Mara schreef:

theoloog schreef:

Mara schreef:Jona wilde zelfs niet ! Waarom kwam hij anders in de buik van de walvis terecht ?

De vraag in Jona is. Wie komen bekeren zich nu eigenlijk allemaal? Probeer daar eens een antwoord op te vinden.

Staat in deze zin soms een tikfoutje ??
Wie komen, bekeren zich ?
Waarom zou ik komen ?
Ik leef goed, ga naar de kerk, ben goed voor mn naaste, kortom, waarom heb ik een nieuw hart nodig ?

Beste Mara. Het gaat nog even niet over toepassing. Het gaat om simpel even Jona doorlezen. Nogmaals de vraag: wie bekeren zich in het boek Jona?

theoloog schreef:

Mara schreef:

theoloog schreef:

Mara schreef:Jona wilde zelfs niet ! Waarom kwam hij anders in de buik van de walvis terecht ?

De vraag in Jona is. Wie komen bekeren zich nu eigenlijk allemaal? Probeer daar eens een antwoord op te vinden.

Staat in deze zin soms een tikfoutje ??
Wie komen, bekeren zich ?
Waarom zou ik komen ?
Ik leef goed, ga naar de kerk, ben goed voor mn naaste, kortom, waarom heb ik een nieuw hart nodig ?

Beste Mara. Het gaat nog even niet over toepassing. Het gaat om simpel even Jona doorlezen. Nogmaals de vraag: wie bekeren zich in het boek Jona?

Een dominee zei eens: Een mens kan zich bekeren (zoals de Ninevieten op dat moment deden), maar alleen God kan wederbaren (zoals ik al eens eerder quote)

albion schreef: Een dominee zei eens: Een mens kan zich bekeren (zoals de Ninevieten op dat moment deden), maar alleen God kan wederbaren (zoals ik al eens eerder quote)

Waarom zou de bekering van de Ninevieten en de mannen op die boot niet echt zijn?

Lukas 11:32 De mannen van Nineve, zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht, en zullen hetzelve veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jonas; en ziet, meer dan Jonas is hier!

dit lijkt mij toch wel het bewijs van de echtheid van de bekering van de Ninevieten

theoloog schreef:

albion schreef: Een dominee zei eens: Een mens kan zich bekeren (zoals de Ninevieten op dat moment deden), maar alleen God kan wederbaren (zoals ik al eens eerder quote)

Waarom zou de bekering van de Ninevieten en de mannen op die boot niet echt zijn?

In ieder geval is Nineve later alsnog verwoest.

helma schreef:Lukas 11:32 De mannen van Nineve, zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht, en zullen hetzelve veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jonas; en ziet, meer dan Jonas is hier!

dit lijkt mij toch wel het bewijs van de echtheid van de bekering van de Ninevieten

Alle Ninevieten?

Willem schreef:

theoloog schreef:

albion schreef: Een dominee zei eens: Een mens kan zich bekeren (zoals de Ninevieten op dat moment deden), maar alleen God kan wederbaren (zoals ik al eens eerder quote)

Waarom zou de bekering van de Ninevieten en de mannen op die boot niet echt zijn?

In ieder geval is Nineve later alsnog verwoest.

Stel je voor dat NL nu zou worden verwoest om zijn zonden, dan kun je toch de vorige generatie niet daarvan de schuld geven!

albion schreef:

helma schreef:Lukas 11:32 De mannen van Nineve, zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht, en zullen hetzelve veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jonas; en ziet, meer dan Jonas is hier!

dit lijkt mij toch wel het bewijs van de echtheid van de bekering van de Ninevieten

Alle Ninevieten?

Albion je doet nu iets heel raars. Jij gaat twijfelen aan de bekering van mensen, terwijl Jezus hen ten voorbeeld stelt. In het boek Jona bekeert iedereen zich --> allemaal heidenen!!! en na één wonder en één preek en de Joodse profeet Jona die bekeert zich niet. Nee hij roept zelfs God ter verantwoording. Niet gek natuurlijk, want in 2 Kon. 14 lezen we dat Jona mocht profeteren dat Israel zijn land zou terugveroveren. De grootste bedreiging tegen die profetie vormden de Assyriërs met als hoofdstad Nineve. Als God hen zou vernietigen waren ze in één klap van een ontzagwekkende dreiging. Net zo iets als nu vandaag Iran tegenover Israel. De Assyriërs waren bovendien buitensporig wreed met hun eerste fulltime beroepsleger in de geschiedenis.

