Dit is zeker dat een zondaar te vroeg kan geloven dat hij door Christus in een staat van zaligheid is. Men kan zich te vroeg inbeelden en hopen dat men door de Zaligmaker zalig gemaakt zal worden, namelijk als men meent dat men door Christus zeker in de hemel en de heerlijkheid zal komen, terwijl men geen oog heeft voor een andere weldaad van Christus dan alleen voor de hemelse heerlijkheid. Men zoekt door Hem geen andere weldaden, die een ellendig zondaar ook nodig heeft en die ook voorgesteld worden in Christus. Hij beeldt zich te vroeg in dat hij door Christus zalig zal worden. Hij verwacht Christus niet en hij ziet niet naar Hem uit om verandering in zijn leven en praktijk te maken. Hij ziet niet naar Hem uit om een zodanige verzoening teweeg te brengen, waardoor hij met God in vrede komt en in vrede met Hem kan leven en wandelen. Hij neemt Christus niet aan en hij neemt zijn toevlucht niet tot Hem als tot een volkomen Zaligmaker, als hij niet tot Hem komt om geheel en volkomen door Hem zalig gemaakt en verlost te worden van allerlei kwaad, schuld en ellende, waarin hij verzonken is, Hebr. 7:25.
Wanneer God Christus de Zaligmaker en de zaligheid in Hem aanbiedt, biedt Hij twee dingen aan.
Hij biedt Christus aan om twee dingen te doen.
1. Hij biedt de zondaar verlossing van de schuld der zonde aan. Dat is: Hij biedt hem verlossing van de verbintenis tot straf aan. Zo biedt Hij hem de verzoening, vriendschap en vereniging met Hem door Christus aan. Daar¬om kreeg Christus Zijn Naam Jezus: Gij zult Zijn Naam heten Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden, Matth. 1:21. 2. God biedt Christus aan om zondaren te behouden en zalig te maken of te verlossen van de besmetting der zonde: Die Zichzelf voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, en Zichzelf een eigen volk zou reinigen, Tit. 2:14. Het bloed van Christus zal uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen, Hebr. 9:14. Wanneer een zondaar Christus niet tot die twee bedoelingen aanneemt, die neemt Hem in het geheel niet aan. Daarom kan men niet zeggen: Hij neemt Christus te vroeg aan. Wel kan men zeggen: Hij beeldt zich te vroeg in dat hij door Christus ten hemel gebracht zal worden. Hij troost zich te vroeg, want hij heeft nog niet in Christus geloofd. Hij heeft Hem nog niet omhelsd tot dat doel, waartoe Hij voorgesteld en aangeboden is.
2. Ten tweede. Een ziel kan Christus niet te vroeg aannemen en omhelzen en door Hem tot God gaan om vrede, genezing en zaligheid. Het is onmogelijk dat dit gebeuren zou, want God roept ieder zondaar heden tot Christus. Hij gebiedt ieder zondaar heden te komen, zonder uitstel of verontschuldiging. Nu moet hij komen, op deze dag der genade en zaligheid, Hebr. 3:7; 2 Kor. 6:2. God gebiedt zondaren nu Christus als een Middelaar te omhelzen en in Zijn Naam te geloven, 1 Joh. 3:23. Een zondaar kan Gods roeping niet te vroeg beantwoorden. Nu klopt de Heere aan hun hart. Zij moeten terstond openen. Toen de koning het volk tot de bruiloft van Zijn Zoon liet nodigen: Komt tot de bruiloft, alle dingen zijn gereed, was hij zeer toornig dat zij Zijn roeping en nodiging verzuimden en niet onmiddellijk kwamen, Matth. 22:28. Ook kan men niet te vroeg van onder Gods toorn, uit de vijandschap in een staat van vriendschap komen. Heden moet men daartoe komen. Men kan niet te vroeg komen tot de bekwaamheid en vatbaarheid om iets te doen dat God behaaglijk is. Heden moet men trachten in een gestalte te zijn om een aangenaam gebed te doen, dat verhoord wordt. Dat kan niet te vroeg gebeuren. De Heere eist het nu en zonder enig uitstel. Maar het kan niet gebeuren zonder door het geloof tot Christus te lopen. Daarom kan men niet te vroeg in Christus geloven.
