Hendrikus schreef:Het tempo in het voorbeeld van Swee is niet heel langzaam. Er zijn genoeg gemeenten die veel langzamer zingen.
Moeilijk om te begeleiden? Helemaal niet. Niet-ritmische samenzang geeft de organist alle ruimte om creatief te zijn, je moet toch wat om het ontbreken van het ritme te compenseren. Wie dat smaakvol doet, heeft hier alle mogelijkheden om met accoorden te “kleuren”. Een niet-ritmische psalm in een gedragen tempo, begeleid met de accoorden zoals die horen bij een ritmische psalm uit de reformatietijd (Goudimel bijvoorbeeld), dát is niet om aan te horen. [Maar het is ook niet om aan te horen als men een ritmische psalm gaat begeleiden met allerlei sappige accoorden die uit de niet-ritmische sfeer afkomstig zijn…]
Het late inzetten van de gemeente is een typisch bijverschijnsel van de niet-ritmische gemeentezang. Je merkt ook dat dat het grootste knelpunt is als een gemeente overschakelt naar ritmisch zingen: dat ritme pikken de mensen nog wel een keer op, maar die passieve houding van “laat de organist maar eerst inzetten, wij komen daarna wel een keer”, die ben je zo nog niet kwijt. Je zult dat echt met de gemeente moeten communiceren, anders blijft het inzetten van de nieuwe regels altijd een probleem en wordt het dus nooit echt goed ritmisch. Dat late inzetten is puur gewenning, ’t is natuurlijk absoluut niet nodig.
Omlaag transponeren: het gebeurt wel eens, als de tekst daar aanleiding toe geeft. Maar ach, wanneer geeft de tekst nou echt aanleiding tot een modulatie? Het wordt zo gauw een effect, een kunstje. Veranderingen in de tekst kun je ook onderstrepen met een registratiewisseling. Maar ten diepste moeten organisten zich realiseren dat ze er zitten om de gemeentezang in goede banen te leiden, niet om de psalmtekst met geluidseffecten te illustreren.
Als mensen zo langzaam willen zingen: van mij mag het. Ik heb er alleen grote moeite mee wanneer men aan de manier van zingen meent te kunnen aflezen hoe rechtzinnig de gemeente is (en in de praktijk werkt het dan zo dat men zegt: hoe langzamer, hoe rechtzinniger) en ik maak bezwaar als men stelt dat langzaam en niet-ritmisch de juiste manier van zingen is. Laat duidelijk zijn dat dit een puur Hollandse traditie is, en dat Calvijn c.s. iets héél anders beoogden!
Dat heb je mooi uitgelegd, en ik kan me er geheel in vinden.
Zolang de organist beseft dat hij de gemeente dient te dienen, ontstaan er ook geen problemen.
Is de organist het met de gemeente, lees kerkenraad, niet eens, dan heeft hij maar één keus: vertrekken.
Tenslotte is de kerkenraad de werkgever van de organist (hetzij bezoldigd, hetzij onbezoldigd

)