Re: Sabbat op zondag?
Geplaatst: 17 jul 2009, 11:26
Argument 1: De kruisiging op vrijdag en opstanding op zondagmorgen vroeg is in strijd met 'drie dagen en drie nachten'.
Antwoord:
1. We moeten schrift met schrift vergelijken. Dan valt op dat de schrift bijna steeds spreekt over de opstanding 'ten derden dage' of 'op de derde dag'. We moeten dus de dagen tellen, en zoals de joden dat doen is dat een inclusieve telling dus vanaf de begindag. De telling vrijdag = 1, zaterdag = 2 en zondag = 3 is hiermee in overeenstemming. De opvatting dat Christus op woensdag gestorven is en op zaterdag opgestaan, is hiermee in strijd, want dan zou Christus niet op de derde, maar op de vierde dag zijn opgestaan.
2. Het Hebreeuws kent geen woord voor etmaal. Drie dagen en drie nachten moeten we interpreteren als drie etmalen of delen van etmalen. De tegenwerping dat slechts twee nachten lagen tussen de vrijdag en de zondag is dan - vanuit de taal bezien - geen zwaarwegend probleem. Nog minder is dat een probleem bij de veel vaker voorkomende uitdrukking in het NT: ten derden dage.
Argument 2: De vrouwen deden inkopen volgens de Bijbel zowel vóór een sabbat als ná een sabbat. Dus er waren meerdere sabbatten of hoogtijdagen tussen de dood en opstanding van Christus.
Antwoord:
1. In de klassieke tijdrekening vormt dit argument geen enkel bezwaar. Op vrijdagmiddag laat kochten de vrouwen voor de eerste maal specerijen en zalven. Nadat de sabbat voorbijgegaan was en dat was reeds zaterdagAVOND het geval (dan is het namelijk géén sabbat meer volgens joodse tijdrekening!) deden zij opnieuw inkopen. Zo verklaard, zijn de evangelisten in volkomen overeenstemming. En vormt dit argument geen werkelijk argument tegen de klassieke tijdrekening.
2. In de opvatting dat Christus op woensdag zou zijn gekruisigd en op zaterdag opgestaan, is er echter juist een groot probleem. Want in die opvatting zijn er dan wel twee sabbatten geweest, namelijk op donderdag en op zaterdag, maar de grote vraag in deze opvatting is: WAAROM GINGEN DE VROUWEN DAN NIET TUSSEN DEZE SABBATTEN, NAMELIJK OP DONDERDAG NAAR HET GRAF? Hierop bestaat geen goed antwoord. Het zou betekenen dat de vrouwen pas twee dagen later dan de wet hun toestond naar het graf zijn gegaan, en pas op de vijfde dag (inclusieve tijdrekening) na de dood van Christus. Toen Martha vol schrik zei van Lazarus: Hij riekt nu al, zou dat naar op de opvatting der vrouwen nog meer gegolden moeten hebben voor Christus op de vijfde dag vanaf zijn dood. Het is onbestaanbaar dat mensen in een warm klimaat op de vijfde dag nog een dood lichaam willen zalven. Nogmaals: in deze opvatting hadden de vrouwen dit al twee dagen eerder kunnen doen zonder met de wet in strijd te komen, de vrouwen zouden dus in hoge mate nalatig zijn geweest. Kortom: deze opvatting is onbestaanbaar.
TEGENARGUMENTEN
1. De evangelisten noemen systematisch 'de eerste dag van de week'. Toevallig? Niets in de Schrift is toevallig. Hiermee verklaarden de evangelisten dat DIT de dag was die om deze reden gevierd werd als de DAG DES HEEREN. Nergens vinden we een andere dag in het NT dan de sabbat én de EERSTE DAG VAN DE WEEK. De weekdag van de kruisiging wordt niet nadrukkelijk genoemd, geen enkele andere dag, maar alleen WEL deze dag: de EERSTE DAG VAN DE WEEK. Een duidelijke aanwijzing van alle vier evangelisten voor de viering van de DAG DES HEEREN op de EERSTE DAG VAN DE WEEK.
2. Kleopas spreekt over dat het 'heden' de derde dag is vanaf dat al die dingen geschied waren. Sommige handschriften missen het woordje 'heden', maar dat verandert niets aan de betekenis. Met andere woorden: Kleopas noemt de zondag de de derde dag. Wat was dan de eerste dag? Juist, de vrijdag. Degenen die de woensdag stellen als dag van de kruisiging, hebben hier een probleem, want dan had Kleopas de zondag reeds de vijfde dag moeten noemen nadat al die dingen geschied waren.
3. Markus 16:9 spreekt wel degelijk over de eerste dag van de week als de opstandingsdag van Christus. Het is niet zo dat zo maar even een komma verplaatst kan worden waarmee deze tijdsaanduiding alleen betrekking heeft op de verschijningen. In de Griekse tekstedities staat trouwens helemaal geen komma, de tijdsaanduiding is duidelijk en het is erg geforceerd om deze aanduiding alleen op te vatten als tijdsaanduiding op wat verder volgt in het vers in plaats van voor het hele vers. De tijdsaanduiding staat bovendien in het Grieks DIRECT na 'en opgestaan zijnde' zonder enig tussenliggend woord.