3. Ten derde. De aanbieding van Christus en van alle beloften en zegeningen in Hem geschiedt zowel aan degenen die niet verbroken van hart zijn, als aan degenen die het meest verbroken en verslagen van geest zijn. Niemand zal Christus aannemen als hij zijn ellende niet ter harte neemt. Toch is het ten allen tijde ieders plicht om Hem aan te nemen en tot Hem uit te gaan. Als iemand dan gewillig is, door een gezicht van zijn armoede, machteloosheid en rampzalige staat tot Christus te gaan, mag hij niet denken en niemand mag hem zeggen dat hij Jezus te vroeg kan aannemen tot verzoening en genezing. Het gezicht en gevoel van de ellende zonder enige instorting van genade en zonder eren krachtige trekking van God drijft niet naar Christus om rechtvaardigmaking of heiligmaking te ontvangen.
Integendeel, alle gedachten aan God buiten Chris¬tus verschrikken en drijven de zondaar van God af, zoals bleek bij Adam en Judas. Judas bleef echter onwillig om die vervloekte wegen van vijandschap te verlaten en tot Christus te komen. Christus zegt: Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader hem trekke, Joh. 6:44. Hoe meer men de uitwerkingen en vruchten van Gods rechtvaardigheid in het geweten voelt, hoe verder men van God afloopt. Totdat een ingestorte of ingescha-pen besturing de zondaar dwingt om de aangeboden Christus te ontvangen. Als hij dan tot Christus komt en Hem aanneemt, kan hij nooit te vroeg komen en te vroeg in Hem geloven. Die mening dat men Christus te vroeg aangrijpt en te vroeg aanmatigt, komt voort uit een dwalend begrip betreffende de eigenlijke daad van het geloof. Men heeft gedacht dat het geloof een verzekering en vertrouwen is, dat Christus de mijne is en voor mij gestorven is en mij zalig zal maken, hetgeen reeds weersproken is.
Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5161
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Ds. Jacobus Koelman
Laatst gewijzigd door Johann Gottfried Walther op 29 sep 2011, 17:35, 1 keer totaal gewijzigd.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Het is nooit slim om zulke citaten los te lezen. Neem nu de laatste zin. Wat moet ik me daarbij voorstellen?
Die mening dat men Christus te vroeg aangrijpt en te vroeg aanmatigt, komt voort uit een dwalend begrip betreffende de eigenlijke daad van het geloof. Men heeft gedacht dat het geloof een verzekering en vertrouwen is, dat Christus de mijne is en voor mij gestorven is en mij zalig zal maken, hetgeen reeds weersproken is.
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5161
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Kan zijn, en nu heb je op dit punt gelijk. Maar ik heb dit nu neergezet, wanwege de duidelijkheid van Ds. Koelman. Wat hij hier zegt is mijn inziens niet voor tweeërlij uitleg vatbaar. En dat het aanbod van genade zo ruim is, daar stond Ds. Koelman niet alleen in.Erasmiaan schreef:Het is nooit slim om zulke citaten los te lezen. Neem nu de laatste zin. Wat moet ik me daarbij voorstellen?Die mening dat men Christus te vroeg aangrijpt en te vroeg aanmatigt, komt voort uit een dwalend begrip betreffende de eigenlijke daad van het geloof. Men heeft gedacht dat het geloof een verzekering en vertrouwen is, dat Christus de mijne is en voor mij gestorven is en mij zalig zal maken, hetgeen reeds weersproken is.
