Meditatie

Gebruikersavatar
refo
Berichten: 23811
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Meditatie

Bericht door refo »

Alleen zitten ze ieder op een andere golflengte uit te zenden.
GGotK
Berichten: 2181
Lid geworden op: 28 mar 2018, 22:41

Re: Meditatie

Bericht door GGotK »

CvdW schreef:
-DIA- schreef:
GJdeBruijn schreef:Missen voorafgaande aan kennis van Christus is een ander missen dan na Christus te hebben leren kennen.
Voorafgaand gemis kan nog alle kanten op. Pas na Christus te hebben leren kennen is te zeggen dat er leven is. Alles daarvoor moet worden afgebroken om juist Christus over te kunnen houden.
Dat maakt ook de ernst uit en de noodzakelijkheid van zelfonderzoek, en daarom is juist een scherpe en ontdekkende separatie nodig in de prediking.
Dat is wat ik nogal eens mis. En juist, hoe kan dat? zo'n prediking trekt (sommige)
mensen aan. Wat ik vaker merk: het leven zoekt het leven al veroordeelt het hen. Ze kunnen onmogelijk verkeren
onder een prediking die hun geruststelt.. buiten Christus.
Niet alle mensen. Er zijn er ook die daar toch vandaan vluchten. En dat zijn nogal eens wat onbegrepen mensen.
Ik las meerder malen van mensen die voor het eerst onder een ontdekkende preek kwamen, en zich verwonderden
dat de mensen daar zo rustig onder konden zitten. Is dat niet de doodstaat van de mens? Hij voelt het niet als het
goede komt en hij voelt het niet als het kwade komt.
Met eerste zin volkomen eens. Bij de oudvaders vind je een scherpe en ontdekkende separatie.
Bij de preken uit ongeveer 1940 tot nu mis ik dat. Sommige RF-mers trekt deze prediking juist aan. Waarom?
Waarom kan iemand zich niet vinden in de geschriften van oudvaders. (Voor 1850) Heel duidelijk laten deze geschriften zien dat de zekerheid buiten de mens ligt, in Christus. Wat is daar mis mee? Is dit een Steen des aanstoots?
Het bevreemdt me dat je dit mist in de prediking na 1940. De sterke nadruk op bevinding, met name de ellendekennis, is juist een reactie op een prediking zonder separatie.
Helaas is de bevindelijke prediking soms te ver doorgeschoten, is mijn mening. Het effect is dat sommige mensen uren over (hun) ellendekennis kunnen praten, maar als het om de kennis van Christus gaat, dan staat de wagen stil. Toch wordt daar ook voor gewaarschuwd door verschillende predikanten binnen bijvoorbeeld de GG.
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

pierre27 schreef:Ben je weer terug DIA? Misschien heb je nog een meditatie van ds. Lamain of dergelijke, uit de oude doos? Voor in het andere topic dan vanzelf.
Naast meditaties van ds. Lamain is er gelukkig nog meer ter meditatie. Daarom is het ook dat ik een meditatie (een rede) van ds. van Haaren, hier meer genoemd, eens in zijn geheel ter lezing zou willen plaatsen. Deze rede is uitgesproken op 17 oktober 1969. Het was op een samenkomst ter voorbereiding van de oprichting van het REFORMATORISCH DAGBLAD. Toen deze rede werd uitgesproken bestond het RD nog niet. Hoe actueel deze rede nu nog is kunnen we na lezing bemerken als we het eens met een opmerkzaam hart mogen lezen.

Lezen:
2 THESSALONICENZEN 2,

Zingen:
Psalm 2 vers 1 en 2.

Wat drift beheerst het woedend heidendom,
En heeft het hart der volken ingenomen?
De koningen verheffen zich alom,
De vorsten zijn vermetel saamgekomen,
Om God, den HEER, zelfs naar de kroon te steken,
En tegen Zijn Gezalfde op te staan.
Zij spreken saam "Laat ons hun banden breken
En van hun juk en touwen ons ontslaan."

Maar d' Opperheer, die Zijn geduchten stoel
Op starren sticht, en grondvest op de wolken,
Zal lachen met dat vruchteloos gewoel,
En spotten met den waan der dwaze volken.
God zal Zijn wraak ontdekken voor hun ogen;
Straks gloeit de lucht door 't vlammend bliksemlicht;
't Is God, die spreekt; Hij dondert uit den hoge,
En jaagt den schrik Zijn haat'ren in 't gezicht.


Vrienden,
Wij heten u hartelijk welkom op deze vergadering. Het doel van dit samenzijn is u allen welbekend. Men heeft mij aangezocht deze vergadering te openen en daarom willen wij ook een kort openingswoord uitspreken. Wij zijn samengekomen om zo mogelijk straks te komen tot de uitgave van een eigen krant. Een krant die wij, om het heel eenvoudig te zeggen, naast Gods Woord kunnen neerleggen . Dat kan van de hedendaagse kranten helaas niet gezegd worden. Want dan moet met Gods Woord aan de ene zijde van de kamer neerleggen en de krant aan de andere zijde van de kamer . Want in die krant staan dingen, die geheel en al in strijd zijn met Gods Woord, staan verderfelijke leringen, ja, daar worden dingen ons voor ogen gesteld, waarover wij ons moeten schamen. En daarom is dat streven om te komen tot een eigen dagblad een goed streven. En wat zou het een voorrecht zijn als het bekroond werd met Gods zegen, zodat wij t.z.t. die krant in huis zouden mogen hebben. En dan heb ik u in verband daarmede een gedeelte voorgelezen uit de tweede brief van de Apostel Paulus aan de Thessalonicenzen . Wij gaan daar natuurlijk nu niet in den brede over spreken, maar ik wil toch enkele gedachten er zo maar even uitlichten.

