Dit is ook niet zo. Het gaat over allen die het Evangelie horen. En daar bedoelen de Erskines echt niet enkel de gedoopte gemeente mee. Lees maar eens van Ralph Erskine over de Vergadering tot Silo.huisman schreef:Nee hoor de citaten staan immers in het hoofdstuk "Het verbond der genade" het gaat over de gedoopte gemeente .Fjodor schreef:Het is niet op grond van het behoren tot het verbond dat die beloften voorgesteld worden, maar op grond van de algemene bediening van het Evangelie.huisman schreef:Volop als verbondskind op grond waarop dat kind het teken en zegel van dat verbond mag dragen. Niet als een wedergeboren of gelovig kind, hij/zij moet wedergeboren worden en het ware geloof in Christus geschonken worden.Afgewezen schreef:Alles overziende gaat het eigenlijk maar om één vraag: hoe moet een kind dat uit gelovige ouders is beschouwd c.q. benaderd worden met betrekking tot zijn eeuwig heil? Onder welke formulering je dat vat, maakt dan niet zo heel veel meer uit.
De beloften van het verbond komen hem/haar wel toe. Zie Kennis der zaligheid R&E Erkine en E Fisher Dl 1 vr 82 en 8382 Aan wie worden de beloften van het verbond voorgesteld?
Aan allen die het Evangelie horen, met hun zaad, Hand2:39 "U komt de belofte toe en uw kinderen"
83 Welk recht hebben zij, die het evangelie horen, op de beloften, als ze hun zo algemeen overgemaakt worden ?
Een recht van aanneming van de beloften en van al de goederen, die erin vervat zijn, zodat ze daardoor , niet te verontschuldigen zijn Joh 3:18
Het staat in dat hoofdstuk omdat er behandeld wordt hoe mensen in het verbond der genade komen.