PvS schreef:Bert Mulder schreef:eilander schreef:
Helemaal eens. En wanneer is dat? Moeten we daarin dan maar afwachten? Nee!
Ik zeg, met Ds. van der Groe, dat we onze kinderen als gelovigen zijnde moeten behandelen.... dus als zijnde levend, en niet dood.
Ik betwijfel of Van der Groe het zo zegt, Bert.
Het 'heilig' zijn waar VdGr. over schrijft betekent 'afgezonderd' zijn van de wereld.
Citaat V.d. Groe preek over de doop, blz. 49:
Uit al dit voorgestelde besluiten we dan nu, als een vaste en ontwijfelbare waarheid, dat men den Heiligen Doop niet alleen vrijelijk mag, maar ook moet bedienen aan de kleinste kinderen der geloovigen, en dat men hen in den doop en na denzelven moet houden en aanmerken als ware bondgenoten Gods.
Doch hier hebben wij, eer wij eindigen, nog dit volgende tot onderwijzing onzer Toehoorders bij te voegen:
1. Aangaande de kracht en werking, die de uitwendige waterdoop op de zielen der gedoopte kinderen heeft. Niemand denke, alsof die uiterlijke doop eenige verandering of verbetering maakt in het harte der kinderen; of hun eenigerhande genade aanbrengt, die zij tevoren niet hadden.
Neen, geenszins, geliefden!
De doop laat de kinderen zooals zij zijn, en heeft niet anders dan een beteekende en verzegelende kracht.
Hij beteekent en verzegelt de uitverkoren kinderen de beloften en dierbare weldaden van Gods Verbond, als daar zijn: de wedergeboorte, geloof, bekeering, afwassching der zonden, enz.
Welke weldaden des Verbonds de kleine kinderen, wanneer zij gedoopt worden, óf reeds dadelijk op een verborgene wijze in beginsel bezitten, óf nog in het toekomende, uit kracht van Gods eeuwige verkiezing en Verbondsbeloften zullen ontvangen.
Want het kan zijn, alhoewel het zeer zelden geschiedt, en door geen uiterlijke blijken kan getoond worden, dat een kind van geloovige ouders, reeds zodra het gedoopt wordt, waarlijk genade heeft, en een beginsel van wedergeboorte, geloove en dadelijke heiliging.
De Heilige Schrift levert ons voorbeelden op van zoodanige kinderen, die van hunne geboorte af van den Heere begenadigd en geheiligd waren.