Daar spreekt de Apostel in het eerste vers over de toekomst van de Heere Jezus Christus en dan heeft hij het over onze toevergadering tot Hem. Paulus spreekt over de grote dag van Christus , dat is de dag van Christus’ wederkomst. En inderdaad, dat mag wel genoemd worden de dag van Christus. Want dan wordt de laatste steen aan het bouwwerk des Heeren toegevoegd, onder het uitroepen van: "Genade, genade zij denzelven." Dan is Christus werk voltooid, dan wordt Hij met eer gekroond. Dan zal Hij komen als een Rechter van levenden en doden en dan zal Hij afrekenen, met allen die weigerden de knie voor Hem te buigen, die weigerden Hem te kussen, die weigerden Hem te voet te vallen. Een zalige dag zal het zijn voor Gods kinderen, voor degenen die in Hem hun leven en hun zaligheid door genade mochten vinden . Die door de wederbarende bearbeiding van de Heilige Geest ontdekt aan zichzelf en aan hun hemelhoge schuld aan Gods zijde leerden vallen. En die het mochten ondervinden, dat de Heere zich in genade tot hen neerboog, hen ontsluitend het heil dat in Christus is, zodat ze door het geloof daarin al hun vermaking mochten vinden. Een blijde dag.
Paulus zegt: "Dan is het onze toevergadering tot Hem en dan zal de Heere gans Zijn Kerk tot Zich nemen, "Ze zullen tot Hem vergaderd worden. Als één kudde, waarover één enige Herder zal zijn, om dan eeuwig bij Hem te wezen. Dat wordt hier reeds de begeerte van de Kerk . Paulus sprak eens: "Ik wenste wel ontbonden te worden en met Christus te zijn, want dat is verreweg het beste", en wij belijden met Gods Kerk , dat aanstonds na het sterven de ziel van Gods kinderen opgenomen wordt tot Christus haar Hoofd.
Maar dan is toch de zaligheid nog niet een volkomene. De volkomen zaligheid wacht tot de grote dag der dagen, waarop Gods kinderen als ware mensen, bestaande uit lichaam en ziel , eeuwig bij God zullen mogen wonen, Hem dienend in Zijn tempel, dag en nacht zonder zonde. Paulus spreekt dus over de zalige toekomst voor Gods Kerk.

Maar dan waarschuwt hij voor een gevaar. Want hij zegt dit: "Dat ge dan toch niet haastiglijk bewogen wordt van verstand, of verschrikt , noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als van ons geschreven, alsof de Dag van Christus aanstaande ware." De apostel wil zeggen: "Die Dag komt, dat is vast. "Dat is onloochenbaar en hij ziet er verlangend naar uit . "Maar denkt erom," zo zegt hij, "het is niet zo, dat die Dag van Christus aanstaande is . Daar zal nog heel wat moeten gebeuren." En dan gaat de apostel zeggen, wat er allemaal nog gebeuren moet, voordat Christus wederkomt. Neen, wij gaan er niet diep op in, wij trekken zo maar enkele lijnen. Hij zegt: "Dat niemand u verleide op enigerlei wijze, want die komt niet - d.w.z. die Dag van Christus - die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij en tenzij, dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs, die zich tegenstel ten verheft boven al wat God genaamd of als God geëerd wordt."

Dus vóór die heerlijke Dag van Christus aanbreekt, zal er een grote afval komen en zal de antichrist geopenbaard worden. Hij heeft het over de grote afval. Dat is vanzelf een grote afval van de Waarheid, die naar de godzaligheid is, een verloochenen daarvan, een zich verweren daartegen. De afval van het Christelijke geloof. En dan is het niet zo, dat slechts enkelen zullen afvallen, dat er zo hier en daar eentje zal breken met God en Zijn Dienst. Neen, dan wil dat zeggen, dat dat zeer velen zullen doen,' ja, dat dat bijna allen zullen doen.
De afval... En dan moeten we niet denken aan de wereld, die alsmaar goddelozer wordt in z'n uitleving , die in steeds bruter wijze zich uitspreekt, met God niet van doen te wille n hebben. Maar als wij spreken van de afval en als Paulus het daarover heeft in deze brief, dan moeten wij denken aan diegenen die onder de Waarheid zijn geboren, zijn opgevoed, zijn grootgebracht, die bekend zijn met het Evangelie, die heel nauw bij de Waarheid betrokken waren. Onder hén zal een grote afval komen. Steeds meerderen zullen dus van de Waarheid afwijken, en van de Waarheid zelfs niet meer willen weten.
Het is niet zo, dat zij zich zullen wenden tot een valse leer, tot halve waarheid, zij zullen helemaal breken met de Waarheid, zij zullen hun eigen weg gaan. Een afval, Neen, het is niet een groot verval, waar Paulus van spreekt, maar het is de afval, dus een breken met de Waarheid en dat gaat ook gepaard met de komst van de antichrist. Hij zegt: "Eerst moet ook nog geopenbaard worden de mens der zonde, de zoon des verderfs . Vanzelf wordt hier niet mee bedoeld de duivel, maar het is wel een instrument van de duivel, een handlanger van de duivel.

En... wat doet die antichrist? Wel, zijn naam zegt het: Hij stelt zich tegen Christus en tegen degenen, die van Christus zijn. Hij komt in al zijn bruutheid openbaar, als één die van God en van Zijn Dienst en van godsdienst in het algemeen niet weten wil. Hij gaat zich verheffen boven al wat God genaamd wordt, zo schrijft Paulus het, "dien zich tegenstelt en verheft boven al wat God genaamd of als God geëerd wordt. Dat is nog erger dan wat in vroeger tijden gebeurde; want Nebukadnezar heeft zich ook van de Heere weinig aangetrokken, maar toch heeft hij nog altijd erkent, dat er een goddelijke macht boven hem was. Maar nu, deze mens der zonde, die opgaat in de zonde, deze zoon des verderfs die een tegenstelling is van de Zoon des Mensen, van de Heere Jezus Christus, deze antichrist zal alle godsdienst ten enenmale verwerpen, hij zal als devies hebben: Geen God en geen hemel, dus de godsdienst zal dan van de aarde wegvloeien.

