memento schreef:Willem schreef:memento schreef:Nou, Willem, die vergelijking kom je bij vele oude vaders tegen hoor. Ik denk aan Fuller, Spurgeon (volgens mijn Bunyan ook, maar dat durf ik niet met zekerheid te zeggen). En lees de preek van Luther eens die ik pas gepost heb, daar komt een gelijksoortig voorbeeld in voor. Kortom, volgens mij zegt deze reactie meer over jouw rechtse positie in de gereformeerde traditie. De reactie van Dennis is gewoon voluit gereformeerd, en heeft een brede basis in de gereformeerde traditie.
Ik ben benieuwd Memento. Maar iets zegt me dat deze bewering van jouw ook enkel zal blijven bij het beweren. Vragen om het bewijs of citaat van de door jouw hier aangehaalde oudvaders zal wel resulteren in een opmerking "Lees het boek maar" of de variant "het staat er niet letterlijk maar in mijn beleving heeft het die teneur". Zoals het gisteren ging met Luther over het woordeke "dat" versus "opdat" of over Calvijn. Maar ik ben uitermate beniewd!
Willem, je bent blijkbaar wel erg slecht belezen, buiten je eigen richting om.
Mischien. Mischien lees ik wel ook gewoon wat er staat. En dan kom ik niet de voorbeelden tegen die jij noemt. Nu kan het natuurlijk zijn omdat ik weinig heb gelezen. Maar - en daar lijkt het tot nu toe steeds op - het kan ook zijn dat jij er iets anders uit destilleert en dat vervolgens verwoord dan dat er staat. En dan ontbreekt bij mij idd herkenning. Maar om dat nu slecht belezen te noemen....
Maar iig heb je een citaat van Luther geplaatst, laten we ons daar maar even toe beperken. We hoeven niet te streven naar veel lezen maar wel naar goed lezen en moeten trachten de auteur recht te doen. Cursiveringen van mij.
Als er een arm bedelaar was, die niets op of aan had en van de honger geen raad wist en een groot vorst schonk hem uit barmhartigheid een kasteel met een jaarlijks inkomen er bij en stelde hem aan tot heer daarover en zei: dat alles wil ik u voor niemendal geven. Als dan die bedelaar de vorst de rug toekeerde en antwoordde, dat hij zulks niet verkoos, zeg, zou dan niet de hele wereld over deze bedelaar roepen en zeggen, dat zij nog nooit een meer dwaze mens gezien hadden, dat hij geen mens, maar een dom stuk vee verdiende te zijn? Dat nu doet men in de wereld. Maar nu wordt hier de wereld geen slot of vorstendom aangeboden, maar Gods Zoon Zelf en God zegt en beveelt, dat men Zijn Geschenk maar behoeft aan te nemen en tot zijn eigendom te behouden. Maar degenen, die het niet willen hebben en Gode de rug toekeren, dat zijn wij zelf. Reken nu zelf maar eens uit, welk een grote en gruwelijke zonde het ongeloof is. Want het is in 't geheel niet
menselijk, dat men zich met geweld tegen een Geschenk verzet en het niet wil hebben.Daarom ziet men het hier eens recht, hoe dom en dwaas de gehele wereld is, dat zij zich niet over zulke gaven verheugt en het bij hen daaraan alleen ontbreekt, dat zij niet toegrijpt en neemt, wat haar wordt aangeboden. Als het een gulden of een nieuwe jas was, dan zou men het met beide handen toetasten en vrolijk zijn. Daar omdat het nu Gods Zoon Zelf is, houdt iedereen zich, als heeft hij Deze niet van node. (...)
Het stukje vetgemaakte tekst zou men idd kunnen vertalen met onderstaand citaat van Dennis.
Als jij financieel in de problemen zit, en ik beloof je 10.000,- euro om je te helpen, als je het bij me thuis komt ophalen. Maar je denkt - zou hij het wel menen - en je komt nooit bij me aan de deur...
Het zou idd de grootste dwaasheid zijn om de nieuwe jas (van Luther) of het geld (vb Dennis) te laten gaan. Maar wat zegt Luther vervolgens?
Daar omdat het nu Gods Zoon Zelf is, houdt iedereen zich, als heeft hij Deze niet van node. Luther wijst het probleem aan! Dat wij het niet van node hebben! Maar Dennis constateert dat probleem niet. Die constateert dat wij al geleerd hebben dat we Christus van node hebben en dat we het enkel moeten halen zoals we het geld of de jas ook zouden gaan halen. Ik heb na de vergelijking (van de jas of van het geld) de conclusie op basis van deze vergelijking van Luther en van Dennis opgesplitst in 2 delen. Langzamerhand krijg ik het idee dat het onderscheidt echt niet begrepen wordt. Maar als het om het goed van de wereld gaat - geld of een jas - dat willen we best wel. Maar als het om de Heere gaat en zijn Woord dat wil de mens helemaal niet. Dat wijst Luther aan. Al zijn de schatten van het hemelse koninkrijk nog zo groot, wij zijn vijanden van God en liefhebbers van de wereld. Dan kan je niet een wereldlijke vergelijking - het verkrijgen van geld en goed waar ons hart gek op is - gelijkstellen aan het geestelijke wat we
haten. Een dergelijke vergelijking toont ons waar ons hart naar uitgaat.
