Eerst maar even dit: zoals jullie zolangzamerhand wel weten ben ik geen refo of evo. Ik heb vanuit de gereformeerde kerk de overstap gemaakt naar de Orthodoxe Kerk. Dat betekent dat ik als gereformeerd (S-O-W) uit het hele liedboek heb mogen zingen, maar ook dat ik nu op een heel andere wijze leer zingen. Ik ben niet opgevoed met opwekkingsliederen (Joh. De Heer en zo), maar ik vindt het heerlijk om op zondagavond naar de EO te luisteren, waar veel van die liederen worden gespeeld.
Ik wil met mijn reactie op ds. Pieters even verder gaan dan het onderwerp. Als het gaat om opwekkingsliederen ben ik het wel met Depa en anderen eens: niet alleen muzikaal, maar zeker tekstueel valt er veel op aan te merken. Het rijm schijnt vaak belangrijker dan de inhoud, en dat lijkt mij in beginsel fout. Waarom mijn reactie op Pieters? Omdat ook door ‘jullie’, die de Bijbel als het Woord van God ongedeeld en onverdeeld aannemen, op zeker momenten op een zeer opportunistische manier met dat Woord wordt omgesprongen. Ofwel, als je maar ‘academisch’ theologisch geschoold bent, dan
mag je dat enige Woord precies zo uitleggen als je goeddunkt. En dat riekt al naar (noem het maar) ketterij.
Pieters: Het begint met een enkel lied of gezang en voor we het weten zijn de Psalmen aan de kant gezet. (…) Wanneer we de Psalmen zingen, zingen we niet alleen de bevinding van Gods volk, maar ook de geïnspireerde Heilige Schrift zelf.
Maar daar ben je toch zelf bij als predikant of kerkenraad? En in het liedboek, dat valt gewoonweg niet te ontkennen, zijn liederen (gezangen) die zijn geschreven op basis van (berijmde, maar verder vrij letterlijke) bijbelteksten, en
dus geïnspireerd.
Pieters: De woorden die de Geest ons voorzegt, op rijm gezet en van muziek voorzien. Maar bij liederen of gezangen gaat het om menselijke creaties.
Hier gaat Pieters de fout in volgens mij. Er is namelijk geen enkel verschil tussen
berijmde psalmen en/of gezangen (gezangen op basis van bijbelteksten in dit geval). In
beide gevallen gaat het om menselijke creaties. Bij beide bestaat het gevaar, op het moment dat de dichter ze uiteen gaat ‘rafelen’ om ze ‘lekker’ in het gehoor te laten klinken, dat er onjuiste interpretaties ontstaan en dus dwalingen. In de Orthodoxe Kerk begint de Goddelijke Liturgie (na de vredeslitanie = 1ste gebed om ontferming) met de 1ste antifoon: Psalm 102 (103). Letterlijk, zonder rijm, volgens de vertaling van de Septuagint. Dat is dan een Psalm. Na de 2de kleine litanie volgen de Zaligsprekingen. Ook weer letterlijk uit de Bijbel gezongen. Ik kan mij toch niet voorstellen dat ds. Pieters de Zaligsprekingen van Jezus Christus zelf, opgetekend door de evangelist Mattheus, als ongeïnspireerd beschouwd?
Pieters: Maar de oproep van Kolossenzen 3 vers 16 dan? Daar staat het toch maar: "Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander met psalmen en lofzangen en geestelijke liederen, zingende voor de Heere met aangenaamheid in uw hart." Toch is deze tekst niet zo¹n steekhoudend argument, als het lijkt. De driedeling 'psalmen, lofzangen en geestelijke liederen' heeft namelijk de volgende betekenis (kanttekening): "Deze drie soorten van geestelijke gezangen dienen tot één doeleinde, namelijk om de geest te
vermaken. Ze worden door sommigen zó onderscheiden, dat psalmen allerlei geestelijke gezangen zijn die niet alleen met de stem, maar ook met snarenspel geoefend worden; lofzangen zijn dankzeggingen tot God, of lofdichten van Gods genade jegens ons; en geestelijke liederen zijn zulke gedichten waarin allerlei geestelijke leringen worden begrepen. Deze verscheidene namen schijnen uit de verscheidene opschriften van de psalmen Davids genomen te zijn."
En dit noem ik dus theologische opportunisme! Let vooral op de laatste zin: (…)
schijnen uit de verscheidene opschriften (…). Dit is een veronderstelling, waarvan Pieters zelf de waarheid niet kent, getuige die laatste zin. En toont dus zeker niet aan dat ‘alleen maar’ Psalmen gezongen mogen worden (‘alleen maar’ klinkt wat denigrerend, er moeten Psalmen worden gezegd en gezongen, altijd maar weer, dagelijks, in iedere kerkdienst, vespers of liturgie, ook thuis, maar er is ruimte voor andere liederen.
