Re: Gereformeerde Gemeenten
Geplaatst: 10 dec 2021, 09:16
Heb je het hele artikel van dr. Van den Brink gelezen? Die kant willen we toch niet op?
Ik vind het flauw van Dr. G.A. van den Brink.Bezorgd schreef:Stevige beantwoording op een vraag over "nauwe doopvisie" in de GG:
https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/29 ... doopvisie/
Ds. G.A. van den Brink schreef:In de Ger. Gem. wordt vaak gesproken over wezen en bediening van het genadeverbond. Je moet je (aldus de Ger. Gem. ) twee cirkels voorstellen: een ruimere cirkel en daarbinnen in een kleinere cirkel. Het wezen van het verbond (de kleinere cirkel) is zodoende een deelverzameling van de bediening van het genadeverbond (de ruimere cirkel). De ruimere cirkel duidt alle mensen aan die gedoopt en daarmee (doop)lid van de gemeente zijn, de kleinere cirkel duidt de uitverkorenen aan. Als je gedoopt bent, deel je (in de verwoording van de Ger. Gem.) in de bediening van het verbond, maar slechts als je uitverkoren bent, deel je in het wezen.
Het probleem met deze visie is dat ze nergens in de gereformeerde traditie zo voorkomt. De Ger. Gem. verwijst weliswaar vaak naar Caspar Olevianus, maar ten onrechte. Olevianus gebruikt de begrippen namelijk anders. Het wezen van het verbond duidt op de weldaden van Christus: vergeving, rechtvaardiging, geloof, eeuwig leven, enzovoorts. De bediening van het verbond duidt op de middelen, instrumenten, op de werkwijze waarop iemand het wezen van het verbond ontvangt. Precies zoals wij het woord bediening nu nog gebruiken voor een ober die in het restaurant het voedsel opdient. De bediening van het verbond gaat dus over het toedienen van het wezen. Het is als met een medicijn dat aan een patiënt wordt toegediend. De doop is één van de middelen waardoor het wezen van het verbond wordt bediend. (De andere middelen zijn het avondmaal en de prediking.) Wie gedoopt wordt, ontvangt daarmee het wezen van het verbond (uiteraard in het oordeel der liefde).
Als de Ger. Gem. werkelijk zou gaan in de lijn van Olevianus, zou ze exact aansluiten bij de klassieke gereformeerde traditie. De doop wordt bediend (!) omdat wij naar het oordeel der liefde dit kind beschouwen als iemand die tot het wezen van het verbond behoort en deel heeft aan de weldaden van Christus.
Helaas is de praktijk er anders. De situatie is veel ernstiger dan dat er alleen maar een (zoals je schrijft) “wat nauwe doopvisie” is. Met de Ger. Gem.-visie is het volstrekt onmogelijk om gedoopten aan te sporen en aan te moedigen met een beroep op hun doop (zoals Paulus dat wel doet in Rom. 6:2-4, Gal. 3:27 en andere plaatsen). Maar er is hoop. Het enige dat er hoeft te gebeuren is dat men in de Ger. Gem. aanvaardt wat er staat in het doopformulier, in de Heidelbergse Catechismus, in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, in de kanttekeningen bij de Statenvertaling, in de oude schrijvers én bovenal in de Heilige Schrift zelf.
Welke kant denk jij dat hij op wil?Posthoorn schreef:Heb je het hele artikel van dr. Van den Brink gelezen? Die kant willen we toch niet op?
Hij beantwoordt een vraag van iemand die dat stelt. Je kunt hooguit zeggen dat hij dat niet nuanceert, maar daar gaat de vraagstelling dan weer niet over.Mistig schreef: Ik vind het flauw van Dr. G.A. van den Brink.
Zeker niet elke GG-predikant denkt zo nauw over de doop, als dat hij hier stelt.
Ik denk dat vd Brink hier wel een punt heeft bij de meer officiele lijn. Zo eerlijk moeten we zijn.Mistig schreef:Ik vind het flauw van Dr. G.A. van den Brink.Bezorgd schreef:Stevige beantwoording op een vraag over "nauwe doopvisie" in de GG:
https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/29 ... doopvisie/
Ds. G.A. van den Brink schreef:In de Ger. Gem. wordt vaak gesproken over wezen en bediening van het genadeverbond. Je moet je (aldus de Ger. Gem. ) twee cirkels voorstellen: een ruimere cirkel en daarbinnen in een kleinere cirkel. Het wezen van het verbond (de kleinere cirkel) is zodoende een deelverzameling van de bediening van het genadeverbond (de ruimere cirkel). De ruimere cirkel duidt alle mensen aan die gedoopt en daarmee (doop)lid van de gemeente zijn, de kleinere cirkel duidt de uitverkorenen aan. Als je gedoopt bent, deel je (in de verwoording van de Ger. Gem.) in de bediening van het verbond, maar slechts als je uitverkoren bent, deel je in het wezen.