De bekeringen van de scheepslui en Nineve staan in schril contrast met Israel wat tientallen profeten en honderden profetieën later nog steeds niet luisterde! Dat is de boodschap van het boek van de ongehoorzame en maar niet tot bekering te krijgen profeet Jona.

theoloog schreef:
De bekeringen van de scheepslui en Nineve staan in schril contrast met Israel wat tientallen profeten en honderden profetieën later nog steeds niet luisterde! Dat is de boodschap van het boek van de ongehoorzame en maar niet tot bekering te krijgen profeet Jona.

Dus jij wil beweren dat Jona géén kind van God was, en dus niet bekeerd? Lees dan eens in Jona 1:9 nl:
En hij zeide tot hen: Ik ben een Hebreer; en ik vreze den Heere, den God des hemels, Die de zee en het droge gemaakt heeft.

Jona in den vis. Zijn gebed om verlossing

En Jona bad tot den Heere, zijn God, uit het ingewand van den vis.
En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den Heere, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem.
Want Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zeeen, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen.
En ik zeide: Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen.
De wateren hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd gebonden.
Ik was nedergedaald tot de gronden der bergen; de grendelen der aarde waren om mij henen in eeuwigheid; maar Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o Heere, mijn God!

Kan iemand mij uitleggen wat de volgende tekst betekent?
Prediker 11:1-6 (Statenvertaling (Dutch))Werp uw brood uit op het water en gij zult het vinden na veje dagen
Ik loop er al dagen mee te tobben maar kom er niet uit.......

Je moet het zaad van het Woord (het hemels manna; of brood) strooien; getuige van het Evangelie zijn.
De Heere zal dan geven dat het vruchten voortbrengt.
Je moet dus overal een getuige zijn; maar de vrucht ..dat is Gods werk

Mariavt schreef:

theoloog schreef:
De bekeringen van de scheepslui en Nineve staan in schril contrast met Israel wat tientallen profeten en honderden profetieën later nog steeds niet luisterde! Dat is de boodschap van het boek van de ongehoorzame en maar niet tot bekering te krijgen profeet Jona.

Dus jij wil beweren dat Jona géén kind van God was, en dus niet bekeerd? Lees dan eens in Jona 1:9 nl:
En hij zeide tot hen: Ik ben een Hebreer; en ik vreze den Heere, den God des hemels, Die de zee en het droge gemaakt heeft.

Jona in den vis. Zijn gebed om verlossing

En Jona bad tot den Heere, zijn God, uit het ingewand van den vis.
En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den Heere, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem.
Want Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zeeen, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen.
En ik zeide: Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen.
De wateren hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd gebonden.
Ik was nedergedaald tot de gronden der bergen; de grendelen der aarde waren om mij henen in eeuwigheid; maar Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o Heere, mijn God!

Ik zeg niet dat Jona geen kind van God is, maar of Hij in het boek ook werkelijk naar God luistert en op Gods weg is, dat betwijfel ik ten zeerste. Ik zal je dat proberen uit te leggen.

De opmerking uit Jona 1 is volledig misplaatst als je je even de situatie voorstelt. Er zijn een heel aantal zeelui die door toedoen van Jona in doodsnood verkeren en vervolgens zegt Jona doodleuk tegen deze mensen dat Hij God dient die hemel, zee en land gemaakt heeft. Deze mensen leefden bij het idee dat ieder land en iedere plek zijn eigen godheid had. Zo was Jona ook gevlucht voor zijn God. Redelijk normaal in de ogen van de kapitein. Je kwam daarmee immers buiten de invloedsfeer van jouw godheid. Het is hier de toon die de muziek maakt. Jona steekt in deze situatie zijn duimen achter zijn revers en zegt dat Hij een Hebreeër is, die een God dient die alles, dus ook de zee gemaakt heeft. Waarom vlucht je dan voor Hem, is de terechte vraag van deze scheepslui. Bovendien zegt Jona en het lijkt een heldendaad: gooi mij maar overboord. Hij wil nog steeds niet naar Nineveh!!!

