Hier lezen we in Gods Woord wat de taak van vrouwen is, en ook de reden waarom, 1 Tim. 2:
11 Een vrouw late zich leren in stilheid, in alle onderdanigheid.
12 Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij lere,25) noch over den man heerse, maar wil, dat zij in stilheid zij.
13 Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva.
14 En Adam is niet verleid geworden;26) maar de vrouw, verleid zijnde, is in overtreding27) geweest.
15 Doch zij zal zalig worden in kinderen te baren,28) zo zij blijft in het29) geloof, en liefde, en heiligmaking, met matigheid.
25) dat zij lere,
Namelijk anderen, in de openbare vergaderingen, gelijk Paulus uitdrukt, 1 Cor. 14:34. Anderszins mogen ook de vrouwen hare kinderen tehuis onderwijzen, gelijk de moeder van Salomo deed, Spreuk. 31:1, ja zelfs ook wel anderen, wanneer de nood of stichting zulks vordert. Zie 1 Sam. 25:24; Hand. 18:26, enz.
26) niet verleid geworden;
Namelijk eerst en door den Satan zelf.
27) is in overtreding
Namelijk niet alleen voor zichzelf, maar ook voor haren man, dien zij tot de zonde en overtreding heeft gebracht.
28) in kinderen te baren,
Zo wordt het Griekse woord dia ook voor in genomen Rom. 4:11 en elders. De zin is: dat, hoewel het kinderbaren met smart den vrouwen tot een straf is opgelegd, het nochtans hare zaligheid niet zal hinderen, zo zij blijven in het geloof, enz.
29) zo zij blijft in het
Grieks zo zij blijven; namelijk de vrouwen. De apostel spreekt hier zo veelvoudig, om te tonen, dat deze troost allen gelovigen vrouwen toekomt; hetwelk sommigen wel op de kinderen passen; maar daar de ouders niet zullen dragen de schuld hunner kinderen, wanneer zij door hun eigen schuld verloren gaan, Ezech. 18:3,4, zo wordt het noodzakelijk van de vrouwen verstaan, en is hierin het getal van een uitgedrukt, om deze twijfelachtigheid weg te nemen.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.