Grace schreef:Zeer opmerkelijk citaat vanuit de verklaring van Calvijn op 1 Johannes 3 vers 9 (wilde het pas al plaatsen in een andere discussie):
...Maar Johannes leert niet alleen dat wij vermogen niet te zondigen, maar dat de beweging van de Geest zo krachtig is, dat Hij ons noodzakelijk in de voortdurende gehoorzaamheid der gerechtigheid houdt."
Het woord uit 1 Joh. 3:9 dat wie uit God geboren is geen zonde mag je niet zo perfectionistisch inkleuren. Volgens studie gaat het hier om een praesens met duratieve betekenis: een mens die uit God geboren is, blijft niet zondigen, leeft niet meer in de zonde, is er niet meer in thuis.
Ik denk niet dat het bijbels verantwoord is om te zeggen dat de beweging van de Heilige Geest ons houdt in een staat van voortdurende gehoorzaamheid.
Ik zie het zo: Het onderwerp van Johannes’ eerst brief is de
gemeenschap van de gelovige met Christus (1 Joh. 1:3). Hij leert dat gemeenschap een kwestie is van wandelen in het licht en de belijdenis van zonden (1 Joh. 1:7-10).
Ook vertelt hij ons voluit dat het christelijke leven niet een kwestie is van zondeloosheid of voortdurende gehoorzaamheid is. Als het ware christelijke leven een kwestie zou zijn van zondeloze heiligheid, waarom onderricht Johannes ons dan om onze zonden te belijden?