In de vis zingt hij een prachtige psalm, maar er is niets wat wijst op echt berouw. Hij heeft alleen diep zelfmedelijden, terwijl het nog heel vroom klinkt ook. Als God hem redt zal hij naar de tempel gaan, i.p.v. naar Nineveh!!! Opmerkelijk is dat God hem, na het uitspugen door de vis, niet eens de gelegenheid geeft om in de tempel een dankoffer te gaan brengen. God stuurt hem opnieuw naar Nineveh. Je ziet hem daar met veel tegenzin lopen: nog veertig dagen en de stad Nineveh zal worden omgekeert, nog veertig dagen... enz. Je hoort als het ware zijn zeurdige toontje. Hopelijk gaat het gebeuren, dat is wat Jona denkt. Hij gaat vervolgens de bergen in, zitten wachten. Hij is kwaad op God dat Die niet ingrijpt. Heb je ooit zo'n profeet gezien, die boos is als zijn prediking resultaat heeft. Dat is Jona ten voeten uit.

De vraag die overblijft: wie bekeren zich in het boek Jona? Jona in ieder geval niet. Of toch wel... Het boek heeft nl. een open einde. Jij mag het verder invullen.

Mooi intervieuw in de terdege met ds Uitslag.

theoloog schreef:

Mariavt schreef:

theoloog schreef:
De bekeringen van de scheepslui en Nineve staan in schril contrast met Israel wat tientallen profeten en honderden profetieën later nog steeds niet luisterde! Dat is de boodschap van het boek van de ongehoorzame en maar niet tot bekering te krijgen profeet Jona.

Dus jij wil beweren dat Jona géén kind van God was, en dus niet bekeerd? Lees dan eens in Jona 1:9 nl:
En hij zeide tot hen: Ik ben een Hebreer; en ik vreze den Heere, den God des hemels, Die de zee en het droge gemaakt heeft.

Jona in den vis. Zijn gebed om verlossing

En Jona bad tot den Heere, zijn God, uit het ingewand van den vis.
En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den Heere, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem.
Want Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zeeen, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen.
En ik zeide: Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen.
De wateren hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd gebonden.
Ik was nedergedaald tot de gronden der bergen; de grendelen der aarde waren om mij henen in eeuwigheid; maar Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o Heere, mijn God!

Ik zeg niet dat Jona geen kind van God is, maar of Hij in het boek ook werkelijk naar God luistert en op Gods weg is, dat betwijfel ik ten zeerste. Ik zal je dat proberen uit te leggen.

De opmerking uit Jona 1 is volledig misplaatst als je je even de situatie voorstelt. Er zijn een heel aantal zeelui die door toedoen van Jona in doodsnood verkeren en vervolgens zegt Jona doodleuk tegen deze mensen dat Hij God dient die hemel, zee en land gemaakt heeft. Deze mensen leefden bij het idee dat ieder land en iedere plek zijn eigen godheid had. Zo was Jona ook gevlucht voor zijn God. Redelijk normaal in de ogen van de kapitein. Je kwam daarmee immers buiten de invloedsfeer van jouw godheid. Het is hier de toon die de muziek maakt. Jona steekt in deze situatie zijn duimen achter zijn revers en zegt dat Hij een Hebreeër is, die een God dient die alles, dus ook de zee gemaakt heeft. Waarom vlucht je dan voor Hem, is de terechte vraag van deze scheepslui. Bovendien zegt Jona en het lijkt een heldendaad: gooi mij maar overboord. Hij wil nog steeds niet naar Nineveh!!!

In de vis zingt hij een prachtige psalm, maar er is niets wat wijst op echt berouw. Hij heeft alleen diep zelfmedelijden, terwijl het nog heel vroom klinkt ook. Als God hem redt zal hij naar de tempel gaan, i.p.v. naar Nineveh!!! Opmerkelijk is dat God hem, na het uitspugen door de vis, niet eens de gelegenheid geeft om in de tempel een dankoffer te gaan brengen. God stuurt hem opnieuw naar Nineveh. Je ziet hem daar met veel tegenzin lopen: nog veertig dagen en de stad Nineveh zal worden omgekeert, nog veertig dagen... enz. Je hoort als het ware zijn zeurdige toontje. Hopelijk gaat het gebeuren, dat is wat Jona denkt. Hij gaat vervolgens de bergen in, zitten wachten. Hij is kwaad op God dat Die niet ingrijpt. Heb je ooit zo'n profeet gezien, die boos is als zijn prediking resultaat heeft. Dat is Jona ten voeten uit.

De vraag die overblijft: wie bekeren zich in het boek Jona? Jona in ieder geval niet. Of toch wel... Het boek heeft nl. een open einde. Jij mag het verder invullen.

Sjonge, zo'n alternatieve exegese heb ik nog nooit gehoord. Je bedoelt eigenlijk: wat er in de Bijbel staat is niet echt waar, je moet door de woorden heen lezen wat er echt bedoeld wordt?