Wat ds. Koelman hier zegt lijkt duidelijk ook te stroken met wat bijvoorbeeld Menento zegt hier.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Nou, ik heb toch vragen bij dit stuk. En dat is eigenlijk de vraag die Koelman zelf opwerpt. Kun je dat stuk ook nog citeren (hetgeen reeds weersproken is)?Johann Gottfried Walther schreef:Kan zijn, en nu heb je op dit punt gelijk. Maar ik heb dit nu neergezet, wanwege de duidelijkheid van Ds. Koelman. Wat hij hier zegt is mijn inziens niet voor tweeërlij uitleg vatbaar. En dat het aanbod van genade zo ruim is, daar stond Ds. Koelman niet alleen in.Erasmiaan schreef:Het is nooit slim om zulke citaten los te lezen. Neem nu de laatste zin. Wat moet ik me daarbij voorstellen?Die mening dat men Christus te vroeg aangrijpt en te vroeg aanmatigt, komt voort uit een dwalend begrip betreffende de eigenlijke daad van het geloof. Men heeft gedacht dat het geloof een verzekering en vertrouwen is, dat Christus de mijne is en voor mij gestorven is en mij zalig zal maken, hetgeen reeds weersproken is.
Wat ds. Koelman hier zegt lijkt duidelijk ook te stroken met wat bijvoorbeeld Menento zegt hier.
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Wij doen net alsof wij de vorm en inhoud van de prediking moeten vaststellen. Het Woord vertelt ons duidelijk hoe er gepreekt moet worden : Jezus Christus en die gekruisigd, zonder Hem als inhoud is er geen preek mogelijk. Laten wij daar maar de prediking op toetsen, is Christus de inhoud van de preek of wordt Zijn Naam nauwelijks genoemd en staat de christen/zondaar in het middelpunt. Ik bedoel hier geen specifieke prediking van een kerkverband want dit laatste kom je tegen van evangelisch tot in de uiterste rechterflank van onze gezindte en alles wat er tussen zit.-DIA- schreef:Anders dan: als we het woord 'bevinding' eens vervangen door 'ontdekking en ontgronding', zou je dat beter vinden dan?memento schreef:@DIA: Ik schuw geen bevinding. Bevinding moet gepredikt worden, wanneer het in de tekst voorkomt en zoals het in de tekst voorkomt. Verder: als je mijn postings leest, weet je dat m.i. separatie een kenmerk is van een Bijbelse prediking. Elke tekst roept altijd de vraag op: Sta ik binnen of buiten. Ik betreur dan ook je insinuaties, en ga er maar uit dat dat komt door slecht mijn postings lezen en niet uit kwaadwilligheid.
Punt 2: Verwijzen naar Calvijn en Luthers preken mag je prima mijn stokpaardje noemen. Maar lees ze eens. Zij preken niet over "de gangen van Gods volk", maar besteden de meeste tijd aan de uitleg van de tekst. Dat kan je niet afdoen als een nuance-verschil. Want bij de 1 wordt 40 minuten aan uitleg besteed en 10 aan toepassing, bij de ander 10 minuten aan uitleg en 40 aan toepassing. En dat is precies mijn punt: Een goede prediking besteed veel aandacht aan uitleg, en als de tekst goed uitgelegd is volgt daar als vanzelf de toepassing uit. Alle nadruk op de uitleg van de Schrift. Sola Scriptura. Daar hoort toepassing bij, separerend en bevindelijk, maar gegrond in de uitleg van het Woord die centraal staat.
@Erasmiaan: Toch raar, dat er dan zo fel gereageerd wordt op wat je "zelfverzonnen karikaturen" noemt. Gelukkig als er bij jou niet zó gepreekt wordt. Maar ik reageer m.n. op DIA, die blijkbaar wél zo'n prediking voorstaat.
En verder betreur ik dat je weer met insinuaties begint die er niet zijn. Jammer. Ik constateer alleen feiten. De praktijk.
Kort gezegd: Ik sta een prediking voor die niet naar de mens is.