Zal daar dan een lege plaats ontstaan? Neen, in plaats van de godsdienst zal er komen een openlijke, een brute zondedienst. Dat wordt de toekomstige godsdienst. De zonde gaan wij tot God verheffen en de zonde dienen met al onze krachten, met al onze vermogens naar ziel en naar lichaam, openlijke zondedienst, de dienst der wellust. En dan zegt Paulus: de eerste beginselen zie je daar reeds van. Hij zegt in vers 6: "En nu, wat hem wederhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde te zijner eigen tijd", want, zegt hij, "de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht. Alleenlijk, die hem nu wederhoudt, die zal hem wederhouden totdat hij uit het midden zal weggedaan worden." Dus de opkomst van de antichrist werd in zijn dagen, in de dagen van Paulus, al gezien, als uit de verte. Hij was toen al ondergronds aan het werk, hij was toen al bezig op te komen, maar hij werd nog weerhouden; de Heere heeft hem nog tegengehouden, opdat hij niet zich zou openbaren vóór zijn tijd, want ook de tijd van de antichrist is een tijd, in Gods eeuwige Raad bepaald.

De duivel en de goddeloze wereld, die met God en Zijn Dienst niet rekent en die lalt: God is dood en er is geen God'. Ze kunnen maar niet doen wat ze willen, ze zijn toch aan Gods leiding gebonden en afhankelijk van Gods bestuur, want God heeft de teugels van het wereldregiment in Zijn handen en alles wat ook nu geschiedt, het staat onder Zijn hoog bestuur. Hij wordt wederhouden om straks vrij spel te hebben, want straks wordt hij niet meer wederhouden. Die wederhouding zal minder worden naarmate de Dag van Christus nadert en nu hoeven we eigenlijk niet eens meer een toepassing te maken. Want het is dan zó, dat Paulus aan de Thessalonicenzen schrijven kon dat de Dag van Christus nog niet aanstaande was, dat er nog heel wat zou moeten gebeuren; als wij nu om ons heen zien, dan mag toch gezegd worden dat het einde der eeuwen op ons gekomen is en dat het einde aller dingen nabij is. Dan mag het woord van Johannes overgenomen worden: "Kinderkens, het is de laatste ure."

Wij leven dichter hij de Dag van Christus dan menigeen vermoedt en wij zien dat in de tekenen der tijden. Want hoe kunnen wij nu bemerken dat God die weerhouding gaat terugtrekken, zodat de antichrist en de antichristelijke geest meer en meer vrij spel krijgt? Wel, dat kunnen we aan allerlei dingen merken en dan stippen we zomaar iets aan.
Dan verdwijnt de eerbied voor het gezag in het algemeen: Geen koning boven ons, geen meester boven ons, ik wil mijn eigen baas zijn. En dat zie je in de wereld zich voltrekken. Medezeggenschap, en dat op elk terrein van het leven. Laten we er maar niet in den brede over spreken, maar het is een zich losrukken van het gezag, dat God boven ons gesteld heeft in alle verhoudingen, zelfs tot in het gezin toe. Want waar zijn er nog kinderen, die in alle ootmoedigheid zich buigen onder het gezag van de ouders? Er is een jeugdprobleem en dat komt ook omdat er een ouderprobleem is, omdat de ouders de teugels uit handen gegeven hebben. Maar de jonge mensen, ze willen hun eigen weg gaan, alle gezag moet verdwijnen.

Weg, in de tweede plaats, met alle religie! En dat zien we toch ook in onze dagen zich voltrekken, waar men aan alles gaat tornen .
Men zet niet zo maar meer een vraagteken, neen, men zet er een streep door! Het Woord van God, voor wie heeft het nog wezenlijk waarde? Waar men zich niet ontziet dat Woord te verlagen tot een gewoon menselijk geschrift, dat dan, nou ja.., ook nog goed zou kunnen zijn voor Gods Woord, maar waar men niet meer buigt voor de autoriteit van de Schrift; waar men het niet meer aanvaardt als het Woord van God, van Woord tot Woord; waar men spot met degenen die nog naar dat Woord willen leven, waar men eigenlijk zich inspant om te breken met alles wat maar ruikt naar religie .

De schrikkelijke verwording komt allerwegen openbaar. Wat is nog kwaad? Het kwaad wordt beloond en het goede wordt bijna gestraft'. Denk alleen maar eens aan Van het Reve, die goddeloze schrijver, die een boek schrijft en meerdere boeken geschreven heeft, waarin hij godslasterlijke dingen zegt en waarin hij bovendien de homoseksualiteit voorstaat en homoseksuele handelingen verricht met zijn ezelgod. En zo'n schrijver krijgt nu de hoogste prijs, de hoogste literaire prijs van Nederland, de P.C. Hooftprijs! Het is alsof onze overheid hem aanmoedigt: Ga maar door, Van het Reve, op de
ingeslagen weg'. Probeer nog maar meer vergif te spuien, probeer maar meer ons volk tot verwording te brengen!
En dan denk ik tegelijkertijd aan Ir. Van Dis (en anderen met hem in de Tweede Kamer), die geprotesteerd heeft tegen deze schrijver. Dan wordt men uitgelachen, bespot: "Wat 'n dwaas! Die man is niet goed wijs!" Begrijpt u? Het kwaad wordt beloond en het goede wordt in feite gestraft en daarbij komt dan ook nog dit (om niet meer te noemen): de consciëntie spreekt niet meer en dat merkt men in eigen kring.

