Vader, ik klaag u aan!
In Bijbels taalgebruik gaat het over verlossing van aardse vijanden lijkt het.(Psalm 118)
Is dat wat jij bedoelt refojongere, trouwens iets wat op een bepaald moment bewust gebeurd (In de ruimte gesteld worden),
Of is het zo dat je kunt zeggen: "Ik ben in de ruimte gesteld", maar wanneer ik dat ging beseffen heb ik eigenlijk geen idee van?
Is dat wat jij bedoelt refojongere, trouwens iets wat op een bepaald moment bewust gebeurd (In de ruimte gesteld worden),
Of is het zo dat je kunt zeggen: "Ik ben in de ruimte gesteld", maar wanneer ik dat ging beseffen heb ik eigenlijk geen idee van?
"Then he isn't safe?" said Lucy.
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
Kijk daar hebben we de kananese vrouw weer. Een geschiedenis die naar believen aangepast kan worden.
Wat gebeurt er? Een Kananese vrouw heeft een ziek kind. Ze weet dat de Heere Jezus haar kan genezen. Waar vraagt ze om? Om genezing van haar kind. Niet om geloof. Dat had ze al, getuige de opmerking van de Heere Jezus. Het was nog een groot geloof ook.
Het hebben van een ziek kind is een beeld van de verloren zondaar. Die verloren zondaar is pas behouden op het moment dat Jezus zegt dat het kind genezen is. Niet eerder. Niet eerder. Het was duidelijk zichtbaar: kind ziek. En het is pas in orde als: kind beter. Een duidelijk afgebakend tijdstip. En dat heeft verder helemaal niet met het geloofsleven van die vrouw te maken. Daar was het mee in orde. Niks een hele tijd tussen geloof hebben en bewustheid of wat voor term dan ook. Dood of leven. Geen tussenvormen.
Door te zeggen dat die vrouw al geloofde, maar nog zekerheid miste leg je er iets in wat er niet in ligt.
Wat gebeurt er? Een Kananese vrouw heeft een ziek kind. Ze weet dat de Heere Jezus haar kan genezen. Waar vraagt ze om? Om genezing van haar kind. Niet om geloof. Dat had ze al, getuige de opmerking van de Heere Jezus. Het was nog een groot geloof ook.
Het hebben van een ziek kind is een beeld van de verloren zondaar. Die verloren zondaar is pas behouden op het moment dat Jezus zegt dat het kind genezen is. Niet eerder. Niet eerder. Het was duidelijk zichtbaar: kind ziek. En het is pas in orde als: kind beter. Een duidelijk afgebakend tijdstip. En dat heeft verder helemaal niet met het geloofsleven van die vrouw te maken. Daar was het mee in orde. Niks een hele tijd tussen geloof hebben en bewustheid of wat voor term dan ook. Dood of leven. Geen tussenvormen.
Door te zeggen dat die vrouw al geloofde, maar nog zekerheid miste leg je er iets in wat er niet in ligt.
Voor Parsifal
In al die Psalmen gaat het over de ruimte na de benauwdheid en verschrikkingen. Hoe is dat in het geestelijk leven? De wet vervloekt en dat brengt een onuitsprekelijke benauwdheid met zich mee en daar kan je enkel over meepraten als de vervloekingen van de wet op je afkwamen.
Wat is nu het 'in de ruimte gesteld worden'?
God spreekt de zondaar vrij op grond van de toegerekende gerechtigheid van Christus. Hoe wordt dat vonnis bekendgemaakt? Uitwendig in de Schrift, want al de profeten geven getuigenis dat een ieder die in Christus gelooft, vergeving van zonden ontvangen zal door Zijn Naam. Comrie schrijft: "Dit vonnis wordt ook aan de gerechtvaardigde vroeger of later inwendig bekendgemaakt, door de middelijke of onmiddelijke werking des Geestes."
Wat is dan de middelijke werking?
Dat de Geest de ziel verlicht om de kenmerken te laten zien, die God in Zijn Woord geeft van degenen die gerechtvaardigd zijn (Rom. 8:16).
En wat is de onmiddelijke werking?
Dan vervult de Heilige Geest de ziel met zoveel vrede en vreugde en met zoveel gezicht op de Borg en Zaligmaker, dat zij de vrijspraak tenvolle geloven kan.