Het probleem met deze visie is dat ze nergens in de gereformeerde traditie zo voorkomt. De Ger. Gem. verwijst weliswaar vaak naar Caspar Olevianus, maar ten onrechte. Olevianus gebruikt de begrippen namelijk anders. Het wezen van het verbond duidt op de weldaden van Christus: vergeving, rechtvaardiging, geloof, eeuwig leven, enzovoorts. De bediening van het verbond duidt op de middelen, instrumenten, op de werkwijze waarop iemand het wezen van het verbond ontvangt. Precies zoals wij het woord bediening nu nog gebruiken voor een ober die in het restaurant het voedsel opdient. De bediening van het verbond gaat dus over het toedienen van het wezen. Het is als met een medicijn dat aan een patiënt wordt toegediend. De doop is één van de middelen waardoor het wezen van het verbond wordt bediend. (De andere middelen zijn het avondmaal en de prediking.) Wie gedoopt wordt, ontvangt daarmee het wezen van het verbond (uiteraard in het oordeel der liefde).
Als de Ger. Gem. werkelijk zou gaan in de lijn van Olevianus, zou ze exact aansluiten bij de klassieke gereformeerde traditie. De doop wordt bediend (!) omdat wij naar het oordeel der liefde dit kind beschouwen als iemand die tot het wezen van het verbond behoort en deel heeft aan de weldaden van Christus.
Helaas is de praktijk er anders. De situatie is veel ernstiger dan dat er alleen maar een (zoals je schrijft) “wat nauwe doopvisie” is. Met de Ger. Gem.-visie is het volstrekt onmogelijk om gedoopten aan te sporen en aan te moedigen met een beroep op hun doop (zoals Paulus dat wel doet in Rom. 6:2-4, Gal. 3:27 en andere plaatsen). Maar er is hoop. Het enige dat er hoeft te gebeuren is dat men in de Ger. Gem. aanvaardt wat er staat in het doopformulier, in de Heidelbergse Catechismus, in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, in de kanttekeningen bij de Statenvertaling, in de oude schrijvers én bovenal in de Heilige Schrift zelf.
Zeker niet elke GG-predikant denkt zo nauw over de doop, als dat hij hier stelt. Ik heb heel vaak een veel rijkere doopsbediening binnen de GG meegemaakt, dan wat hier gesteld wordt, in lijn met het formulier.
Daarnaast is ook binnen zijn eigen kerkverband veel verdeeldheid over dit thema, althans als ik zo wat preken beluister van HHK-predikanten.
Zeker. Ik begrijp je punt.Posthoorn schreef:Heb je het hele artikel van dr. Van den Brink gelezen? Die kant willen we toch niet op?
Vanuit de Boezemsingel wordt dit wel gebracht. Laten ze eerst tot de erkenning komen dat ze de aloude paden verlaten hebben en een eigen koers zijn gaan varen.Bezorgd schreef:Ik denk dat vd Brink hier wel een punt heeft bij de meer officiele lijn. Zo eerlijk moeten we zijn.Mistig schreef:Ik vind het flauw van Dr. G.A. van den Brink.Bezorgd schreef:Stevige beantwoording op een vraag over "nauwe doopvisie" in de GG:
https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/29 ... doopvisie/
Ds. G.A. van den Brink schreef:In de Ger. Gem. wordt vaak gesproken over wezen en bediening van het genadeverbond. Je moet je (aldus de Ger. Gem. ) twee cirkels voorstellen: een ruimere cirkel en daarbinnen in een kleinere cirkel. Het wezen van het verbond (de kleinere cirkel) is zodoende een deelverzameling van de bediening van het genadeverbond (de ruimere cirkel). De ruimere cirkel duidt alle mensen aan die gedoopt en daarmee (doop)lid van de gemeente zijn, de kleinere cirkel duidt de uitverkorenen aan. Als je gedoopt bent, deel je (in de verwoording van de Ger. Gem.) in de bediening van het verbond, maar slechts als je uitverkoren bent, deel je in het wezen.
