Het lijkt me in elk geval wel een vruchtbare aanpak om te stellen hoe het wel moet i.p.v. de nadruk te leggen op hoe het niet moet.Afgewezen schreef: Mee eens, weet ik uit eigen ervaring.
Maar in de GG was vroeger een bloeiend geestelijk leven onder leespreken. Preken die wellicht lang niet altijd aanbodrijk genoeg waren. Hoe is dat nu?
Hoe komt het dat er zo weinig 'doorbrekend' werk is, ik bedoel, dat er mensen tot ruimte komen? En dat geldt niet alleen voor mensen die zich niets 'durven' toe te eigenen, maar ook voor mensen die echt in een ruim aanbod geloven.
Is dat alleen te wijten aan de prediking, of zijn er nog andere oorzaken?
Is het goed om bij het zien van dit probleem te gaan schimpen op een bepaalde soort prediking, waar, ik stem het meteen toe, in veel gevallen echt wel wat op aan te merken valt? Is dat een vruchtbare aanpak?
Wat betreft mensen die in een ruim aanbod geloven: die doen dat terecht, want zo openbaart God Zich in Zijn Woord. Hij is niet karig in Zijn aanbod, maar wij zijn te onwillend om Hem aan te nemen. Dat is vanwege de hardheid van ons hart, zoals Calvijn dat terecht opmerkt.
Als dat gebrek aan doorbrekend werk komt, omdat we denken dat het nog maar de vraag is of de Heere ons wel genadig wil zijn (en ik denk ook dat dit echt voorkomt in reformatorisch Nederland), dan moet dit radicaal afgesneden worden. Want aan Hem en aan Zijn bereidwilligheid ligt het niet.
Boston zegt dan ook heel treffend: "Christus is bereidwillig om in elk hart te komen. Waarom eist Hij geopende deuren als Hij niet bereidwillig was om naar binnen te gaan?".
McCheyne: "Hij is meer gereed om u te horen, dan u bent om te vragen".
Kohlbrugge: "Dit is dus de wil van God: onze behoudenis, en deze wil, dit welbehagen, moet gepredikt en gehandhaafd worden."
Matthew Henry: "Christus heeft niet alleen een volheid waaruit Hij ons kan voorzien, maar Hij wil dat ook doen."
Bavinck: "Gelijk het aanbod der genade Gods in Christus aan allen gepredikt moet worden, zo mag dat ook door allen met een kinderlijk geloof worden aangenomen. Dit geloof toch heeft zelf geen condities, welke de mens eerst vervullen moet, om te mogen geloven; ook heeft hij daarvoor geen bijzondere verzekering of openbaring nodig, want het recht en de vrijmoedigheid des geloofs zijn voor ieder in de Schrift, in de ernstige roeping Gods en in zijn ernstige belofte, om allen, die tot Hem komen en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven te schenken, overvloedig aanwezig".
Comrie: "Hij (Christus) is duizendmaal gewilliger, niet alleen om anderen, maar u in het bijzonder, wij gij ook zijt, te helpen, dan gij zijt om geholpen te worden".
John Owen: "Nothing but cursed obstinacy in sin and unbelief can suggest a thought unto our minds that He (=Christus) is not willing to receive us when we come unto him".
enz.
(je kunt veel van v.d. Zwaag zeggen, maar niet dat hij niet een aantal mooie citaten heeft verzameld, want uit z'n dikke citatenboek citeer ik nu even :mrgreen:.)