Wie gerechtvaardigd is, heeft in minder of meerdere mate iets ondervonden van de vrede tussen God en zijn ziel op de oefening van zijn geloof; hij heeft enige ontlasting van de last en het pak van zijn zonden ondervonden, enige ruimte en kalmte in zijn gemoed, en enig vertrouwen dat God hem genadig zal zijn om Zijn Zoons wil; en hoewel hij het gevoel hiervan niet altijd heeft, noch het daarvoor houden kan, zo heeft hij toch de wetenschap dat het gebeurd is en hij verlangt er naar om het weer te hebben. Hij wil de vrijspraak vaker ontvangen.
Reactie op refo
Het gaat om het schenken van de genezing van Jezus. Daarin oefent de vrouw haar geloof. Maar ontvangt ze dan ook wat ze van Jezus begeert? Niet meteen, niet meteen ziet ze het resultaat: de genezing.
Dit kunnen we ook overzetten naar het geestelijk leven. De Heere is vrijmachtig om mensen te laten wachten om te laten zien hoe groot hun geloof is, net als Jezus tot drie keer toe wachtte met het schenken van genezing. Het geloof roept: Ontferm U mijner, help mij, al zijn het maar een paar kruimeltjes genade. De ontferming zelf wordt niet direct gegeven/ervaren, de Heere kan je laten wachten, Hij weet wat goed is en geeft ontferming op Zijn tijd.
[Aangepast op 21/8/03 door Refojongere]
In al die Psalmen gaat het over de ruimte na de benauwdheid en verschrikkingen. Hoe is dat in het geestelijk leven? De wet vervloekt en dat brengt een onuitsprekelijke benauwdheid met zich mee en daar kan je enkel over meepraten als de vervloekingen van de wet op je afkwamen.
Wat is nu het 'in de ruimte gesteld worden'?
God spreekt de zondaar vrij op grond van de toegerekende gerechtigheid van Christus. Hoe wordt dat vonnis bekendgemaakt? Uitwendig in de Schrift, want al de profeten geven getuigenis dat een ieder die in Christus gelooft, vergeving van zonden ontvangen zal door Zijn Naam. Comrie schrijft: "Dit vonnis wordt ook aan de gerechtvaardigde vroeger of later inwendig bekendgemaakt, door de middelijke of onmiddelijke werking des Geestes."
Wat is dan de middelijke werking?
Dat de Geest de ziel verlicht om de kenmerken te laten zien, die God in Zijn Woord geeft van degenen die gerechtvaardigd zijn (Rom. 8:16).
En wat is de onmiddelijke werking?
Dan vervult de Heilige Geest de ziel met zoveel vrede en vreugde en met zoveel gezicht op de Borg en Zaligmaker, dat zij de vrijspraak tenvolle geloven kan.
Wie gerechtvaardigd is, heeft in minder of meerdere mate iets ondervonden van de vrede tussen God en zijn ziel op de oefening van zijn geloof; hij heeft enige ontlasting van de last en het pak van zijn zonden ondervonden, enige ruimte en kalmte in zijn gemoed, en enig vertrouwen dat God hem genadig zal zijn om Zijn Zoons wil; en hoewel hij het gevoel hiervan niet altijd heeft, noch het daarvoor houden kan, zo heeft hij toch de wetenschap dat het gebeurd is en hij verlangt er naar om het weer te hebben. Hij wil de vrijspraak vaker ontvangen.
Reactie op refo
Het gaat om het schenken van de genezing van Jezus. Daarin oefent de vrouw haar geloof. Maar ontvangt ze dan ook wat ze van Jezus begeert? Niet meteen, niet meteen ziet ze het resultaat: de genezing.
Dit kunnen we ook overzetten naar het geestelijk leven. De Heere is vrijmachtig om mensen te laten wachten om te laten zien hoe groot hun geloof is, net als Jezus tot drie keer toe wachtte met het schenken van genezing. Het geloof roept: Ontferm U mijner, help mij, al zijn het maar een paar kruimeltjes genade. De ontferming zelf wordt niet direct gegeven/ervaren, de Heere kan je laten wachten, Hij weet wat goed is en geeft ontferming op Zijn tijd.
[Aangepast op 21/8/03 door Refojongere]
Zie je wel dat door de prediking in de GerGem alles door de war wordt gegooid. De dip in het leven van een gelovige wordt verward met ervaringen van een nog-niet-gelovige.
Want: geloof=rechtvaardigmaking=in de ruimte gezet worden.
Psalm 42 en 43: "mijn ziel,wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God!" Dat zegt David na een periode van moedeloosheid. En dan bedenkt hij opeens dat hij God heeft. Hij grijpt terug op wat God al eerder heeft gezegd. Maar tegen zo'n niet-in-de-ruimte-gestelde heeft God nog nooit iets gezgd.