Ontgrondend
Ontdekkend
Onderwijzend
Separerend
Toepassend
Maar dat alles kan alleen gezegend worden worden als de grote Prediker er in mee komt, en door de Heilige Geest wordt
toegepast.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5161
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Eerste alinea die er nu staat heb ik toegevoegd, dat maakt het wel duidelijk vind ik. Was iets te snel met citeren, het punt wat je maakte was terecht.Erasmiaan schreef:Nou, ik heb toch vragen bij dit stuk. En dat is eigenlijk de vraag die Koelman zelf opwerpt. Kun je dat stuk ook nog citeren (hetgeen reeds weersproken is)?Johann Gottfried Walther schreef:Kan zijn, en nu heb je op dit punt gelijk. Maar ik heb dit nu neergezet, wanwege de duidelijkheid van Ds. Koelman. Wat hij hier zegt is mijn inziens niet voor tweeërlij uitleg vatbaar. En dat het aanbod van genade zo ruim is, daar stond Ds. Koelman niet alleen in.Erasmiaan schreef:Het is nooit slim om zulke citaten los te lezen. Neem nu de laatste zin. Wat moet ik me daarbij voorstellen?Die mening dat men Christus te vroeg aangrijpt en te vroeg aanmatigt, komt voort uit een dwalend begrip betreffende de eigenlijke daad van het geloof. Men heeft gedacht dat het geloof een verzekering en vertrouwen is, dat Christus de mijne is en voor mij gestorven is en mij zalig zal maken, hetgeen reeds weersproken is.
Wat ds. Koelman hier zegt lijkt duidelijk ook te stroken met wat bijvoorbeeld Menento zegt hier.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Nodigen... Komt tot de Heiland, toeft langer niet... Een aandrang... Klem... Niet verder te kunnen...memento schreef:Nodigen en aanbieden is iets anders dan zo voorstellen dat de gemeente jaloers gemaakt wordt...-DIA- schreef: Ik noemde ook maar een paar kernwoorden, en daar mag nodigend ook bij.
Zo voorstellen, dat de gemeente jaloers gemaakt wordt....
Jaloers maken is: Kijk eens hoe mooi.
Aanbieden/nodigen: Kijk eens, hoe mooi. Kom, dan ontvang je het. Kom, dan is die rijkdom van jou.
Dat is het. Slaan we geen acht op die nodigingen.... Wee ons!
Maar... Kunnen wij als NATUURLIJKE mensen iets aannemen? Of moeten we stiekem toch uitgaan van een
veronderstelde wedergeboorde of een drieverbondenleer?
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Dat is niet de vraag als we over de prediking spreken. Daar gebeuren namelijk dingen die bij de mensen onmogelijk zijn.-DIA- schreef:Maar... Kunnen wij als NATUURLIJKE mensen iets aannemen?
Daarom worden er in dat middel in Gods hand dingen gezegd die wij met ons natuurlijk verstand niet altijd kunnen plaatsen.
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Wat de drieverbondenleer hier mee te maken heeft is mij een raadsel. Daar zijn andere topics over.-DIA- schreef:Nodigen... Komt tot de Heiland, toeft langer niet... Een aandrang... Klem... Niet verder te kunnen...memento schreef:Nodigen en aanbieden is iets anders dan zo voorstellen dat de gemeente jaloers gemaakt wordt...-DIA- schreef: Ik noemde ook maar een paar kernwoorden, en daar mag nodigend ook bij.
Zo voorstellen, dat de gemeente jaloers gemaakt wordt....
Jaloers maken is: Kijk eens hoe mooi.
Aanbieden/nodigen: Kijk eens, hoe mooi. Kom, dan ontvang je het. Kom, dan is die rijkdom van jou.
Dat is het. Slaan we geen acht op die nodigingen.... Wee ons!
Maar... Kunnen wij als NATUURLIJKE mensen iets aannemen? Of moeten we stiekem toch uitgaan van een
veronderstelde wedergeboorde of een drieverbondenleer?
@DIA jij gaat uit van de onmogelijkheid die er bij de mens is...de prediking gaat uit van de mogelijkheid die er vanuit een Almachtig God is. Als Hij spreekt door de prediking dan zullen doden horen de Stem van de Levende God
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5161
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
DIA wat vind je van het citaat van Ds. Koelman wat ik hier neer gezet heb?-DIA- schreef:Nodigen... Komt tot de Heiland, toeft langer niet... Een aandrang... Klem... Niet verder te kunnen...memento schreef:Nodigen en aanbieden is iets anders dan zo voorstellen dat de gemeente jaloers gemaakt wordt...-DIA- schreef: Ik noemde ook maar een paar kernwoorden, en daar mag nodigend ook bij.
