente van Christus een wedergeborene zijn geweest. Een daadwerkelijke rechtvaardiging in de tijd zou overbodig zijn, omdat de uitverkorene reeds bij zijn geboorte alles bezit wat tot zijn rechtvaardiging nodig is.
Hier worden echter 2 dingen verward. In Christus is wel alles tot de zaligheid van de uitverkorenen besloten, maar wat Christus nu voor de uitverkorene heeft verworven, bezit deze niet persoonlijk, zolang het in hem nog niet door de H.G. is toegepast. Daarom zegt het doopformulier: "ons toeëigende hetgeen wij in Christus hebben"... hiermee geeft het formulier aan dat de rechtvaardiging vóór het geloof noodzakelijk gevolgd moet worden door de rechtvaardiging dóór het geloof.
De uitverkorene is nog niet gerechtvaardigd voor het geloof maar alleen door het geloof. Voor het geloof is hij een goddeloze en doemwaardige. Zie opnieuw citaat KerstenWant toch de rechtvaardigmaking door het geloof is meer dan een zich bewust worden, dat wij eigenlijk al waren gerechtvaardigd. O, het is iets heel anders, want niemand is rechtvaardig. In de rechtvaardigmaking door het geloof is een staatsverwisseling. De uitverkoren zondaar gaat daarin uit de staat der verdoemenis over in de staat der verzoening met God. Hij wordt vrijgesproken van schuld en straf en ontvangt een recht ten eeuwigen leven
God verandert niet t.o.v. de mens. De staat van de mens t.o.v. God verandert wel. Dan pas ziet hij de eeuwige liefde Gods voor hem
persoonlijk.
Ter ondersteuning Jer. 31:3
eeuwige liefde duidt m.i. op rechtvaardiging van eeuwigheid3 De HEERE is mij verschenen van verre tijden . Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid.
trekking met goedertierenheid: overzetting van staat der verdoemenis naar staat van de verzoening van de mens door God.