Willem schreef:De spiegel die ons voorgehouden wordt is niet een spiegel die ons toont hoe de buitenwereld tegen ons aankijkt. Die spiegel die ons in dit boek wordt voorgehouden is de uitwerking van wat Jeremia schrijft: "De wijzen zijn beschaamd, verschrikt en gevangen; ziet, zij hebben des HEEREN woord verworpen, wat wijsheid zouden zij dan hebben?" Het boek spiegelt ons eigen goddeloze hart zonder de weerhoudende genade.
Je bedoelt: als we verstoken zijn van weerhoudende genade schrijven we ook zulke boeken?
Overigs wil ik wel een kanttekening plaatsen bij suggestie die hier wordt opgeworpen dat wij als christenen blijkbaar een karikaturaal beeld richting de buitenwereld hebben en dat het boek ons daar pijnlijk duidelijk op attendeert. Hoewel deze typering zeker de aandacht verdient is de allereerste - en belangrijkste - reden van het verwrongen en negatieve beeld wat uit het boek spreekt toch de haat van de goddeloze tegen alles wat - al is het ook maar in de verste verte - christelijk is of er zelfs maar op lijkt. Met andere woorden, al zou de beschreven groep in het boek volmaakt leven conform de Bijbel dan zou het boek waarschijnlijk nog veel meer haat en leugens bevatten.........
Dus hoe meer haat en leugens, hoe beter de groep leeft.
Niet de naamchristenen of de werelburger met wat godsdienst wordt vervolgd en belasterd maar de echte christen die de vruchten van het geloof in de dadelijkheid uit genade mag beoefenen wordt vervolgd...... Hoe meer Jezus zichtbaar is in een christen hoe groter de haat....
Derhalve is het m.i. zinloos om te bekijken of en hoe de wereld ons ziet. Laten we ons maar afvragen hoe God ons ziet. Met de notie uit Johannes: "Gedenk des woords, dat Ik u gezegd heb: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren"
Daarom is dat spiegel-verhaal een onzinverhaal, zoals door meerderen hier beaamd wordt. Door dit op te werpen spaar je weer waar het werkelijk omgaat: je eigen hart. 't Is een veilige manier van iets niet te dichtbij laten komen, dunkt me. Laten we in plaats van zulke spiegels de spiegel van Gods Woord bestuderen, neem dan bijv. psalm 14.