Waar doet het Woord nog kracht? Als er gepredikt wordt: goed, gelukkig, daar zijn nog mensen onder het gehoor, daar zijn nog mensen die de Waarheid begeren; maar over het algemeen, waar wordt het hart nog eens geraakt? Waar wordt de consciëntie bewogen? Men gelooft het wel! Dat is nog minder dan het historiëel geloof. En zo leeft men rustig voort. En zo staat men ook tegenover de verwording die men allerwegen kan aanschouwen.

Wij leven in de tijd van het einde en het is te vrezen dat het erger zal worden en het wordt erger! Zeker, als wij lezen wat de apostel hier schrijft, dan bemerken we dat er bange, zeer bange dagen voor de deur staan . En dan denk ik ook aan de pers, aan de berichtgeving. Wat wordt de mens hoog geroemd als hij het kwade voorstaat ! Wat wordt de zonde ons beminnelijk voorgesteld . Als men de krant openslaat, dan moet men dat haast doen met een blos op het gelaat: een blos van schaamte, als men ziet op de advertenties, als men let op de inhoud . En hoe verachtelijk worden diegenen ons voorgespiegeld, die daartegen protesteren, die daartegen waarschuwen.

Wat geeft men Gods kinderen een slechte naam, nietwaar? Zo zouden we door kunnen gaan. Is het dan niet nodig om een dam daartegen op te werpen? Is het niet nodig om wakend te zijn? Want zeker, Paulus wijst er nog op; "De overwinning is toch des Heeren." Want wat gebeurt er ? Wel, hij zegt in vers 8: "En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, dewelke de Heere verdoen zal door de Geest Zijns monds en teniet maken door de verschijning Zijner toekomst." Dat is de troost voor Gods Kerk, want zij zal bange tijden gaan beleven.
Maar toch, de toekomst is voor Gods ware volk een rooskleurige toekomst. Het gaat door diepe wegen, maar het gaat toch naar de eeuwige triomf. Wanneer de antichrist op gaat bloeien en wanneer hij komt tot zijn volkomen ontplooiing , dan is dat tegelijkertijd profetie van zijn val. Als hij op het toppunt van zijn macht gekomen is , dan zal God ingrijpen. Hem, zoals hij hier staat, verdoen door de Geest Zijns monds en teniet maken door de verschijning Zijner toekomst. Dat is de troost voor het kleine kuddeke. Want het zal een klein kuddeke worden, steeds kleiner. Men zal zich schamen om bij dat kleine kuddeke te behoren. Daar zullen niet veel meelopers meer zijn. Schijn en wezen zullen steeds duidelijker openbaar komen.

De afval: Maar juist daarom is het zo nodig, dat wij ons wapenen; dat wij alles doen wat onze hand vindt om te doen; dat wij met allen die nog naar het richtsnoer van Gods Woord wensen te leven de handen ineenslaan en de krachten bundelen, om in deze verworden tijd elkander tot een hand en tot een voet te zijn.
Wat zal het een voorrecht zijn, als het streven om te komen tot de uitgave van een eigen krant gezegend mag worden; wanneer wij die krant onze kinderen in de hand zouden mogen geven; wanneer we die krant niet zouden behoeven te verbergen, omdat in die krant onze kinderen goede voorlichting gegeven wordt, de gebeurtenissen geplaatst worden in het licht van de Schrift .
Nu, daarom is het dat we, onder biddend opzien tot den Heere, dat streven moeten steunen en dat we, ziende op de tekenen der tijden, waken moeten en bidden. Maar toch tegelijkertijd, al s we dan geen vreemdeling van genade zijn, dat wij op Hem mogen zien, Die sprak: "Ik ga heen om u plaats te bereiden en als Ik u plaats zal bereid hebben, dan kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ik ben."

Al de heid’nen, door Uw handen
voortgebracht in alle landen,
zullen tot U komen, Heer',
bukken voor Uw aanschijn neer;
en Uw Naam ter ere leven .
Gij zijt groot en hoog verheven.
Gij doet duizend wonderheên;
Gij zijt God, ja, Gij alleen


Psalm 86 : 5.

Deze rede is ook te lezen op THEOLOGIENET en DIGIBRON.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Vanavond lazen we ook enkele zaken in de Gezinsgids lezen over onze tijd: Over de buitenwereld en de binnenwereld.
"Zonder veel moeite kun je negen dominante kenmerken van de samenleving noemen, varierend van seculier tot dikmakend. Vergeleken met de jaren 30 zouden we kunnen noemen: Onze samenleving is een plurale samenleving geworden. Deze steekt schril af bij de eenduidigheid die er eeuwen is geweest. Er waren niet veel woorden nodig om de vroegere samenleving aan te duiden. Het belangrijkste woord was "christelijk". De christelijke waarden en normen waren leidend voor iedereen. Ze waren aanwezig in welke maatschappelijke kring dan ook. Deze eenduidigheid gaf in de opvoeding houvast.
Een paar voorbeelden:
- Voorbehoedsmiddelen werden in het geheim verkocht.
- De zondag was de rustdag die door iedereen in ere werd gehouden.
- Genderneutraliteit was onbekend
- Pornografie was verboden
- Een huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht kwam niet in de gedachten op.
- Een vrouw stopte bij haar huwelijk met haar baan.

Deze lijst is nog langer te maken. De gemeenschappelijke normen en waarden, grotendeels gebaseerd op de Bijbel, golden voor iedereen.
Sinds ongeveer 70 jaar is het culturele christendom als leidraad voor de opvoeding, vorming en onderwijs verdwenen. De heersende kenmerken zijn juist in strijd met de christelijke waarden en normen. In een korte tijd heeft zich een radicale omslag voorgedaan.
Tot zover grotendeels een citaat uit de Gezinsgids.