Het probleem met deze visie is dat ze nergens in de gereformeerde traditie zo voorkomt. De Ger. Gem. verwijst weliswaar vaak naar Caspar Olevianus, maar ten onrechte. Olevianus gebruikt de begrippen namelijk anders. Het wezen van het verbond duidt op de weldaden van Christus: vergeving, rechtvaardiging, geloof, eeuwig leven, enzovoorts. De bediening van het verbond duidt op de middelen, instrumenten, op de werkwijze waarop iemand het wezen van het verbond ontvangt. Precies zoals wij het woord bediening nu nog gebruiken voor een ober die in het restaurant het voedsel opdient. De bediening van het verbond gaat dus over het toedienen van het wezen. Het is als met een medicijn dat aan een patiënt wordt toegediend. De doop is één van de middelen waardoor het wezen van het verbond wordt bediend. (De andere middelen zijn het avondmaal en de prediking.) Wie gedoopt wordt, ontvangt daarmee het wezen van het verbond (uiteraard in het oordeel der liefde).
Als de Ger. Gem. werkelijk zou gaan in de lijn van Olevianus, zou ze exact aansluiten bij de klassieke gereformeerde traditie. De doop wordt bediend (!) omdat wij naar het oordeel der liefde dit kind beschouwen als iemand die tot het wezen van het verbond behoort en deel heeft aan de weldaden van Christus.
Helaas is de praktijk er anders. De situatie is veel ernstiger dan dat er alleen maar een (zoals je schrijft) “wat nauwe doopvisie” is. Met de Ger. Gem.-visie is het volstrekt onmogelijk om gedoopten aan te sporen en aan te moedigen met een beroep op hun doop (zoals Paulus dat wel doet in Rom. 6:2-4, Gal. 3:27 en andere plaatsen). Maar er is hoop. Het enige dat er hoeft te gebeuren is dat men in de Ger. Gem. aanvaardt wat er staat in het doopformulier, in de Heidelbergse Catechismus, in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, in de kanttekeningen bij de Statenvertaling, in de oude schrijvers én bovenal in de Heilige Schrift zelf.
Zeker niet elke GG-predikant denkt zo nauw over de doop, als dat hij hier stelt. Ik heb heel vaak een veel rijkere doopsbediening binnen de GG meegemaakt, dan wat hier gesteld wordt, in lijn met het formulier.
Daarnaast is ook binnen zijn eigen kerkverband veel verdeeldheid over dit thema, althans als ik zo wat preken beluister van HHK-predikanten.
Gelukkig zijn er binnen de GG zeker predikanten die er anders in staan.
Niet zo zeer te klein, kerk wordt vernieuwd, interieur en de banken zijn gedateerd.GerefGemeente-lid schreef:Ik las gisteren op de advertentiepagina van de Saambinder dat ds. G. Beens, predikant van de gemeente te Kootwijkerbroek, een boek heeft uitgegeven en dat de opbrengst daarvan bestemd is voor de verbouwing van de kerk te Kootwijkerbroek.
Weet iemand iets meer van deze verbouwing af? Is de kerk alwéér te klein??
'Gedateerde banken'; kom daar eens om in een eeuwenoud hervormd kerkgebouw.....Henk J schreef:Niet zo zeer te klein, kerk wordt vernieuwd, interieur en de banken zijn gedateerd.GerefGemeente-lid schreef:Ik las gisteren op de advertentiepagina van de Saambinder dat ds. G. Beens, predikant van de gemeente te Kootwijkerbroek, een boek heeft uitgegeven en dat de opbrengst daarvan bestemd is voor de verbouwing van de kerk te Kootwijkerbroek.
Weet iemand iets meer van deze verbouwing af? Is de kerk alwéér te klein??
Veronderstelde wedergeboorte. Wellicht is dat in lijn met het doopsformulier, maar het is niet Bijbels. Zo is het hele betoog van dr. Van den Brink niet Bijbels. En zo zie je ook waar een doorgeschoten kinderdooptheologie toe kan leiden.Herman schreef:Welke kant denk jij dat hij op wil?Posthoorn schreef:Heb je het hele artikel van dr. Van den Brink gelezen? Die kant willen we toch niet op?
Kunt u vanuit de Bijbel onderbouwen dat 'het hele betoog van dr. Van den Brink niet Bijbels' is? Die onderbouwing zie ik dan graag.Posthoorn schreef:Veronderstelde wedergeboorte. Wellicht is dat in lijn met het doopsformulier, maar het is niet Bijbels. Zo is het hele betoog van dr. Van den Brink niet Bijbels. En zo zie je ook waar een doorgeschoten kinderdooptheologie toe kan leiden.Herman schreef:Welke kant denk jij dat hij op wil?Posthoorn schreef:Heb je het hele artikel van dr. Van den Brink gelezen? Die kant willen we toch niet op?