Zo voorstellen, dat de gemeente jaloers gemaakt wordt....
Jaloers maken is: Kijk eens hoe mooi.
Aanbieden/nodigen: Kijk eens, hoe mooi. Kom, dan ontvang je het. Kom, dan is die rijkdom van jou.
Dat is het. Slaan we geen acht op die nodigingen.... Wee ons!
Maar... Kunnen wij als NATUURLIJKE mensen iets aannemen? Of moeten we stiekem toch uitgaan van een
veronderstelde wedergeboorde of een drieverbondenleer?
Kan me zo voorstellen dat Memento zich wel kan vinden in wat Ds. Koelman zegt.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
-
- Berichten: 2198
- Lid geworden op: 09 mar 2010, 13:37
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Dat ben ik niet met je eens. Wat Koelman heel duidelijk stelt is dat je wel te vroeg tot Christus kunt gaan in geval je niet tot Hem komt om vergeving van schuld. Maar wie tot Hem komt vanuit zijn verlorenheid om in Hem rechtvaardiging te vinden is nooit te vroeg.JGW schreef:Wat ds. Koelman hier zegt lijkt duidelijk ook te stroken met wat bijvoorbeeld Menento zegt hier.
Dat onderscheid moet je laten staan. De nodiging die Koelman bedoelt is het aanbod waarin Christus in al Zijn ambten wordt aangeboden tot vergeving der zonden. Wie het niet om die vergeving te doen is, wordt in die zin niet getroost met dat aanbod maar eerder als hardnekkige vermaand tot berouw.
Het is geen voorwaardelijkheid die Koelman hier aanwijst, maar wel de weg waarlangs de genade tot een zondaar komt en de weg waarin de troost gevonden kan worden. Zonder het aangrijpen van Christus' gerechtigheid grijpt een mens mis. Dat is een niet bestaand aanbod aannemen. In die zin is het correct opgemerkt dat dit bekende citaat wel gelezen moet worden in het geheel van Koelmans prediking.
@Memento, wat doen we met onze bekende Smytegelt? Die heeft het zwaar te verduren onder jouw kritische kanttekeningen, vrees ik.
B.Smytegelt schreef:Is niet het geloof uit het gehoor? Rom. 10:17. Moet men naar Gods wil niet gebaard worden door het Woord der waarheid? Jak. 1:18.
Zou die achtendertigjarige kranke wel genezen geworden 4 zijn, was hij daar niet gaan liggen in dat badwater? Joh. 5.
Zo gaat het hier ook; ga dan naar de bediening, en overleg hetgeen u hoort. In het bijzonder zeg ik:
1. Ten eerste, laten ik en u overleggen, wat goed of kwalijk gedaan is, hetgeen tot ons eeuwig leven en behoud dienstig is. Hoeveel tijd hebben wij al doorgebracht? Wat voor hoge jaren hebben wij al? Wij kunnen het elk niet lang meer maken.
2. Zeg dan: ik moet bekeerd worden, en ik kan het zelf niet doen; ik moet een ander hart hebben, en ik kan het mijzelf niet geven: Niet dat wij van onszelven bekwaam zijn iets te denken als uit onszelven; maar onze bekwaamheid is uit God, 2 Kor. 3:5.
3. Zeg dan: God alleen kan het mij geven, en Hij heeft gezegd dat Hij het onder de middelen werken zal: Aan alle plaats waar Ik Mijns Naams gedachtenis stichten zal, zal Ik tot u komen en zal u zegenen, Exod. 20:24.
