Afgewezen schreef:De door jou geciteerde beloften zijn inderdaad alleen voor de uitverkorenen, de 'kinderen der beloftenis', zoals Paulus ze noemt in Rom. 9.
Op basis waarvan maak je het onderscheid? Hoe bepaal je, welke belofte wie geldt?
Waarom niet het calvinistische onderscheid: Allen aangezegd/aangeboden/beloofd, in de uitverkorenen tot vervulling gekomen?
Ander schreef:Ik heb toch wel de kanttekenaren aan mijn zijde in mijn visie. Vind jij dat de kanttekenaren de Bijbel in deze visie naar hun eigen hand zetten?
Ik vind inderdaad dat de kanttekenaren in sommige gevallen de nuchtere Schriftuitleg van Calvijn missen, en teveel aan het dogmatiseren zijn los van de tekst.
Ander schreef:De tweede vraag: hoe kijk je nu aan tegen wat ik heb laten zien uit het Schatboek. Die zeggen duidelijk wat anders dan jij zegt. Heeft Ursinus het ook mis?
M.i. lees je het Schatboek los van het feit, dat de vragensteller in de HC een gelovige is. Daaruit conclusies trekken voor ongelovigen, is m.i. geen recht doen aan het Schatboek. Daarbij geldt ook de vraag: Wat houdt de Verbondsvisie van het Schatboek in, hoe zijn alle gedoopte kinderen volgens het Schatboek in het verbond, etc.
Ander schreef:Voorwaardelijk wanneer er een voorwaarde gesteld wordt (Ex. 19), onvoorwaardelijk wanneer er geen voorwaarde gesteld wordt (Jer. 31). En de onvoorwaardelijke beloften zijn dan gericht op Christus en in Hem Zijn verkoren Kerk. Dat is zuiver, naar de Schrift.
Dus: Alle onvoorwaardelijke beloften zijn alleen voor de uitverkorenen. Prima dat je dat stelt. Maar wat is je Schriftuurlijke onderbouwing ervan? Want mij komt het meer over als een noodspro
Ander schreef:Dan over wat je schrijft: De onvoorwaardelijke beloften, de beloften des eeuwigen levens, zijn vermaakt aan de uitverkorenen. En dat kan alleen in Christus. De Erskines/Fisher spreken er in 'het verbond der genade' ook zo over. De voorwaardelijke beloften wijzen een weg aan waarin gedeeld mag worden in de beloften van eeuwig leven.
Kun je dit onderbouwen met citaten?
Ander schreef:Afgewezen schreef:Ander schreef:Afgewezen schreef:Ik denk overigens dat we niet te veel met dit soort termen moeten schermen. De Bijbel doet het zelf ook niet en het werkt alleen maar verwarring in de hand.
Ze op één hoop gooien en ze voor iedereen laten gelden werkt ook wel wat verwarring in de hand, dunkt me.
Nee, dat moet ook niet. Maar je moet de termen 'voorwaardelijk' en 'onvoorwaardelijk' ook met wiskundige precisie willen toepassen.
Dan loop je ook weer ergens vast.
Ik denk echter dat wanneer we op een juiste manier omgaan met voorwaardelijke/onvoorwaardelijke beloften de aanbodsdiscussie ook niet meer nodig is.
Ik zou zeggen: Ik ben benieuwd naar een poging die recht doet aan heel de Schrift. Want alle beloften die het werk van God aan de zondaar beloven alleen reserveren, zie ik meer als exegetische willekeur, dan als een serieus de Schrift laten spreken.
Volgens mij doet het calvinistische onderscheid tussen belofte en vervulling de Schrift het meeste recht. Allen aangezegd/beloofd/aangeboden, in de uitverkorenen (degenen die komen, degenen die geloven) vervult.
Ander schreef:
Voorwaardelijk wanneer er een voorwaarde gesteld wordt (Ex. 19), onvoorwaardelijk wanneer er geen voorwaarde gesteld wordt (Jer. 31). En de onvoorwaardelijke beloften zijn dan gericht op Christus en in Hem Zijn verkoren Kerk. Dat is zuiver, naar de Schrift.
Kun je onderbouwen, op basis van de Schrift, dat de onvoorwaardelijke beloften alleen aan de uitverkoren Kerk toegezegd worden? Of is dat een redenering, die niet uit de Schrift komt (die immers deze onvoorwaardelijke beloften soms hetzelfde adres meegeeft, in exact dezelfde bewoordingen, als een voorwaardelijke belofte), en slechts het product is van een inpassen van Bijbelteksten in ons dogmatische systeem.