Wij weten, of kunnen weten, hoe in de jaren 30 het dreigende oordeel door Gods knechten en velen van Zijn kinderen werd gezien en bekendgemaakt. Ons volk heeft niet willen horen, en is doorgegaan. Het oordeel van een verschrikkelijke verwoestende wereldoorlog bleef niet uit. En hoe hebben wij ons als land en volk na de bevrijding van de Duitse overheersing zich gedragen? Hebben we gebogen? Neen, we hebben als het ware gezegd: We gaan door, en wel in een dubbele mate! Denken wij dat de HEERE deze zaken niet ziet? Ook nu is er nog enkeling die de oordelen laag over ons land en de wereld ziet, en voelt. Maar we gaan door.
In DE SAAMBINDER van 8 november 1934 schreef ds. Kersten een aangrijpende waarschuwende meditatie. We zouden deze ook wel voor onze tijd kunnen toepassen, maar wel een verschil: Ons volk en de kerk in Nederland is harder dan een diamant geworden, dat vergeleken met de jaren voor de Tweede Wereldoorlog.
Als we bedenken wat een zaken er thans spreken mag vrees ons wel bevangen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE DAG DES HEEREN

Ziet, de dag komt den HEERE, dat uw roof zal uitgedeeld worden in het midden van u, o Jeruzalem. Want Ik zal alle heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen; en de stad zal ingenomen, en de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen geschonden worden; en de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis, maar het overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden
Zach. 14 : 1, 2.

Het veertiende kapittel bevat een voortzetting van de profetie over de kerke Gods van de dagen van Zacharia tot het einde der wereld. In de verwoesting van Jeruzalem wordt des Heeren misnoegen over de zonde voor ogen gesteld, maar ook de verschoning over degenen die de Heere vrezen. Ja het oordeel over Israël zal de weg der zaligheid voor de heidenen openen.
Zacharia aanschouwt de kerk uit alle geslacht en volk en taal en natie, vergaderd in Christus als vele leden van Zijn lichaam. Er is in dit hoofdstuk iets van de blijdschap en verwondering, die Paulus uitroepen deed: „O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennisse Gods. Hoe ondoorzoekelijk zijn Uw oordeelen en onnaspeurlijk Uwe wegen".
De volvoering van het welbehagen des Vaders, dat door de hand van Christus gelukkiglijk voortgaat, verwekt in Gods volk bij de gelovige aanschouwingen er van een heilige verwondering, die zelfs de oordelen Gods over de zonde en de verwerping der zondaren omhelst en tot een stof van roem maakt. Zo hebben Juda's dochteren zich verheugd vanwege Gods oordelen. O, hoe zéér zou Gods lieve volk bemoedigd worden ook in deze tijden van Gods gerichten op aarde, zo het zich in het soeverein welbehagen des Heeren mocht verliezen. Mochten wij eens opmerken, dat de profeet de aandacht nadrukkelijk vestigt op de dag die de Heere komt.

„Ziet" zo vangt Zacharia de voorzegging van den dag des oordeels over Jeruzalem aan; merkt er toch op, zo wil hij zeggen; laat het toch uw hart niet ontgaan. De godloze brenge het naderend gericht tot inkeer. Dat hij zijn weg verlate en de ongerechtige man zijn gedachten en hij zich bekere tot den Heere.
God geeft een bekeringstijd, waarin Hij roept tot behoudenis van verloren zondaren. O, indien wij niet zien noch opmerken, een vreselijk wee zal komen, gelijk Christus het „wee u" uitsprak over de steden in welke Zijn krachten meest geschied zijn. En gelijk voor elk mens, zo is er een tijd der bekering voor een volk in het algemeen; voor Israël; ook voor Nederland.
O, land, land, land, hoor des Heeren Woord! Ziet zo wordt ons nog toegeroepen, de dag komt den Heere. Staat af van de zonde; verlaat de slechtigheden en leeft en treedt op den weg des verstands. Wat de versmading van den tijd der genade brengen zal, leert ons wel zeer klaar de geschiedenis van het Israël, dat de profeet het Woord des Heeren boodschapt. Het bloed van Christus komt over hen en hunne kinderen. God wreekt het vergoten bloed Zijns Zoons. De dag van bijzondere wraak komt over Jeruzalem. Niet een steen zal op de anderen gelate worden. De vijanden zullen in Jeruzalem heersen. Voet voor voet zal hun worden betwist, maar ook in hun macht vallen.
O, vreselijk lot! die stad beschoren. De roof zal in haar midden worden uitgedeeld. „Want Ik zal de heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen en de stad zal ingenomen en de huizen zullen geplunderd worden en de vrouwen zullen geschonden worden en de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis". (Vers 2).

