Hervormd denken is uitstekend verwoord door ds. P.C. Hoek:
https://www.digibron.nl/viewer/collecti ... 001_CID001
Maar ook een serie artikelen van ds. Van der Bas:
https://www.digibron.nl/viewer/collecti ... ba659bd89a
M.i. prima samengevat door dr. B.J. Spruyt:
https://www.digibron.nl/viewer/collecti ... 001_CID001
Kort samengevat:
- 'Gewoon hervormd’ betekent NIET dat we van de nood een deugd moeten maken. Ruimte in leer en leven is, wanneer die ruimte de grenzen van Schrift en confessie overschrijdt, iets om aan te lijden, en geen kwaliteit. Wie hervormd is, beweent de dogmatische en ethische afwijkingen van Bijbel en belijdenis, erkent de eigen schuld aan deze afdwalingen en staat naar herstel.
- Anderzijds impliceert een hervormde mentaliteit een bepaalde ruimhartigheid, die zich vooral uit in blijvende zorg voor de scharen aan de randen van de gemeenten.
- Het betekent ook trouw aan de eigen, plaatselijke gemeente en het besef lid te zijn van een landelijke kerk.
- In die oude Gereformeerde Kerk en in haar opvolger, de Nederlandse Hervormde Kerk, was naast deze kwaliteit van de bereidheid tot omgang en discussie met andersdenkenden, ook een zekere lijdelijkheid een kenmerkend onderdeel van de hervormde mentaliteit.
- De ruimte die er in de oude Gereformeerde Kerk was, is in de Nederlandse Hervormde Kerk van na 1816 uitgegroeid tot leervrijheid, waardoor die kerk een kerk van modaliteiten werd; van vrijzinnig en modern tot orthodox-gereformeerd. De gereformeerden bleven omdat (en zolang) de belijdenis er nog was (schreef Groen van Prinsterer). Zij streefden naar herstel, maar dat herstel was geen vrucht van menselijke actie. Alle hervorming begint bij de hervorming van het eigen hart, vraagt ootmoed en geduld, en een verwachten van de werking van de Geest.
- In een interview in het jaar 1971 bekende ds. J. T. Doornenbal dat hij het woord ‘gereformeerde gezindte’ niet kende. Van de helft van alle leden moest hij zeggen dat ze niet kerkelijk meelevend waren. Maar hun kinderen werden gedoopt, en ook het pastoraat strekte zich over hen uit. Want ook zij waren in het verbond Gods opgenomen. Heel de kerk, heel het volk, en heel de cultuur, was de katholieke breedte waarin predikanten als H.J. de Groot, J.T. Doornenbal, en later ook bijvoorbeeld dr. W. Aalders, wilden staan.
- ‘Hervormd’ verwijst dus allereerst naar een geloof, het geloof van de Reformatie, de prediking van een rijk Evangelie voor arme zondaren.
- ‘Hervormd’ is ook een bepaalde cultuur of mentaliteit, die het gevolg is van bijzondere, historische omstandigheden, namelijk van de ruimte en (begrensde) pluriformiteit die de oude Gereformeerde Kerk en de Nederlandse Hervormde Kerk hebben gekenmerkt. En die cultuur behelsde ook een nadrukkelijke en onopgeefbare gerichtheid op het geheel.
TOEPASSING OP PKN
Maar de omstandigheden die die specifieke cultuur en mentaliteit hebben gecreëerd en instandgehouden, zijn veranderd. In de PKN is de belijdenis verbreed en deze kerk is dus niet meer op het gereformeerde belijden aanspreekbaar. Wie dan blijft, maakt van deze nood gemakkelijk een deugd en denkt dan dat dat de betekenis van ‘gewoon hervormd’ is.
TOEPASSING OP HHK
In de Hersteld Hervormde Kerk dreigt een ander gevaar. Zij was na 2004 een nieuw fenomeen en is meer homogeen dan divers. De gedachte van de volkskerk dreigt dan te verflauwen. En ook een toestroom van buiten kan de hervormde identiteit bedreigen. Waar andersdenkenden uit het zicht verdwijnen, en de uniformiteit wordt gekoesterd, dreigt al gauw het narcisme van het kleine verschil: het gevaar om kleine verschillen uit te vergroten en op de spits te drijven. En waar een eigen, homogene kerk wordt opgebouwd, dreigt het gevaar van zelfgenoegzaamheid en het streven om er binnen de gereformeerde gezindte nu echt bij te horen. Maar hervormden zijn altijd halven en nooit helen, en willen dat ook niet zijn. En ‘hersteld’ is een eschatologisch begrip (Handelingen 3:21).