4. Als u naar de middelen gaat, met die gedachten dat u nog niet bekeerd zijt, zeg dan: "Heere, ik ben nog niet bekeerd, ach mocht dit toch het stondeke van mijn bekering wezen! Mocht dit de man zijn, die u als het middel ertoe gebruikte om mij te over¬tuigen! Mocht dit de tekst wezen! Ach Heere, mocht ik als een onbekeerde opgekomen zijn en als een bekeerde weer naar huis toe gaan!" En let dan toch nauw op de beweging van uw hart, welke klem dat het Woord op u had, en wat u opmerkte. En bedroef dan toch de Geest van God niet. Als u in de kerk bewrocht wordt om eens alleen te gaan: laat het niet na als u thuis gekomen zijt. Ik zeg: als u in de kerk bewrocht wordt om eens op uw knieën voor God te vallen: als u thuis komt, doe het, en zeg: help mij toch, Heere! Als u in de kerk bewerkt wordt, dat u zo niet meer leven moest als u geleefd hebt: ei weersta de Geest niet, maar doe het. Die zullen het zo zwaar in de hel hebben, die de Geest wederstonden. Zie, als u zo werkte, wie weet, het mocht gezegend zijn! En doet u het niet, u zult niet gezegend worden.
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
huisman schreef:Wat de drieverbondenleer hier mee te maken heeft is mij een raadsel. Daar zijn andere topics over.-DIA- schreef:Nodigen... Komt tot de Heiland, toeft langer niet... Een aandrang... Klem... Niet verder te kunnen...memento schreef:Nodigen en aanbieden is iets anders dan zo voorstellen dat de gemeente jaloers gemaakt wordt...-DIA- schreef: Ik noemde ook maar een paar kernwoorden, en daar mag nodigend ook bij.
Zo voorstellen, dat de gemeente jaloers gemaakt wordt....
Jaloers maken is: Kijk eens hoe mooi.
Aanbieden/nodigen: Kijk eens, hoe mooi. Kom, dan ontvang je het. Kom, dan is die rijkdom van jou.
Dat is het. Slaan we geen acht op die nodigingen.... Wee ons!
Maar... Kunnen wij als NATUURLIJKE mensen iets aannemen? Of moeten we stiekem toch uitgaan van een
veronderstelde wedergeboorde of een drieverbondenleer?
@DIA jij gaat uit van de onmogelijkheid die er bij de mens is...de prediking gaat uit van de mogelijkheid die er vanuit
een Almachtig God is. Als Hij spreekt door de prediking dan zullen doden horen de Stem van de Levende God
Ja juist, zo gezegd heb je gelijk. De prediking komt immers tot ons met bevel tot bekering.
We mogen niet onbekeerd zijn immers... Daar zit het probleem eigenlijk.
Want we kunnen zo onbewogen zeggen dat we onbekeerd zijn. Dat moet wel in het nauw dringen.
Toch is de ervaring: Ik buig niet... Waarom niet? Wil ik niet? Als ik mezelf een beetje heb
leren kennen moet ik het bekennen: Neen ik wil niet, ik ben van nature geneigd God en mijn
naaste te haten.
Maar dat is van de mens uit bezien, en we moegen niet vanuit dit punt reageren. We zijn immers
goed uit onzes Makers hand voortgekomen, om Gods eer te bedoelen, om Zijn Naam groot te
maken?
En natuurlijk is het waar: Gods volk komt er! Daar zal niemand aan twijfelen. Waarom komt dat
volk er? Niet omdat dat volk wil, want er geen mens die wil. Waarom dan wel? Daar is maar één reden
dat er een volk zalig wordt: Dat is omdat God het wil.
Wat is dan dat aanbod van genade? Het ontneent ons ALLE SCHILDEN waarachter we ons trachten
te verschuilen.
Dat is van Gods kant bezien. En God eist dat we zullen geloven. Onvoorwaardelijk.
Niemand kan toch zeggen, die de Waarheid heeft gehoord, ik wist het niet!? Maar, en dat zijn er
een stuk minder, mensen die ermee vastlopen... Niet verder meer kunnen. En toch...
Nooit komt het vanuit ons verder dan daar waar het bij ons ophoudt... Anders is er toch geen
plek voor Gods Werk?
De Heere begeert niet mijn dodelijke dag, Hij heeft geen lust in de dood der goddelozen, maar daarin
dat hij zich bekeert!
Nu is het aanbod van genade tot ons gekomen, en dat zal elke prediker ons voor houden.