De profeet kondigt het oordeel van verre aan. Ons wordt het gezegd, opdat wij voor God nog mochten invallen. O, onbekeerden van hart, worde de tijd der genade uw eeuwige winst! O, Nederland, waaraan God onbeschrijfelijke weldaden verrichtte; O, Huis van Oranje, dat God met heerlijkheid bekleedde, valt! buigt uw knieën voor God. Nog is het de tijd. Straks komt de dag den Heere. Dan is onze tijd voorbij.
Och, zegt Christus, of gij ook bekendet in dezen uwen dag wat tot uw vrede dient. God heeft ons een dag der behoudenis gegeven. Ziet, merkt er op, dat het oordeel nadert en Gods gerechtigheid eens uitbreken zal. Wie zal dan bestaan?
Arm land, dat zich vet maakt voor den dag der slachting. Vreze moge ons vervullen als wij op de verharding in de zonde zien. Wat zullen wij, wat bange dagen zullen onze kinderen nog beleven. Ziet en merkt er toch op, een ieder voor zichzelf, opdat de schrik des Heeren ons bewege tot het geloof. Vreeselijk zal het zijn te vallen in de handen van den levenden God.
Maar niet alleen den godloze en onbekeerde wordt door Zacharia het woord van de naderende oordelen Gods toegeroepen. De profeet richt zich in 't bijzonder tot 't volk van God. Dat volk wekt hij op om te zien. God wil Zijn volk waarschuwen eer het oordeel komt. Hierin ligt een bijzonder voorrecht voor des Heeren kinderen. „Zou Ik, zo sprak de Heere, voor Abraham verbergen wat Ik doe? " Zou God Zijn lieve knecht geheimen bewaren? Hij wilde hem deelgenoot maken van het oordeel over Sodom en Gomorra, de steden waar Lot woonde, en wiens bewoners door Abraham eens werden bevrijd van de verwinnende vijanden. De Heere Jezus heeft Zijn discipelen het naderend lijden meermalen voorzegd. En nog wil de Heere Zijn volk tevoren het naderend gericht bekend maken. Zo maar onze ziel meer nabij God leven en verkeren mocht, de omwentelingen, die plaats grijpen, zouden ons zozeer niet overvallen. Maar als de wereld het oog van Gods kinderen verduistert, zien zij niet, wat Gods wegen zijn; dan slapen de wijze met de dwaze maagden in.
Beleven wij zulke tijden niet? Zou Gods volk niet in zak en as gaan moeten vanwege de zonde en de verre afstand, die tussen de Heere en hun ziel ligt? Waar is het zien? Waar het opmerken? Wij gaan daarheen als een beeld, schier van de wereld niet onderscheiden. Och, dat Gods volk werd opgewekt om te zien, de dag komt den Heere.
De verkondiging van het naderend oordeel dient voor Gods volk, dat het zich moge voorbereiden voor de slagen, die vallen zullen, en het niet verschrikt worde als het oordeel komt. „Uw hart worde niet ontroerd" vanwege die vreselijke dag des Heeren. De dag der bezoeking nadert.

Een verzoeking komt over geheel de wereld. Oorlogen zullen er zijn en pestilentiën en hongersnoden en allerlei oordelen. De wereld kookt. Zij roept om de dag der wrake. Zou Gods volk het niet zien? Zou het niet gaan in zijn binnenkamer en zich een ogenblik verbergen tot des Heeren gramschap overga?
O, volk, slaapt niet langer voort. Zoekt ontkoming. Leg de leugen af, die u in slaap wiegt. Onderken de geesten. Zie het bedrog van het naamchristendom, dat roept: vrede, vrede en geen gevaar. O, roep toch de gerechtigheden des Heeren HEEREN uit. Want daartoe mede wekt het woord van Zacharia op, dat het volk van God zie, het is de dag die den Heere komt. Zijn dag. Zijn gerechtigheid blinkt in Zijn oordelen uit. Een geroep gaat op, de Heere ziet het niet en de Heere merkt het niet. Maar Hij zal tonen, dat Hij God is en verheerlijkt worden aan een volk als dit is. En zouden Gods kinderen Hem niet recht en gerechtigheid toekennen?

Och, dat ons hart onder het recht des Heeren boog, opdat wij in den dag van Gods gramschap Hem prijzen en roemen mogen.
Want die dag komt den Heere. Het is de dag van Gods majesteit. Lang heeft het zich verhardend volk der Joden Sions Koning gesmaald, Zijn heiligdom onteerd, Zijn genade miskend. Maar de dag komt den Heere. Hij zal opstaan. En toen in dien dag is Hij verheerlijkt. O, zo vreselijk! Men leze de historie van Jeruzalems verwoesting door de Romeinen. Is er een weerga van het lijden, de rampen van het verworpen Jeruzalem? Blonk de heerlijkheid des Heeren niet over de verwoeste stad? Was die dag der vergelding niet een dag, die den Heere komt? Blonk Zijn recht en macht niet uit in dien dag, toen de vijanden de roof werd uitgedeeld in het midden van u, o Jeruzalem! En de huizen geplunderd en de vrouwen geschonden werden....

Zal de dag den Heere niet komen, in Zijn wrake over de Godtergende zonden der natiën en van Nederland, dat de God zijner vaderen de rug heeft toegekeerd? En als die dag komt zal dan de Heere niet heerlijk zijn in het midden van Zijn kerk? Ook Gods volk heeft uiterlijk deel in de plagen die over de wereld gaan; zij gaan niet langs Gods kinderen heen. Ook Jeremia zat op de puinhopen der stad en klaagde zijn klaagliederen.
O, neen, de roem van des Heeren lieve volk komt niet van de hoogte der bergen, maar uit de diepten van vernedering en verdrukking. Doch des Heeren recht wordt Gods volk lief en daarom zal het buigen en roepen: „Ik zal des Heeren gramschap dragen, want ik heb tegen Hem gezondigd". In de volheerlijke werkingen van Gods recht ten oordeel van de zonde, zal zich des Heeren volk verheugen.

Het is een dag des Heeren. Maar dan ook een dag van Gods onveranderlijke trouw. Hij is Jehovah: Ik zal zijn dien Ik zijn zal; eeuwig dezelfde. Hij bestuurt alle verdrukking der Zijnen en zal hen niet begeven noch verlaten. Hij zal Zijn volk behouden. Het overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden. De machtigsten der volkeren zijn in Gods hand slechts instrumenten; zagen en bijlen die Hij hanteert, maar die dan ook niets zonder Hem vermogen. Zij zullen niet verder gaan dan God Zelf hen toelaat. Hierin is de bewaring van des Heeren uitverkorenen.