Want: geloof=rechtvaardigmaking=in de ruimte gezet worden.
Psalm 42 en 43: "mijn ziel,wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God!" Dat zegt David na een periode van moedeloosheid. En dan bedenkt hij opeens dat hij God heeft. Hij grijpt terug op wat God al eerder heeft gezegd. Maar tegen zo'n niet-in-de-ruimte-gestelde heeft God nog nooit iets gezgd.
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Hierin moet ik Refo bijvallen. De taal uit de Psalmen is geloofstaal. Dat is niet de taal van een bekommerde / overtuigde zonder Christuskennis. Dat is juist één van de meest gemaakte fouten, geloofstaal gebruiken om de ellendekennis een geïsoleerde plaats te geven. Dat dit geloofstaal is spreekt ons Psalm 88. Zelfs de meest aangevochten Heman 'mijnde' nl. de God van mijn heil.Oorspronkelijk gepost door refo
Zie je wel dat door de prediking in de GerGem alles door de war wordt gegooid. De dip in het leven van een gelovige wordt verward met ervaringen van een nog-niet-gelovige.
Want: geloof=rechtvaardigmaking=in de ruimte gezet worden.
Psalm 42 en 43: "mijn ziel,wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God!" Dat zegt David na een periode van moedeloosheid. En dan bedenkt hij opeens dat hij God heeft. Hij grijpt terug op wat God al eerder heeft gezegd. Maar tegen zo'n niet-in-de-ruimte-gestelde heeft God nog nooit iets gezgd.
Terug op geloof = rechtvaardigmaking = in de ruimte. Hierin val ik Refo bij, wel wil nadrukkelijk de geloofstaal uit de Psalmen toevoegen en dan bedoel ik dat ook Gods kind in zijn leven tijden kent van 'aanvechting' en dat Hij de zondaar ook na ontvangen genade troost door Zijn Woord.
Laten we eens naar Andrew Gray luisteren. In zijn predikatie over Matth. 9,2 'Zoon, wees welgemoed, uw zonden zijn u vergeven' zegt hij het volgende:
Het eerste, waarover wij zullen spreken is dit, dat het Christus somtijds bij bijzondere gelegenheden goeddunkt, aan zondaren de bekendmaking van de vergiffenis van hun zonden te geven. Christus zeide tot de man: Uw zonden zijn u vergeven. Luk. 5,20. Zoals ook duidelijk is in de tekst. Er zijn acht bijzondere tijden, waarop God kennis geeft van de vergeving van zonden.
1. Onmiddellijk na de bekering, wanneer Christus de ziel bij de hand neemt.
2. Wanneer een christen ligt onder de geest van moedeloosheid en wanneer hij er door dreigt overstelpt te worden.
3. Wanneer de ziel bezig is in het belijden van de zonden.
4. Wanneer een christen zich bekeert. Het niet leven in de oefening van de dagelijkse bekering is een beletsel voor het bewuste aandeel in de vergeving.
5. Wanneer een christen begint op te komen uit zijn verval en van zijn afhoereren van God.
6. Wanneer de ziel veel in ernstige gebedsoefening is.
7. Wanneer het volk aan het avondmaal is geweest.
8. Wanneer een christen veel geloofs-oefening heeft.
Heldere taal.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
"Als hij (Blaauwendraad, RJ) zegt dat er geen bepaalde mate van berouw nodig is voor men tot Christus mag gaan, dan kan ik het daar ook mee eens zijn, omdat de nodiging tot Christus onvoorwaardelijk is."
"Met hem ben ik van mening dat we wedergeboorte en geloof niet van elkaar mogen losmaken, want dan zouden we zondaren rust geven buiten het geloof in Christus."
Beide uitspraken van ds. J.J. Eckeveld, gereformeerd predikant te Zeist
"„Wedergeboorte en geloof zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Zonder geloof geen bekering, zonder heiligmaking zal niemand de Heere zien."
"De weg om de zaligheid te ontvangen, is de weg van het ware geloof."
Ds. B. van der Heiden, gereformeerd predikant te Alblasserdam
"Ds. Van Aalst keerde zich tegen een onbewuste wedergeboorte. „Al kun je niet aangeven wanneer je wedergeboren wordt, je weet wel dat je eerst blind was en nu ziet. Het eerste kenmerk van een wedergeborene is dat hij ziet erbuiten te staan en dat hij altijd de Heere heeft tegengestaan. Wedergeboren te zijn zonder Christus te kennen is onmogelijk. Je kunt pas weten of je wedergeboren bent door de openbaring van Christus.â€
"Met hem ben ik van mening dat we wedergeboorte en geloof niet van elkaar mogen losmaken, want dan zouden we zondaren rust geven buiten het geloof in Christus."
