Tiberius schreef:Tja, de theorie. Heel je mooie spreuk staat of valt met de zinsnede 'als het recht is'.
Zo min als ambtsdragers weten wat er in het hart van de leken zich afspeelt, weten de leken wat in 's ambtsdragers innerlijk zich afspeelt. Laten we van het beste uitgaan. Dat is wat moeilijk voor onze gezindt want 'arglistig is het hart' (vooral dat van de ander, helaas) is nog een bijbeltekst ook.
Van hartelijke bewogenheid gaan we maar uit, maar je zou wel eens willen dat men dat ook eens gewoon uitsprak.
Ik vraag me ook af of ambtsdagers het zo zien dat ze 'de gemeente toebereiden als een bruid voor Christus'. Klinkt nogal doenerig. Of bedoel je: als alle regels nageleefd worden (bijbelse en door kerkenraad verzonnen) hebben we het goed voor elkaar. Dan zal God ook wel wat willen doen.
Even vooraf: met uitzondering van predikanten zijn ambtsdragers ook leken. In de Reformatie zijn we teruggekeerd naar regering van de kerk door leken, i.p.v. door geestelijken, zoals bij de roomsen. Dat is het presbyteriale stelsel, in tegenstelling tot het episcopale stelsel.
Het spreken over leken is dus niet zo correct als je uitsluitend niet-ambtsdragers bedoelt.
Wat je eerste alinea betreft heb je gelijk: ook Hofni en Pinehas waren ambtsdragers. Dat zal ik zeker niet ontkennen. Verder zijn er ook ambtsdragers die aangeven geestelijk leven te kennen, maar de vruchten ervan uitmuntend weten te verbergen.
En wanneer dergelijke zware wolven zich in de kerkenraad hebben ingedrongen, heb je als gemeente inderdaad een grote misstand.
Wat het "doenerige" betreft: ik weet ook niet of ambtsdragers dat zo zien. Wel dat ze het zo horen te zien.
Paulus zegt Want wij zijn Gods medearbeiders; Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij.
Toch duidelijk het beeld van een ambtsdrager die iets aan het doen, iets aan het bouwen is.
En ook in zijn brief aan de Galaten: Mijn kinderkens, die ik wederom arbeide te baren, totdat Christus een gestalte in u krijge.
Zelf een ambsdrager zijnde (diaken) wil ik dit hier graag even zeggen, omdat het nogal vaak blijkt dat er veel misverstanden zijn van beide kanten. En een ding dat veel vergeten wordt, is dat die in het kerkelijk ambt staan, ook mensen zijn, van gelijke beweging als alle andere leden. Ze zijn ook zondaren. Ze hebben ook het bloed van Christus nodig voor hun bekering. En er zitten, helaas, ook hypocrieten onder de ambtsdragers, neem Judas bijvoorbeeld.
Maar een ambtsdrager die de plicht, aan hem door Christus opgedragen, serieus neemt, heeft ook een heel grote verantwoordelijkheid. Hij waakt namelijk over uw zielen. En dat is niet zomaar iets. Daar moet hij ook verantwoording tot God voor geven. God zal, als rechter, oordelen hoe men het ambt gebruikt heeft. En wee die ambtsdrager die als een huurling de schapen geleid heeft. Dat geldt voor dominees, vooral in de bediening des Woords. Dat geldt voor ouderlingen, die de taak hebben de gemeente te regeren en waarschuwen ook. Maar dat geldt ook voor de diakenen.
En dat wordt vooral wat betreft de diakenen zo vaak vergeten, mede omdat het me zo lijkt, zeg me als het anders is, dat de diakenen vaak gezien worden als een soort junior ambt. Ze worden niet helemaal voor vol aangezien. En dat is ook, voor een groot gedeelte, de fout van de diakenen zelf als ze hun ambt, hun van God opgedragen, niet serieus nemen. Door de armen niet verzorgen, de zieken niet bezoeken, de weduwen en weduwnaren niet bezoeken. Diaken zijn is meer dat een soort penningmeester zijn. Diakenen komen ook ten eerste met het Woord.
1 Dit is een getrouw woord:1) zo iemand tot eens opzieners ambt2) lust heeft, die3) begeert een treffelijk4) werk.5)
2 Een opziener dan moet onberispelijk zijn,6) ener vrouwe man,7) wakker, matig,8) eerbaar, gaarne herbergende,9) bekwaam om te leren;
3 Niet genegen tot den wijn,10) geen smijter, geen vuil-gewinzoeker; maar bescheiden,11) geen vechter, niet geldgierig.
4 Die zijn eigen huis wel regeert,12) zijn kinderen in onderdanigheid houdende, met alle stemmigheid;13)
5 (Want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?)
6 Geen nieuweling, opdat14) hij niet opgeblazen worde,15) en in het oordeel16) des duivels valle.
7 En hij moet ook een goede getuigenis hebben van degenen, die buiten zijn,17) opdat hij niet valle in smaadheid, en18) in den strik des19) duivels.
8 De diakenen insgelijks20) moeten eerbaar zijn,21) niet tweetongig, niet22) die zich tot veel wijns begeven, geen vuil-gewinzoekers;
9 Houdende23) de verborgenheid24) des geloofs in een rein geweten.25)
10 En dat deze ook eerst beproefd worden,26) en dat zij daarna dienen, zo zij onbestraffelijk zijn.27)
11 De vrouwen insgelijks28) moeten eerbaar zijn, geen lasteraarsters, wakker,29) getrouw in alles.30)
12 Dat de diakenen ener vrouwe mannen zijn, die hun kinderen en hun eigen huizen wel regeren.
13 Want die wel gediend hebben, verkrijgen zichzelven een goeden opgang, en31) vele vrijmoedigheid32) in het geloof, hetwelk is in Christus Jezus.