Johann Gottfried Walther schreef:Dr. Maarten Luther wanneer zullen we ons bekeren?
-Doe het de dag voor je sterven.
Maar we weten niet wanneer wij sterven.
-Doe het dan vandaag (heden)
Mensen, vooral mensen die onder de Waarheid zijn grootgebracht, verschuilen zich nogal eens achter:
"ik kan me toch niet bekeren", of: "Dat is toch een Godswerk!"
Dat is 100 % waar... En toch, de meeste mensen zijn er zich niet van bewust dat ze dit uit vijandschap zeggen.
Aan de andere kant is het onze dure plicht om ons te bekeren.
Dit te moeten en daarover de strijd in jezelf te voelen, een strijd die je elke dag weer verliest, dat zou ons toch
in de klem moeten zetten. We zullen het wel ervaren: We zitten gevangen in de strikken van onze vader, wiens
wil we doen, de overste van deze wereld.
Er schijnt tegenwoordig ook geloof te zijn dat deze strijd niet zo kent. Mens wijst vaak op Lydia en de stokbewaarder.
Dat is ook waar, maar ook Lydia is door Recht verlost. Ook Lydia moest sterven aan alles van haar zelf.
Daarin ligt ook de vrijmacht van de Heere.
Gisteren een preek over Psalmen 116 vers 3 en 4
De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en
droefenis. Maar ik riep den Naam des HEEREN aan, zeggende: Och, HEERE, bevrijd mijn ziel.
In deze psalm zien we het hele leven van de Kerk: Ellende, verlossing en dankbaarheid.
Ook in de Brief aan de Romeinen is deze orde helder getekend.
We moeten er wel achter komen dat we gevangen van de overste van deze wereld zijn, dat we niet anders kunnen
(en willen) dan naar zijn wil doen. En dan lees dat dit een innerlijke strijd veroorzaakt: Ik ellendig mens, wie zal mij
verlossen van het lichaam der zonde en des doods? En: Het goede wat ik wil doe ik niet maar het kwade, wat ik níet wil,
dát doe ik.
Ik Psalm 116 lezen we van het zuivere kenmerk, het verschil tussen het werk Gods en de algemene overtuiging:
Kaïn vluchtte van de Heere weg, werd wanhopig en vond uiteindelijk geen ware rust en vrede.
Hier is wel een overtuiging maar die gaat niet gepaard met droefenis. Men wil wel zalig worden, maar de nauwe
weg der wedergeboorte is te eng. Men komt op de weg, niet als een hulpeloos kind, maar als een kind dat zichzelf
wel kan redden. Zo is het toch in de praktijd die we nu in onze kerken om ons heen zien? Ze lijken te leven en
zijn nog nooit gestorven. De smarten van de wedergeboorte worden weggewimpeld met te wijzen op Lydia en
de stokbewaarder. En toch: Waar een mens niet met de liefde tot zijn Maker wordt bedeeld, en de smarten van de
zonde niet recht kent, die moet verloren gaan. Tenzij iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods]
niet zien. Dat was ook de leer der Reformatoren: Hoe kromp de ziel van Luther ineen als hij dacht aan de rechtvaardigheid
Gods. Zou dat nu niet meer gekend hoeven te worden? Zouden we nu het geloof kunnen pakken, ja en dan menen
het te hebben?
Ik vrees dat er veel onheilig drijven is tot geloof, dat is er altijd geweest, Denk hierbij ook aan de tegenpartij in de
Heidelberger Catechismus. Wat wordt het daar ook helder klaar en nauw aangelegd.
Wat zou dr. Martinus Luther hiermee bedoeld hebben?
Wanneer zullen we ons bekeren?
-Doe het de dag voor je sterven.
Maar we weten niet wanneer wij sterven.
-Doe het dan vandaag (heden)
Het is de zuivere reformatorische leer: Bekeert u, want waarom zou u sterven?
Heden, indien gij Zij stem hoort! En: Zo ik lust heb in de dood van de goddeloze,
maar daarin heb ik lust, dat hij zich bekere en leve. Dan komt weer de vraag:
Wil een natuurlijk mens dit? Met behoud van Gods Recht? Immers neen?
We willen niet sterven, en daar gaat het toch heen?
Als we zo deze paar zinnetjes uit een gesprek met Luther horen kan dat wel een heel vertekend beeld geven,
Een beeld dat helemaal aansluit bij de mens die niet door Recht verlost wil worden en dat Recht in feite ook niet
lief heeft.
Toch zal ik geenszins die waarheid betwisten: Heden! zo gij Zijn stem hoort! Dat is de eis der bekering.
Een rechtvaardige eis. Ik wordt weer aan alle kanten aangevochten: posten of niet? Ik weet het niet, ik weet een ding:
We zijn echt geen goede mensen die zo welwillend zullen geloven. Echt, een weinig ontdekking doet kennen dat we niet
anders dan briesende vijanden. Ik kan maar niet jaloers worden op mensen die het altijd maar hebben en weten zijn,
en de godsdienst maakt het tot een mikpunt van spot. Ik denk soms dat ik nog wat teveel van het ware leven heb gezien.
Net als onze oude predikers, die deze leer toch zo onderscheiden brachten. We weten het nu immers beter? En zo moeilijk
is het toch niet om te geloven? En... we willen wel leven, maar ik vrees wel eens dat we wars zijn om te leren te sterven.
En dan hoef ik degene die dit schrijft niet voorbij te gaan. En ik denk dat het waar is: Elk waar kind van God kan het een
ander niet gewonnen geven wie de grootste der zondaren is. Lees het dan maar en spot dan maar! Het is niet anders.
Sorry mensen, ik was weer niet van plan om te reageren, maar het is zo eenzijdig: Hier en ook van Gods kant.
Hier is het de kant van ons geloven. Maar ons geloven (historisch geloven) is tekort: Ook de duivelen geloven, en
zij sidderen: Die weten meer dan de mens van nature.