Erasmiaan schreef:

theoloog schreef:

Mariavt schreef:

theoloog schreef:
De bekeringen van de scheepslui en Nineve staan in schril contrast met Israel wat tientallen profeten en honderden profetieën later nog steeds niet luisterde! Dat is de boodschap van het boek van de ongehoorzame en maar niet tot bekering te krijgen profeet Jona.

Dus jij wil beweren dat Jona géén kind van God was, en dus niet bekeerd? Lees dan eens in Jona 1:9 nl:
En hij zeide tot hen: Ik ben een Hebreer; en ik vreze den Heere, den God des hemels, Die de zee en het droge gemaakt heeft.

Jona in den vis. Zijn gebed om verlossing

En Jona bad tot den Heere, zijn God, uit het ingewand van den vis.
En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den Heere, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem.
Want Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zeeen, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen.
En ik zeide: Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen.
De wateren hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd gebonden.
Ik was nedergedaald tot de gronden der bergen; de grendelen der aarde waren om mij henen in eeuwigheid; maar Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o Heere, mijn God!

Ik zeg niet dat Jona geen kind van God is, maar of Hij in het boek ook werkelijk naar God luistert en op Gods weg is, dat betwijfel ik ten zeerste. Ik zal je dat proberen uit te leggen.

De opmerking uit Jona 1 is volledig misplaatst als je je even de situatie voorstelt. Er zijn een heel aantal zeelui die door toedoen van Jona in doodsnood verkeren en vervolgens zegt Jona doodleuk tegen deze mensen dat Hij God dient die hemel, zee en land gemaakt heeft. Deze mensen leefden bij het idee dat ieder land en iedere plek zijn eigen godheid had. Zo was Jona ook gevlucht voor zijn God. Redelijk normaal in de ogen van de kapitein. Je kwam daarmee immers buiten de invloedsfeer van jouw godheid. Het is hier de toon die de muziek maakt. Jona steekt in deze situatie zijn duimen achter zijn revers en zegt dat Hij een Hebreeër is, die een God dient die alles, dus ook de zee gemaakt heeft. Waarom vlucht je dan voor Hem, is de terechte vraag van deze scheepslui. Bovendien zegt Jona en het lijkt een heldendaad: gooi mij maar overboord. Hij wil nog steeds niet naar Nineveh!!!

In de vis zingt hij een prachtige psalm, maar er is niets wat wijst op echt berouw. Hij heeft alleen diep zelfmedelijden, terwijl het nog heel vroom klinkt ook. Als God hem redt zal hij naar de tempel gaan, i.p.v. naar Nineveh!!! Opmerkelijk is dat God hem, na het uitspugen door de vis, niet eens de gelegenheid geeft om in de tempel een dankoffer te gaan brengen. God stuurt hem opnieuw naar Nineveh. Je ziet hem daar met veel tegenzin lopen: nog veertig dagen en de stad Nineveh zal worden omgekeert, nog veertig dagen... enz. Je hoort als het ware zijn zeurdige toontje. Hopelijk gaat het gebeuren, dat is wat Jona denkt. Hij gaat vervolgens de bergen in, zitten wachten. Hij is kwaad op God dat Die niet ingrijpt. Heb je ooit zo'n profeet gezien, die boos is als zijn prediking resultaat heeft. Dat is Jona ten voeten uit.

De vraag die overblijft: wie bekeren zich in het boek Jona? Jona in ieder geval niet. Of toch wel... Het boek heeft nl. een open einde. Jij mag het verder invullen.

Sjonge, zo'n alternatieve exegese heb ik nog nooit gehoord. Je bedoelt eigenlijk: wat er in de Bijbel staat is niet echt waar, je moet door de woorden heen lezen wat er echt bedoeld wordt?

Ik begrijp niet zo goed wat je met deze opmerking bedoeld. Het zou voor je pleiten als je inderdaad eens gaat lezen wat er in Jona staat. Zomaar een zorgvuldige exegese onderuit schoffelen op basis van het onbekend-maakt-onbemind-principe staat je niet zo netjes. Mijn vraag is aan te wijzen waar ik niet echt gewoon lees wat er staat. Dat zal moeilijk worden als je Jona in zijn geheel leest. Als je bv. Jona 2 loskoppelt uit het hele boek dan kun je misschien het nog als positief beoordelen. Echter binnen de context (wij hadden toch altijd Schrift met Schrift vergelijken hoog in het vaandel staan) kan ik tot geen andere conclusie komen.