Oorspronkelijk gepost door ndonselaar
Moet ik uitleggen dat het verschil uit maakt voor de prediking of ‘tegen kinderen zeggen dat ze op het erf van het verbond liggen of dat ze verbondskind zijn. Of dat ze, zoals weleens gezegd wordt, dat ze met de rug tegen de boerderij aanliggen, ofdat ze binnen dat genadeverbond als kind van het verbond geboren is’?
ja, dat vraag ik aan je.
In de praktijk kan ik voorbeelden aanwijzen van predikanten die eigenlijk liever het doopformulier niet lazen of het dankgebed bij dit formulier niet uitspreken, of helaas nog veel triester die tegen de doopouders eigenlijk uitspreken dat de doop weinig waarde heeft.
ik ook, maar ik weet dat eerder aan onkunde.
Mart als je zegt dat in het genadeverbond alleen de uitverkorenen besloten zijn en je dus de kinderen bij de doop buiten! het verbond plaatst.
Doop is een bevestiging van wat is, is een teken en zegel ter versterking van het geloof. Je plaatst dus de kinderen niet buiten het verbond, maar of je zegt dat ze in het verbond zijn, maar je maakt het voorbehoud van tweeerlei kinderren des verbonds, of je zegt dat ze op het erf van het verbond leven, in beide gevallen wil je duidelijk maken dat persoonlijk geloof in de beloften van God noodzakelijk is voor de zaligheid.
Ik schrijf in navolging van v.d. Zwaag buiten, want hoe je uitwendig ook omschrijft, het is erbuiten. Ook wordt gesteld dat de verbondsbeloften alleen voor de uitverkoren zijn.
wat zijn volgens jou eigenlijk verbondsbeloften?
Nu mag jij mij uitleggen hoe rijk de Doop nog is, tenminste met deze visie.
Het is een teken van de afwassing der zonde, die (in het geval van de kinderdoop) noodzakelijk is, en het is een verzegeling van de belofte dat een ieder die in de gekruisigde Christus gelooft zalig zal worden.
Onze kinderen mogen bij de geboorte uit gelovige ouders als verbondskinderen benoemd worden. Hoe rijk is dat! Calvijn noemde dit de eerste verkiezing. In deze Doop verzegelt ons God dat indien we in Hem geloven dat we Hem (Christus) en al Zijn weldaden deelachtig worden.
Maar tegelijk moet daarbij gezegd worden dat persoonlijk geloof en bekering wel nodig is.
Daarom dicht Psalm 105 ‘Want God gedenkt altijd genadig aan Zijn verbond, hetwelk blijft gestadig’. Hij de verkiezend God, zal tot aan het eind van de wereld Zijn genadig welbehagen werken in dit verbond. Dat is de diepe rijkdom van dit Sacrament. Daarom mag de Kerk ook troost putten uit dit Sacrament.
Inderdaad God denkt aan Zijn verbond, daar moeten wij maar niet al te hard mee aan de haal gaan. De gelovige mag inderdaad troost putten uit het sacrament omdat het voor hem een verzekering is van de belofte van God die hij zich door het geloof heeft mogen toe-eigenen.
Dan verder. Ik noemde het krampachtige formules. Jij schrijft ‘dat klopt, maar dan zou ik willen zeggen dat ook het doopformulier gebruik maakt van een bepalde verbondsvisie, en dat er dus een vertaalslag gemaakt moet worden als je de betekenis over wilt zetten naar een verbondsvisie met een andere terminologie. Net als je een uitspraak in het duits niet op het gevoel over kan zetten naar een uitspraak in het Nederlands met dezelfde betekenis. Het is dan dus wel een feit, dat de opstellers van het doopformulier een andere terminologie gebruikten dan op dit moment in de GG gebruikelijk is. Inhoudelijke verschillen zijn er denk ik niet, hoogstens ontbreekt het aan kennis om de vertaalslag te maken.’
Dit doopformulier is niet met een vertaalslag om te zetten naar de verbondsvisie binnen de GG.
ik denk van wel, ik probeer je al een tijdje duidelijk te maken hoe.
Sommige predikanten waren hierin eerlijk en stelden dat ze liever het formulier anders zagen. Dat is wat anders dan een ‘Calvinistisch doopformulier’ te gieten in een ‘GG – verbondsvisie’. Liever had ik in plaats van GG, Boston geschreven, maar het is zoals Zeeuws schreef. Het is hierin echt, we plukken daar wat en daar wat en dat smelten we samen. Nee, neem dan de hele Boston!
wederom is veel te wijten aan onkunde. Persoonlijk vind ik de visie die ik bij Boston vindt erg goed recht doen aan de bijbelse gegevens. 1931-1 kan zich terecht op Boston beroepen.
Dan schrijf je ‘mee eens, maar het gaat om de verkondinging van het Evangelie waarin de beloften met bevel van bekering en geloof gepredikt worden’. Deze verkondiging van het Evangelie liggen de verbondsbeloften in opgesloten. Deze beloften dienen aan een iegelijk zonder onderscheid, ook aan de onbekeerden, gepredikt te worden.
wederom wat versta jij onder verbondsbeloften?
De prediking staat niet onder de beheersing van de predestinatie, nee de predestinatie staat onder de beheersing van de verkondiging.
Als de prediking onder de beheersing van de verkiezing staat, dan is deze prediking verworden tot een rationeel geheel. God heeft van eeuwigheid een volk verkoren, sommigen durven zelfs te zeggen ‘gerechtvaardigd’, die roept Hij in de tijd……….. Zo is de klem uit de prediking weg en zal ook het ongeloof nauwelijks een plaats vinden.
Nee, schreef ik de predestinatie staat onder de beheersing van de verkondiging. God heeft van eeuwigheid bepaald dat het geloof is door het gehoor en het gehoor door het gepredikte Woord Gods. Dus waarin wordt Zijn verkiezend welbehagen gerealiseerd? Door de prediking van Zijn Woord. In deze Woord ontmoeting vind plaats of de reuke ten of leven, of de reuke ten dode. Of we omhelsen Zijn Woord door het geloof, of we verwerpen Zijn Woord en dus Christus in ons ongeloof.
mee eens!
Groeten,
Ook gegroet,
P.S. Mart, ik voel dat je beide standpunten ‘in- en uitwendig verbond’ ‘twee-erlei kinderen des verbonds’ bij elkaar wilt brengen. Dat zou ook kunnen, echter niet in het huidige kerkelijk klimaat in een gedeelte van de Gereformeerde Gezindte.
Terecht opgemerkt dat ik dit wil. Het zal mogelijk zijn, indien men werkelijk naar elkaar gaat luisteren, de liefde, de zachtmoedigheid en de ootmoedigheid terugkeert en wij weer dicht bij de Heere gaan leven. Mezelf inclusief.