Wij hebben ons voor te bereiden op plundering en gevangenis en schending der vrouwen, maar welk oordeel God voorts zenden zal, Gods volk gaat niet zonder troost de bangste tijden tegemoet. Het overige des volks, dat is het deel naar de verkiezing van Gods genade, zal uit de stad niet uitgeroeid worden. De toeleg der hel zal niet gelukken, om Gods volk van de aarde te verderven. Dat is satans toeleg geweest van den beginne af; van den broedermoord van Abel af tot op deze dag toe.
Een bond van goddelozen dreigt over de wereld zich te verspreiden, en onder den voet te lopen al wat God nog eren wil. Hoe schrikkelijk hun woeden ook zijn moge, nooit zal het gelukken de stad gans te vernietigen. De Heere houdt Zijn kerk in stand. Hij geve Zijne schapen onder Zijne hoede moed en krachten. Ziet de dag die den Heere komt, volk van God. De dag des gerichts opdat Hij heerlijk worde in het oordelen der zonde maar ook in uw behoudenis.

Eens komt de dag, die grote en doorluchtige dag des Heeren, waarin Hij alle goddelozen zal verdoen met den adem Zijner lippen. Maar ook dan zal de eeuwige verlossing van Zijn volk zijn, als Hij het Zijn kerk zal toeroepen: „Komt in gij gezegenden des Vaders en beërft het Koninkrijk, dat u is weggelegd voor de grondlegging der wereld". Ziet, volk van God, de dag komt den Heere!

Elk woedt om strijd, en toont zich onbeschroomd;
Men houwt en hakt, dat poort en binten beven;
Gelijk men slaaft, om bijlen aan te geven,
En ijv'rig kapt in 't hoog en dicht geboomt'.

Dus hebben z' ook, doldriftig, onbesuisd,
Graveerselen, pilaren, wanden, bogen,
Wier kunstsieraad de lust was van elks ogen,
Met zwaard, houweel en hamer woest vergruisd.

Uw heiligdom is door het vuur verteerd;
Niets heeft zijn glans voor 't woên des gloeds beveiligd;
Uw schoon paleis, Uw woning is ontheiligd,
Ten gronde toe in puin en as verkeerd.

"Laat", zeiden zij, "laat ons het ganse land,
Geplunderd, voor onz' overmacht doen zwichten."
Hun wrede vuist heeft al de Godsgestichten,
Uw naam ten hoon, verbrijzeld of verbrand.

Wij zien aan ons, na al dit ongeval,
Geen teek'nen meer van Uwe gunst gegeven;
Niet één profeet is ons tot troost gebleven;
Geen sterv'ling weet, hoe lang dit duren zal.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
Roos2018
Berichten: 842
Lid geworden op: 01 aug 2018, 02:16
Locatie: CA - USA

Re: Meditatie

Bericht door Roos2018 »

-DIA- schreef: - Een vrouw stopte bij haar huwelijk met haar baan.
Bedenk wel dat de meeste (pasgetrouwde) vrouwen tegenwoordig wel moeten werken, omdat huisvesting tegenwoordig onbetaalbaar is.
Dat was zo´n 50 jaar geleden heel anders.
Zelfs tweeverdieners als starters kunnen in Nederland nog nauwelijks aan een woning komen.
Hoe kijk je daar dan tegenaan?
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Roos2018 schreef:
-DIA- schreef: - Een vrouw stopte bij haar huwelijk met haar baan.
Bedenk wel dat de meeste (pasgetrouwde) vrouwen tegenwoordig wel moeten werken, omdat huisvesting tegenwoordig onbetaalbaar is.
Dat was zo´n 50 jaar geleden heel anders.
Zelfs tweeverdieners als starters kunnen in Nederland nog nauwelijks aan een woning komen.
Hoe kijk je daar dan tegenaan?
Maar het wordt wel als een feit genoemd. En het is ook een feit. De noodzaak die er kan zijn is het gevolg van een beleid dat tegen de Christelijke waarden inging, wat (volgens het citaat) nu al zo´n 70 jaar duurt. Dan komen we in de naoorlogse tijd uit, maar naar mijn eigen waarneming spreek ik liever van de grote breuk met het verleden als het over de revolutionaire jaren 60 gaat. Hoewel ik zelf 1948 niet beleefd heb, lijkt me dat jaar nog redelijk ingetogen vergeleken met de jaren 60.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
Roos2018
Berichten: 842
Lid geworden op: 01 aug 2018, 02:16
Locatie: CA - USA

Re: Meditatie

Bericht door Roos2018 »

-DIA- schreef:
Roos2018 schreef:
-DIA- schreef: - Een vrouw stopte bij haar huwelijk met haar baan.
Bedenk wel dat de meeste (pasgetrouwde) vrouwen tegenwoordig wel moeten werken, omdat huisvesting tegenwoordig onbetaalbaar is.
Dat was zo´n 50 jaar geleden heel anders.
Zelfs tweeverdieners als starters kunnen in Nederland nog nauwelijks aan een woning komen.
Hoe kijk je daar dan tegenaan?
Maar het wordt wel als een feit genoemd. En het is ook een feit. De noodzaak die er kan zijn is het gevolg van een beleid dat tegen de Christelijke waarden inging, wat (volgens het citaat) nu al zo´n 70 jaar duurt. Dan komen we in de naoorlogse tijd uit, maar naar mijn eigen waarneming spreek ik liever van de grote breuk met het verleden als het over de revolutionaire jaren 60 gaat. Hoewel ik zelf 1948 niet beleefd heb, lijkt me dat jaar nog redelijk ingetogen vergeleken met de jaren 60.
Persoonlijk denk ik dat dit niet een gevolg is van een beleid dat inging tegen de christelijke waarden, maar een direct gevolg door de overbevolking van Nederland, de krapte op de woningmarkt en de daardoor exorbitante stijging van de huizenprijzen. Dat is een feit.
De jaren 60 zijn in deze ontwikkeling irrelevant.