Ik sla nu een stukje over, anders wordt het te lang. De volgende vind ik belangrijk:
Pieters: Wat is eigenlijk de eredienst? Is dat iets door mensen ingesteld? Of is de eredienst van Goddelijke oorsprong? In het Oude Testament lezen we over tabernakel- en tempeldienst. In dat huis van God vond de dagelijkse eredienst plaats. Hoe? Precies zoals God het voorschreef. Mozes heeft niets zelf bedacht van alles wat in de tabernakel moest staan of worden gedaan. God zei het hem precies voor. Waarom werd het niet aan Mozes overgelaten om naar zijn vindingrijkheid te werk te gaan?
Waarom is het aan de protestantse kerken (waaronder ook de roomse kerk valt) gegeven om wel met eigen inzicht kerken te bouwen en in te richten? Waarom zijn ‘jullie’ kerken niet gebouwd zoals opgedragen? Zoals de tabernakel er uit moest zien? En de tempel in Jeruzalem?
Pieters: Vele, vele eeuwen lang was het helaas niet de gewoonte dat Gods gemeente in de erediensten de stem harmonieus en eenparig verhief in gezang. Er werd niet gezongen, behalve door een koor (en dat dan ook nog in het voor het gewone volk onverstaanbare Latijn). De reformatoren hebben vanuit de Heilige Schrift weer mogen ontdekken hoe Godverheerlijkend (en zielstichtend) het is om als gemeente gemeenschappelijk te zingen.
Dat is ‘pas’ sinds het schisma van 1054. In oorsprong werd en wordt in de talen van de landen gezongen. Toen Oost-Europa (Bulgarije, Rusland) werd bekeerd tot het christendom werd zelfs de Slavische taal voor het eerst eenduidig op papier gezet. De Bijbel is
voor het volk. Maar vergis je niet: het aantal mensen toen dat kon lezen en schrijven was bijna nihil. Het ging dus om de uitleg. Ja, de preek, maar ook de afbeeldingen en de psalmen en gezangen. En iedereen mag die meezingen, maar, en dat moet gezegd, er zijn onnoemlijk veel liederen, voor iedere gebeurtenis, vaak voorgeschreven. Die kun je gewoonweg niet allemaal meezingen. En Bijbels en liedboeken zijn in de OK ‘not done’, omdat meelezen de aandacht van de Eredienst afleidt. En omdat het in een staande dienst lastig is met boekjes te rommelen. Maar het is in de eigen taal, en dus kun je luisteren!
Pieters: Toen kwam de vraag op: wát moet de gemeente dan gaan zingen? En begrijpelijk is dat als eerste de gedachte opkwam: wat God Zelf als gezangboek aan Zijn gemeente heeft gegeven; dat is: het boek der Psalmen. Welnu, deze werden op rijm en muziek gezet. En voor het eerst ging de gemeente zingen. Een machtig, ontroerend, hartroerend en indrukwekkend gebeuren!
Dit is, bovenstaande indachtig, een typisch post-reformatorische gedachte, om alles van voor de reformatie, maar ook van voor het schisma, weg te ‘poetsen’.
En dan nu Depa:
Ten eerste de psalmen zijn een onderdeel van de Bijbel en zijn door de eerste christen gemeente samengevoegd als canoniek. Johannes de Heer e.d. ben ik nog niet tegen gekomen.
Flauwe opmerking, er is natuurlijk veel meer dan JdH, en nogmaals, ook veel direct afgeleide bijbelteksten in de liederen van het Liedboek.
Ten Tweede, het uitgangspunt van de zuivere gereformeerde leer is: ellende, verlossing, dankbaarheid de Psalmen staan er vol van. (…)
Daar heb ik niet zoveel verstand van.
Paus:
Strik mag ik je erop wijzen dat de Heere in dit gedeelte van Europa tijdens de reformatie Zijn kerk heeft uitgeleid uit de rooms kerk. Daarbij de synode van Dordt, de gehele zuivere gereformeerde leer uiteen gezet heeft en beschreven. daarin ook uitdrukkelijk in inrichting van de ere dienst aan de orde zijn geweest. Dat jij je misschien daarin niet kan vinden is een andere zaak. Maar als iemand in de ware reformatorisch/gereformeerde leer wil staan is de synode van dordt daarin DE leidraad.
Ik geloof het iets anders: de Heere heeft
mensen de inspiratie gegeven de kerk van Rome te verlaten, omdat die kerk verworden was, in velerlei opzicht, maar vooral machtsdronken. Het kon dus ook alleen maar in ‘dit deel van Europa’. Wat dat betreft was de reformatie nodig en terecht. Met de laatste zin ben ik het eens, ik ben ‘uitgestapt’ (alleen voor ‘jullie’ heeft een SOW-kerk ook niet zoveel waarde, nietwaar?), dus ik kan mij niet vinden in de synode van Dordrecht en de daar vastgestelde ‘nieuwe’ dogma’s. Ik geloof dat de Heere bedoeld heeft dat de mensen weer teruggeleid zouden worden naar Zijn Kerk, en dat zijn momenteel, in mijn ogen, de kerken van de oosterse traditie.