4. We hebben de term 'Dag des Heeren' (Openbaring 1:10) of beter vertaald: 'De Heer-dag' (absoluut een andere term dan in het oude testament) en ook overeenkomstig de termen 'avondmaal des Heeren' (in de Bijbel), maar ook 'gebed des Heeren' in de kerkvaders. We weten uit de directe opvolgers van de apostelen (zoals Ignatius in zijn brief aan de Magnesiërs uit het jaar 110) dat deze dag betrekking heeft op de zondag. Ook uit Justinus omstreeks het jaar 150 weten we zeker dat dit de dag was waarop de christenen samenkwamen en dat deze dag consistent (d.w.z. altijd) genoemd werd de Heer-dag of dag des Heeren. Daarmee weten we ook dat dit ook moet gelden voor Openbaring 1:10. Er zat misschien maar 15 jaar tussen Openbaring en de genoemde brief van Ignatius!, directe opvolger van de apostelen, die zeer nauw en jarenlang met de apostelen was omgegaan. Dit wetend, begrijpen we ook waarom de evangelisten de eerste dag van de week zo hebben benadrukt!
5. Daarnaast hebben we ook Handelingen 20:7 waarin de eerste dag van de week als reguliere dag van samenkomst van de christenen wordt aangewezen.
6. De dag van de kruisiging was de vervulling van de dood van de paaslammeren op 14 Nisan. De opstanding van Christus was de vervulling van het beweegoffer of de eerstelingen op 16 Nisan. Paulus refereert in zijn zendbrieven aan beide! Het was ook de begindag van de telling tot Pinksteren, de 50e dag vanaf de opstanding. Zo leren ook de schaduwen van het OT ons dat Christus op 14 Nisan moest gekruisigd worden en op 16 Nisan opstaan. Degenen die de kruisiging op woensdag stellen en de opstanding op zaterdag, hebben een opstandingsdag op 17 Nisan. Deze dag heeft geen enkele bijzondere betekenis in het OT. Daarentegen heeft 16 Nisan, de werkelijke opstandingsdag wel een bijzondere betekenis in het OT. Het was de dag van de eerstelingen van de oogst, het was tevens de dag dat in Israël de oogst mocht beginnen en de sikkels geslagen mochten worden in het koren. Dit alles was afbeelding van de opstanding en de daarna volgende oogst. Onmogelijk kan de oogst ceremonieel beginnen vóór de opstanding.
Z.
Antwoord:
1. We moeten schrift met schrift vergelijken. Dan valt op dat de schrift bijna steeds spreekt over de opstanding 'ten derden dage' of 'op de derde dag'. We moeten dus de dagen tellen, en zoals de joden dat doen is dat een inclusieve telling dus vanaf de begindag. De telling vrijdag = 1, zaterdag = 2 en zondag = 3 is hiermee in overeenstemming. De opvatting dat Christus op woensdag gestorven is en op zaterdag opgestaan, is hiermee in strijd, want dan zou Christus niet op de derde, maar op de vierde dag zijn opgestaan.
2. Het Hebreeuws kent geen woord voor etmaal. Drie dagen en drie nachten moeten we interpreteren als drie etmalen of delen van etmalen. De tegenwerping dat slechts twee nachten lagen tussen de vrijdag en de zondag is dan - vanuit de taal bezien - geen zwaarwegend probleem. Nog minder is dat een probleem bij de veel vaker voorkomende uitdrukking in het NT: ten derden dage.
Argument 2: De vrouwen deden inkopen volgens de Bijbel zowel vóór een sabbat als ná een sabbat. Dus er waren meerdere sabbatten of hoogtijdagen tussen de dood en opstanding van Christus.
Antwoord:
1. In de klassieke tijdrekening vormt dit argument geen enkel bezwaar. Op vrijdagmiddag laat kochten de vrouwen voor de eerste maal specerijen en zalven. Nadat de sabbat voorbijgegaan was en dat was reeds zaterdagAVOND het geval (dan is het namelijk géén sabbat meer volgens joodse tijdrekening!) deden zij opnieuw inkopen. Zo verklaard, zijn de evangelisten in volkomen overeenstemming. En vormt dit argument geen werkelijk argument tegen de klassieke tijdrekening.
