Vincent schreef:Ja, zoiets zei je eerder ook al zie ik, sorry dat ik er niet op reageerde.
Feiten zijn tot op zekere hoogte inderdaad alleen de waarnemingen (en zelfs dat is niet helemaal waar, ook waarneming staat niet op zichzelf, los van een theoretisch kader).
1. Echter, waar ik moeite mee heb, is als Gods woord wordt gebruikt c.q. misbruikt, om wetenschappelijke kennis mee te krijgen. Wetenschappelijke kennis is bij definitie voor iedereen toegankelijk (ongacht geloof etc.).
2. Er zijn soms a.h.v. waarnemingen, meerdere interpretaties mogelijk. Het is nooit mogelijk om één bepaalde theorie aan te nemen, wel zijn er soms sterke aanwijzingen voor een bepaalde theorie. Het is wel mogelijk om één bepaalde theorie te weerleggen.
Voorbeeld: Dat mens en aap een gemeenschappelijke voorouder hebben, is iets waar sterke aanwijzingen voor zijn. Ik las in de bundel "En God beschikte een worm" een artikel van Aart Nederveen (Gereformeerde Gemeenten), die er twijfels bij zet vanuit zijn geloof (wat ik dus onzuiver vind), maar wel ruiterlijk toegeeft, dat wetenschappelijk bezien er veel is wat in deze richting wijst. Een belangrijke aanwijzing: "springende genen" die zich, meestal zonder functionele consquenties, kopiëren en zich op andere plaatsen in het genoom voegen (oude repetitieve elementen, ORE's). Creationisten rederen: het is geen junk-dna. Maar: door een plaatsverandering raakt het gen ook vaak beschadigd. In veel gevallen worden deze ore's bij muis en mens op overeenkomstige posities in het genoom van de mens aangetroffen. Dus: "Tenzij je bereid bent het standpunt in te nemen dat God deze onthoofde ORE's precies op deze plekken heeft neergezet om ons te verwarren en te misleiden, is de conclusie van een gemeenschappelijke voorouder van mens en muis praktisch onontkoombaar. Dit soort recente gegevens over het genoom houden dus een groot probleem in voor mensen die vasthouden aan het idee dat alle soorten uit het niets geschapen zijn" (ontleend aan Francis Collins, De taal van God).
Dat wil nog niet zeggen dat er geen God is, hoogstens dat een eerlijke bestudering uitwijst, dat de bijbelse voorstelling van een aparte schepping van de mens niet letterlijk waar is. We kunnen niet wetenschappelijk gezien iets willen aannemen, maar omdat het niet bij ons geloof past, toch maar niet. Dat is niet zuiver.
Tja, een soort
methodisch atheisme in de wetenschap kan ik nog wel volgen. Je moet je modellen tenslotte ook aan een niet-gelovige kunnen uitleggen. Maar dat daarmee ook het laatste woord gezegd is (bijv. dat Genesis 1-2 niet letterlijk gelezen kan worden), daarvan ben ik niet overtuigd. Wetenschap staat niet op zichzelf. Zelfs als waarnemingen lijken te wijzen op
1. geleidelijke ontwikkeling
2. oude aarde
ergo, een ontwikkeling van 'lagere' naar 'hogere' soorten, dan nog bestrijkt wetenschap slechts een deel van de werkelijkheid. Per definitie kan ze geen verklaring buiten haar eigen kaders om verschaffen.
Wanneer je dan als christen andere kennis 'bezit', heeft de wetenschap daarop toch niet automatisch voorrang? Ook ik zie de bijbel niet primair als wetenschappelijk boek. Wel geloof ik in de betrouwbaarheid van de kennis die we er terloops in vinden. En een beetje flauw: die kennis is voor iedereen toegankelijk.
Ontegenzeggelijk heeft de manier waarop de bijbel en wetenschap gecombineerd worden gevolgen voor de visie op het gezag van de hele schrift. Ik ben er daarom erg huiverig voor om daaraan te tornen. En ik zie ook het nut er niet van: als je al in God gelooft, waarom dan niet ook in Zijn wonderlijke schepping?
Ik denk wel dat ons geloof getoetst mag worden aan beide openbaringsvormen: schrift en natuur. Zo is het argument dat God ons niet misleid op zich erg sterk. Maar is daar nog wel sprake van, wanneer de Bijbel zelf in duidelijke bewoordingen spreekt (ontleend aan John Byl -- ik ben idd. een amateur)? En kunnen identieke afwijkingen in soorten die kennelijk al veel overeenkomsten vertonen, ook niet bijv. door eenzelfde externe oorzaak veroorzaakt zijn?
Samengevat luidt mijn visie eigenlijk:
we kunnen niet de bijbel willen geloven, maar omdat het niet bij de wetenschap past, toch maar niet.
Dat is inderdaad onzuiver gemeten naar de regels die de wetenschap zichzelf stelt. Nou en? Ik kan er niet echt mee zitten, of mijn visie zuiver wetenschappelijk is. Omdat ik beperkingen zie/stel aan de universele geldigheid ervan. De vertelling van de schepping bijv. wil ik niet zien als een onbewezen en mogelijk onjuiste theorie.
Maar hoe je hiermee in de wetenschappelijke praktijk (bijv. op dit vlak van de biologie) mee kunt komen -- ik zou het niet weten. Mij lijkt het dan erg moeilijk, om te werken vanuit een visie, die strijd met wat ik als onopgeefbaar beschouw.