Daarom, al ben ik geen Petrus of Paulus, ik wil mij toch niet van dit Geschenk laten buiten sluiten en er evenveel aan hebben, als David en alle apostelen. Want wat is David geweest? Heeft hij niet ook grof en zwaar gezondigd? Wie zijn de apostelen geweest? Zijn ze niet allen zondaren geweest? Waren ze niet allen onwaardig? Daarom moet niemand nam dit betoog luisteren, dat hij zegt: ik ben een zondaar, ben niet even vroom en heilig als Petrus, daarom mag ik dit Geschenk niet aannemen en er mij mee troosten. Neen, doe dat toch in geen geval. Maar zeg: ik moge wezen wat ik wil, maar mijn God tot een leugenaar maken, mag ik niet. Want ik behoor ook nog tot de wereld. Daarom, als ik zulk een Geschenk niet nu willen aannemen, dan zou ik buiten en behalve alle andere zonden, ook nog deze begaan, dat ik God tot een leugenaar maakte. (...) Ja, zegt gij, als Hij het mij alléén beloofd had dan zou ik het wel kunnen geloven, dan kon ik er zeker van zijn, dat het mij gold. Neen, lieve vrienden, Hij spreekt in 't algemeen, dat deze Zoon en het eeuwige leven der gehele wereld beloofd en geschonken is, opdat er niemand buiten gesloten zou zijn. Wie echter zichzelf buiten sluit, die zal dat dan ook zelf moeten verantwoorden. Hij zegt niet: "Ik zal hen oordelen", maar: "Hun mond zal hen oordelen", dat zij, omdat dit Geschenk aan de gehele wereld gegeven en voor haar berekend is, door hun eigen ongeloof tegen het Woord Gods in, het niet hebben willen aannemen. En zulks ofschoon, als men het wel bedenkt, dienovereenkomstig de Sacramenten van de Doop en van het lichaam en bloed van Christus door God ingesteld zijn, opdat door deze een ieder in 't bijzonder zich dit Geschenk zou kunnen toe-eigenen.[/i]
Vervolgens merkt Luther op dat niemand "te slecht" is om tot God te vluchten. Dit is een vertroosting voor een zondaar dat hij niet te slecht is, dat niemand een te groot zondaar is om nog gezaligd te worden. Zoals een ruimharig asielbeleid een zegen is voor de verdukte en vervolgde maar hetzelfde beleid om zijn ruimhartigheid veelvuldig zal worden misbruikt zo is ook de grootheid en ruimte van Gods genade de redding voor de zondaar maar wordt het - helaas - ook misbruikt door velen die inklimmen zonder bruiloftskleed.
memento schreef:Verder, Willem, ik lees van jou op het forum heel veel kritiek op anderen. Maar in deze topic heb ik bv nog geen antwoord gegeven op de wezenlijke vragen die Bram stelt. Wat heb jij tegen Bram te zeggen? Alleen maar, dat wat anderen zeggen niet deugd?
De Bijbel citeren is geen wezenlijk antwoord? En verder lijkt het me dat je kritiek dient te weerleggen i.p.v. - wederom - de boodschapper bekritiseren.
Memento schreef:Als je je niet bekeren kan, smeek dan God om je te bekeren. Als je ellendekennis mist, smeek dan of God je de noodzaak van Zijn verlossing wil laten zien. Ik kan je geen kant-en-klare oplossing bieden. Zalig worden is geheel Gods werk. Je wordt opgeroepen om te geloven, en doe het! Je wordt opgeroepen om je te bekeren, en doe het (zeker dat praktische gedeelte, van zonden laten (zoals verkeerde muziek, films, websites, vrienden, etc) en het goede doen (tijd nemen voor God en Zijn Woord, Bijbellezen, bidden, kerkdiensten bezoeken waar mogelijk, etc)). Maar zulks kan je niet in eigen kracht. Er rest je maar één ding, en dat is vluchten tot die God die zalig maakt. Het alleen van Hem te verwachten. Die mildelijk geeft en niet verwijt. Wie het van Hem verwacht, komt niet beschaamd uit. Wees daarin aanhoudend als een Jacob: Ik laat U niet gaan tenzij Gij mij zegent. Houdt daarbij het oog op Jezus, die stierf voor zondaren zoals jou. Twijfel niet of Zijn verdienste ook voor jou is. Hij stierf voor de zonden der wereld. Behoor je tot de wereld? Dan is er ook vergeving voor jou beschikbaar. Geloof! En bidt het maar: Heere, ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp. Vlucht tot Hem, met lege handen. Met handen vol van enkel zondigheid. Hij belooft: "Ik zal". Verwacht het daarvan. Al jouw pogen zal falen. Maar voor wie het van Hem verwacht, van Zijn "Ik zal", zal niet te vergeefs op Hem hopen, en zál ervaren dat God op Zijn tijd dat "Ik zal" ook in zijn leven werkelijkheid maakt. Misschien niet een antwoord wat je probleem oplost. Mensen kunnen jouw probleem niet oplossen. Dat kan alleen God. Alleen Hij kan jou geven wat je nodig hebt.
Hier stem ik van harte mee in. (op wat niet relevante tussenzinnetjes na)