2. In de opvatting dat Christus op woensdag zou zijn gekruisigd en op zaterdag opgestaan, is er echter juist een groot probleem. Want in die opvatting zijn er dan wel twee sabbatten geweest, namelijk op donderdag en op zaterdag, maar de grote vraag in deze opvatting is: WAAROM GINGEN DE VROUWEN DAN NIET TUSSEN DEZE SABBATTEN, NAMELIJK OP DONDERDAG NAAR HET GRAF? Hierop bestaat geen goed antwoord. Het zou betekenen dat de vrouwen pas twee dagen later dan de wet hun toestond naar het graf zijn gegaan, en pas op de vijfde dag (inclusieve tijdrekening) na de dood van Christus. Toen Martha vol schrik zei van Lazarus: Hij riekt nu al, zou dat naar op de opvatting der vrouwen nog meer gegolden moeten hebben voor Christus op de vijfde dag vanaf zijn dood. Het is onbestaanbaar dat mensen in een warm klimaat op de vijfde dag nog een dood lichaam willen zalven. Nogmaals: in deze opvatting hadden de vrouwen dit al twee dagen eerder kunnen doen zonder met de wet in strijd te komen, de vrouwen zouden dus in hoge mate nalatig zijn geweest. Kortom: deze opvatting is onbestaanbaar.
TEGENARGUMENTEN
1. De evangelisten noemen systematisch 'de eerste dag van de week'. Toevallig? Niets in de Schrift is toevallig. Hiermee verklaarden de evangelisten dat DIT de dag was die om deze reden gevierd werd als de DAG DES HEEREN. Nergens vinden we een andere dag in het NT dan de sabbat én de EERSTE DAG VAN DE WEEK. De weekdag van de kruisiging wordt niet nadrukkelijk genoemd, geen enkele andere dag, maar alleen WEL deze dag: de EERSTE DAG VAN DE WEEK. Een duidelijke aanwijzing van alle vier evangelisten voor de viering van de DAG DES HEEREN op de EERSTE DAG VAN DE WEEK.
2. Kleopas spreekt over dat het 'heden' de derde dag is vanaf dat al die dingen geschied waren. Sommige handschriften missen het woordje 'heden', maar dat verandert niets aan de betekenis. Met andere woorden: Kleopas noemt de zondag de de derde dag. Wat was dan de eerste dag? Juist, de vrijdag. Degenen die de woensdag stellen als dag van de kruisiging, hebben hier een probleem, want dan had Kleopas de zondag reeds de vijfde dag moeten noemen nadat al die dingen geschied waren.
3. Markus 16:9 spreekt wel degelijk over de eerste dag van de week als de opstandingsdag van Christus. Het is niet zo dat zo maar even een komma verplaatst kan worden waarmee deze tijdsaanduiding alleen betrekking heeft op de verschijningen. In de Griekse tekstedities staat trouwens helemaal geen komma, de tijdsaanduiding is duidelijk en het is erg geforceerd om deze aanduiding alleen op te vatten als tijdsaanduiding op wat verder volgt in het vers in plaats van voor het hele vers. De tijdsaanduiding staat bovendien in het Grieks DIRECT na 'en opgestaan zijnde' zonder enig tussenliggend woord.
4. We hebben de term 'Dag des Heeren' (Openbaring 1:10) of beter vertaald: 'De Heer-dag' (absoluut een andere term dan in het oude testament) en ook overeenkomstig de termen 'avondmaal des Heeren' (in de Bijbel), maar ook 'gebed des Heeren' in de kerkvaders. We weten uit de directe opvolgers van de apostelen (zoals Ignatius in zijn brief aan de Magnesiërs uit het jaar 110) dat deze dag betrekking heeft op de zondag. Ook uit Justinus omstreeks het jaar 150 weten we zeker dat dit de dag was waarop de christenen samenkwamen en dat deze dag consistent (d.w.z. altijd) genoemd werd de Heer-dag of dag des Heeren. Daarmee weten we ook dat dit ook moet gelden voor Openbaring 1:10. Er zat misschien maar 15 jaar tussen Openbaring en de genoemde brief van Ignatius!, directe opvolger van de apostelen, die zeer nauw en jarenlang met de apostelen was omgegaan. Dit wetend, begrijpen we ook waarom de evangelisten de eerste dag van de week zo hebben benadrukt!
5. Daarnaast hebben we ook Handelingen 20:7 waarin de eerste dag van de week als reguliere dag van samenkomst van de christenen wordt aangewezen.
6. De dag van de kruisiging was de vervulling van de dood van de paaslammeren op 14 Nisan. De opstanding van Christus was de vervulling van het beweegoffer of de eerstelingen op 16 Nisan. Paulus refereert in zijn zendbrieven aan beide! Het was ook de begindag van de telling tot Pinksteren, de 50e dag vanaf de opstanding. Zo leren ook de schaduwen van het OT ons dat Christus op 14 Nisan moest gekruisigd worden en op 16 Nisan opstaan. Degenen die de kruisiging op woensdag stellen en de opstanding op zaterdag, hebben een opstandingsdag op 17 Nisan. Deze dag heeft geen enkele bijzondere betekenis in het OT. Daarentegen heeft 16 Nisan, de werkelijke opstandingsdag wel een bijzondere betekenis in het OT. Het was de dag van de eerstelingen van de oogst, het was tevens de dag dat in Israël de oogst mocht beginnen en de sikkels geslagen mochten worden in het koren. Dit alles was afbeelding van de opstanding en de daarna volgende oogst. Onmogelijk kan de oogst ceremonieel beginnen vóór de opstanding.
Z.