Laat er dan niet over bijkomstigheden worden getwist, want daar komt niemand verder mee.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
-
- Berichten: 2198
- Lid geworden op: 09 mar 2010, 13:37
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Nee, Dia, dat is het aanbod van de genade in het werkverbond zetten. Het aanbod is de proclamatie van het heil dat in het genadeverbond besloten ligt. Maar ik begrijp wat je bedoelt. Het is echter niet compleet, want de nodiging die in het aanbod ligt is tevens middel om de doden te laten horen. Niet alleen om de doodstaat aan te wijzen. Dat is de genade te karig afschilderen. Of beter geformuleerd: Als het doden niet doet horen maar enkel de doodstaat inleven, is het geen genade maar slechts een reuke ten dode. Het is beide: én alles van de mens afsnijden, én alles in handen geven tot zaligheid. Beide ligt in het aanbod besloten.-DIA- schreef:Wat is dan dat aanbod van genade? Het ontneent ons ALLE SCHILDEN waarachter we ons trachten
te verschuilen.
Dat is van Gods kant bezien.
Ik proef in deze discussie enerzijds een angst dat de afsnijding onderbelicht blijft en anderzijds de vrees dat de afsnijding het één en al is. Beide zijn valkuilen om het accent te zwaar naar één kant te doen uitvallen en vertroebelen de discussie.
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Vanzelf, maar zo exegetisch en wetenschappelijk kan ik het niet verwoorden. Er is meer te voelen dan dat er onder woordenGJdeBruijn schreef:Nee, Dia, dat is het aanbod van de genade in het werkverbond zetten. Het aanbod is de proclamatie van het heil dat in het genadeverbond besloten ligt. Maar ik begrijp wat je bedoelt. Het is echter niet compleet, want de nodiging die in het aanbod ligt is tevens middel om de doden te laten horen. Niet alleen om de doodstaat aan te wijzen. Dat is de genade te karig afschilderen.-DIA- schreef:Wat is dan dat aanbod van genade? Het ontneent ons ALLE SCHILDEN waarachter we ons trachten
te verschuilen.
Dat is van Gods kant bezien.
te brengen is. Dan bedoel ik natuurlijk niet om in wat in het gevoel ligt daarop te steunen. Je begrijpt het hopelijk wel?
Want gevoel kan ver gaan, evenals algemene overtuigingen.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Toch, Memento, moet je hier inderdaad niet te ver in doorslaan.memento schreef:Helemaal van ganser harte mee eens!learsi schreef:Eigenlijk is het nog mooier dan Spurgeon zegt.............Hij sprak de man levend!Jongere schreef:"Jongeling," zei Hij, "sta op!" en Hij sprak alsof de man levend was geweest.
Hij is het Woord(Genesis) dat schept ........en(wat na de zondeval meer is) Hij is het Woord dat herschept..........!
h.g. Learsi
Het is het machtwoord van God, wat klinkt door de mond van menselijke predikers, wat harten vernieuwd. Daarom is het ook zo belangrijk dat dit Goddelijke Woord ook klinkt in haar nodigingen en haar oproepen tot dode zondaren. Geen prediking over Gods volk ("dan is er een volk ....") maar tot Gods volk. Geen wensen, als "Ach, mocht, mocht toch dit woord eens leiden tot waarachtige bekering" maar "bekeert u!". Geen algemene zondeprediking ("Wij zijn allen in Adam gevallen"), maar een concrete aanwijzing van de zonde ("Gij zijt die man!"). Geen beschrijving van de functionering van de nodiging in het hart van ontdekte zondaren ("wanneer God een mens gaat bekeren, dan ...., en vervolgens ..., en dan ....) maar de nodiging uit laten gaan tot dode, onontdekte zondaren (Kom tot Christus! Gelooft in Hem. Wie in Hem gelooft, heeft het eeuwige leven. Hij nodigt u, kom!).
Petrus zei in zijn preek met Pinksteren: "en het zal zijn, dat een iegelijk die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden". Dit zei hij in z'n algemeen tot iedereen, hij zei niet:"roep de Naam des Heeren aan, u zult zalig worden".
En daarna gaat hij zeggen in zijn preek wat David (een kind van God) over Jezus geprofeteerd heeft.