accoord schreef:
Ds. Wink:"Het gaat op de algehele verwoesting aan, er zal geen steen op de andere gelaten worden en er zal nog een nachtpitje in de komkommerhof overblijven en een enkele vrucht in de toppen der moerbezienbomen. Met deze woorden ben ik geroepen.(iemand hier weet wellicht de tekst waar deze woorden in voorkomen, acc) Heb jij nog verwachting voor de kerk? Ik niet veel. Ja, maar er moeten toch leraars komen, anders kunnen we toch niet verder? Ja, ze zijn er genoeg, die het graag willen worden. Maar die moet je nou juist niet hebben, of wel? Op uitbreiding hoeven we niet meer te rekenen. Maar hoe moet 't dan verder? Weet u het? Ik niet. Dan moet je niet bij mij zijn. Dan moet je bij God zijn!"
Ik hoop dat ik het zo ongeveer goed heb overgebracht (het lukt me niet in details, excuses), hoe Ds.Wink zijn gedachten verwoordde. Wanneer we echter zijn denkwijze in acht nemen, dan loopt men inderdaad vast in het kerkelijk leven.
Zoals ik al ergens eerder de vraag heb gesteld (op een iets andere wijze) waar komt dit exclusiviteits denken vandaan? Dus ik was wel benieuwd en heb eens twee preken (zondag 6 en een gedeeltelijk zondag 7) beluisterd.
Ik ben zelf geen lid van een afgescheiden kerk. Dus daarom begrijp ik het ws niet. Wat valt mij op als buitenstaander:
- Vriendelijke stem;
- Eenvoudige man;
- Bijzondere preekstem. Praat hij in het dagelijks leven ook zo?
- Herhaald zijn woorden drie keer en bevestigt telkens zichzelf;
- De veel herhaalde zinssnede: dat is toch zo, ja dat is zo;
- Christus wordt genoemd als enige weg maar er wordt niet duidelijk gemaakt hoe een zondaar bij deze enige weg kan komen;
- Soms bijzondere uitspraken zoals:Hij (een andere predikant op de classis vroeger) heeft de haat van God tegen de zonde niet genoeg gevoeld en is niet dicht genoeg bij de hel gebracht anders was zijn snor er wel afgebrand (zondag 6);
- Of: Als je het Godonterende van de zonde werkelijk inleeft dan kan dat Gods kinderen bijna tot zelfmoord brengen;
- Iedereen noemt zich tegenwoordig een kind van God. Maar als je dan vraagt of hij de indrukken van God heeft dan vragen deze mensen welke indrukken bedoeld u. Alleen daarna maakt hij niet concreet wat deze indrukken zijn;
- Heeft het veel over het toevallen aan het recht. Maar hoe dat zich concreet uit is mij niet duidelijk;
Daarnaast zie ik een vreemde redenatie in het hierboven gegeven door accoord. We moeten het van God verwachten mbt de nieuwe leraren maar ondertussen ziet Ds Wink wel dat de nieuwe leraren niet je van het zijn. Het lijkt wel of alles wordt beoordeeld adhv zijn kennis. Maar ook zijn verstand is toch verduisterd?
Zoals al eerder betoogd kan ik zo'n houding binnen de Nederlandse context wel voorstellen. Als we ervan uitgaan dat de GGN het laatste overblijfsel is en daarme Ds Wink een van de laatste overgebleven dienaren.
Maar wat ik niet begrijp is: hoe ziet de GGN dan de wereldwijde zending. Ik kan me niet voorstellen dat er veel zendingsorganisaties die op een min of meer zelfde leest als de GGN zijn geschoeid. Dan is iedere zendingsacties naar gebieden waar het woord nog nooit geweest is per definitie verloren.
Ik zag ook een opmerking dat het licht van de huidige dienaren minder is dan bij de ouden. Maar is het licht of niet? Als het licht is dan is het voldoende om de mensen middelijkerwijs het enige noodzakelijke te prediken, dus dan is er ook hoop voor de zending. Als het geen eens licht mag worden genoemd dan is het einde nabij. Ik onderken dat predikanten naar gave onderscheiden zijn maar als het ware dienstknechten dan niet in de leer van de rechtvaardiging van de goddelozen. Als we moeten zeggen het zijn ware dienstknechten maar minder doorgeleid (of weet ik hoe je dat precies noemt) dan is er nog wel hoop en dan moeten we van deze dienaars direct of indirect afblijven want dan geld: Het is alsof God door ons bid! Daarmee geloof ik dat God nog niets wereldwijd zijn dienaars uitstaat ofdat het nu in de GGN, GG, HHK, PKN of baptisten is. Alleen er is wel onderscheid. De Geest van God werkt op de ene plaats krachtiger dan op de andere zodat het licht helderder schijnt.
Ik heb het gevoel dat God en zijn werk wel heel erg aan een kerkverband gekoppeld wordt. Ook al wordt beleden dat God vrij is in zijn doen moet Hij toch wel heel erg handelen conform GGN want anders kan het eigenlijk niets zijn. Iemand die graag een dienaar van het Goddelijk Woord wil worden is per definitie verdacht. Terwijl er vlg mij ook ergens staat dat het goed is het opzienersambt te begeren (correct me if i am wrong). De begeerte naar het ambt en om te staan in de dienst van God is niets mis mee zolang we het maar niet van onszelf verwachten. In dat ambt moeten we dan in afhankelijkheid dienen. Heere wat wilt Gij dat ik doen zal.
Begrijp goed dat bovenstaande niet spottend bedoeld is. Maar ik ben bang dat er zo klein van God gedacht wordt. Wij proberen God te vangen in onze systemen en dogma´s. Niet dat ik pleit voor een ongeorganiseerde theologie van iedereen mag denken wat hij-zij denkt.
Derhalve waar komt deze drang naar exclusiviteit vandaan? Het komt soms zelf op mij over dat het vorm is van eigen bestaanrechtvaardiging.