Beide uitspraken van ds. J.J. Eckeveld, gereformeerd predikant te Zeist
"„Wedergeboorte en geloof zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Zonder geloof geen bekering, zonder heiligmaking zal niemand de Heere zien."
"De weg om de zaligheid te ontvangen, is de weg van het ware geloof."
Ds. B. van der Heiden, gereformeerd predikant te Alblasserdam
"Ds. Van Aalst keerde zich tegen een onbewuste wedergeboorte. „Al kun je niet aangeven wanneer je wedergeboren wordt, je weet wel dat je eerst blind was en nu ziet. Het eerste kenmerk van een wedergeborene is dat hij ziet erbuiten te staan en dat hij altijd de Heere heeft tegengestaan. Wedergeboren te zijn zonder Christus te kennen is onmogelijk. Je kunt pas weten of je wedergeboren bent door de openbaring van Christus.â€
Op 1 na opmerkingen waar niets op aan te merken kan zijn. Het is gelukkig niet zo dat alle predikanten in de GG een even sterke schematische prediking hebben, maar de invloed is wel groot. De uitspraak van ds. Karels kan me minder bekoren, omdat daar de ellendekennis een gelijke of zelfs grotere plaats wordt gegeven dan Christuskennis.
Ps.: het zijn geen Gereformeerde di., maar di. van de Ger. Gemeente
Ds. Van Aalst staat in Klaaswaal en niet meer in Ridderkerk.
Ps.: het zijn geen Gereformeerde di., maar di. van de Ger. Gemeente
Ds. Van Aalst staat in Klaaswaal en niet meer in Ridderkerk.
Gisteravond bij de ger.gem van mijn woonplaats geweest, daar preekte ds. Hoogerland uit Drachten. ’t Ging over de zondvloed. Hij heeft mooie dingen gezegd, maar helaas ook de bekende mindere dingen. Ik walg er zo van als een dominee het telkens over Godsvolk heeft. Godsvolk dit en Godsvolk zus. Vandaag was ik een boekhandel en daar viel mijn oog op de titel “De wegen van des HEEREN volkâ€
Liever Turks dan Paaps
Wie helpt mij???Oorspronkelijk gepost door Pied
Ja, maar nu het antwoord nog.
Ik weet het zo niet Pied.
Maar ik vind dat we niet de hele ger. gem. in prullenbak moeten gooien. Die kerk van Kislev is bijzonder triest en die van Rijssen denk ik ook, zo het boek van ds. Hegger te lezen.
Ik walg van hun leerstelsel. Maar ze beginnen iig. met begin. In het paradijs! Dat hoor ik bij mij in de kerk zelden. Bij mij hebben ze het alleen over, wat ze in de ger. gem. missen.
Bij ons alleen maar Evangelie. Bij de ger. gem. alleen maar Wet.
Waar heeft het Evangelie nut? Waar de zonde gepreekt wordt.
Waar is genade?
Waar het strenge rechtsgeding gepreekt wordt.
Die Wet moet gepreekt worden! Maar zeker het Evangelie! Wet en Evangelie gaan hand in hand. Onmisbaar!
"Want het gebod is een lamp, en de wet is een licht, en de bestraffingen der tucht zijn de weg des levens;"
"Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn."
Liever Turks dan Paaps
Dan zijn beide kerken valse kerken.
Of het boekje van Hegger is vals (wie klaagt er nu de Vader aan?).
Of de informatie die Kislev geeft is sterk persoonlijk gekleurd. Maar dat zal wel niet, want hij is er zelf helemaal niet sterk bij betrokken, toch? Bovendien heeft "hoor en wederhoor" die mogelijkheid al totaal uitgesloten.
Dus is de GG een valse kerk, zoals uit deze discussie duidelijk gebleken is.
Toch?
Of het boekje van Hegger is vals (wie klaagt er nu de Vader aan?).
Of de informatie die Kislev geeft is sterk persoonlijk gekleurd. Maar dat zal wel niet, want hij is er zelf helemaal niet sterk bij betrokken, toch? Bovendien heeft "hoor en wederhoor" die mogelijkheid al totaal uitgesloten.
Dus is de GG een valse kerk, zoals uit deze discussie duidelijk gebleken is.
Toch?