Je kan jouw tekst als een feit noemen, maar daarmee draag je nog geen oplossing aan m.b.t. de huidige problematiek.
Gebruikersavatar
liz boer
Berichten: 2989
Lid geworden op: 18 jun 2018, 15:31

Re: Meditatie

Bericht door liz boer »

Roos2018 schreef:
-DIA- schreef: - Een vrouw stopte bij haar huwelijk met haar baan.
Bedenk wel dat de meeste (pasgetrouwde) vrouwen tegenwoordig wel moeten werken, omdat huisvesting tegenwoordig onbetaalbaar is.
Dat was zo´n 50 jaar geleden heel anders.
Zelfs tweeverdieners als starters kunnen in Nederland nog nauwelijks aan een woning komen.
Hoe kijk je daar dan tegenaan?
Dat ligt eraan hoe hoog je de lat legt.
Ik ben 36 jaar getrouwd een ben gestopt met werken ik ken nog veel meer gezinnen die eenverdiener zijn die eenvoedig begonnen zijn.

Ik weet dat het moeilijker wordt maar als je de lat niet zo hoog legt kan er veel.
Zo God voor ons is, wie kan tegen ons zijn?
Gebruikersavatar
Roos2018
Berichten: 842
Lid geworden op: 01 aug 2018, 02:16
Locatie: CA - USA

Re: Meditatie

Bericht door Roos2018 »

liz boer schreef:
Roos2018 schreef:
-DIA- schreef: - Een vrouw stopte bij haar huwelijk met haar baan.
Bedenk wel dat de meeste (pasgetrouwde) vrouwen tegenwoordig wel moeten werken, omdat huisvesting tegenwoordig onbetaalbaar is.
Dat was zo´n 50 jaar geleden heel anders.
Zelfs tweeverdieners als starters kunnen in Nederland nog nauwelijks aan een woning komen.
Hoe kijk je daar dan tegenaan?
Dat ligt eraan hoe hoog je de lat legt.
Ik ben 36 jaar getrouwd een ben gestopt met werken ik ken nog veel meer gezinnen die eenverdiener zijn die eenvoedig begonnen zijn.

Ik weet dat het moeilijker wordt maar als je de lat niet zo hoog legt kan er veel.
Zeker, maar wat is veel? Als je wilt gaan trouwen heb je toch een onderkomen nodig, dat lijkt me basaal: een huis kunnen kopen of huren om een gezin te stichten, als een of tweeverdiener desnoods.
36 jaar geleden (ik was toen in de leeftijd van -1 ;) ) zal de lat ongetwijfeld veel lager hebben gelegen dan tegenwoordig.
Het is geen zaak om de lat zo hoog mogelijk te leggen, maar om een eerlijke kans en gelegenheid te krijgen om te ´starten´ na je trouwdag.
En dat is heden ten dage het heikele punt voor de meesten.
De uitspraak als deze ´Een vrouw stopte bij haar huwelijk met haar baan´ zou voor deze groep zomaar een schuldgevoel aangepraat kunnen krijgen waar zij geen aandeel in hoeven te hebben. En dat vind ik geen goede en vertekende ontwikkeling.
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Nu pikken we er een paar kleine onbedoelde en onbelangrijke puntjes uit, en de hele zeer ernstig mediatie laten we gewoon liggen. Lees die! En neem het tot u, de rest mag vergeten worden. Juist voor de meditatie had ik het geplaatst, en niet voor de per ongeluk (of hoe zal ik dat noemen) vermelde zaken die in mijn voorwoordje grotendeels uit de Gezinsgids overgetypt. Wie het daar niet mee eens is kan zich beter de redactie van de Gezinsgids wenden. Hoewel de Gezinsgids hier wel 100 % de waarheid schrijft.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
liz boer
Berichten: 2989
Lid geworden op: 18 jun 2018, 15:31

Re: Meditatie

Bericht door liz boer »

Roos2018 schreef:
liz boer schreef:
Roos2018 schreef:
-DIA- schreef: - Een vrouw stopte bij haar huwelijk met haar baan.
Bedenk wel dat de meeste (pasgetrouwde) vrouwen tegenwoordig wel moeten werken, omdat huisvesting tegenwoordig onbetaalbaar is.
Dat was zo´n 50 jaar geleden heel anders.
Zelfs tweeverdieners als starters kunnen in Nederland nog nauwelijks aan een woning komen.
Hoe kijk je daar dan tegenaan?
Dat ligt eraan hoe hoog je de lat legt.
Ik ben 36 jaar getrouwd een ben gestopt met werken ik ken nog veel meer gezinnen die eenverdiener zijn die eenvoedig begonnen zijn.

Ik weet dat het moeilijker wordt maar als je de lat niet zo hoog legt kan er veel.
Zeker, maar wat is veel? Als je wilt gaan trouwen heb je toch een onderkomen nodig, dat lijkt me basaal: een huis kunnen kopen of huren om een gezin te stichten, als een of tweeverdiener desnoods.
36 jaar geleden (ik was toen in de leeftijd van -1 ;) ) zal de lat ongetwijfeld veel lager hebben gelegen dan tegenwoordig.
Het is geen zaak om de lat zo hoog mogelijk te leggen, maar om een eerlijke kans en gelegenheid te krijgen om te ´starten´ na je trouwdag.
En dat is heden ten dage het heikele punt voor de meesten.
De uitspraak als deze ´Een vrouw stopte bij haar huwelijk met haar baan´ zou voor deze groep zomaar een schuldgevoel aangepraat kunnen krijgen waar zij geen aandeel in hoeven te hebben. En dat vind ik geen goede en vertekende ontwikkeling.
1 Je had het over 50 jaar geleden...
2 Toen ik trouwde lag de lat echt niet lager, wel anders, je moest een eigen huis, een auto, caravan ed.
en allemaal nieuwe spullen, tweedehands was niet bespreekbaar.
3 Het is niet makkelijk, dat had ik al geschreven, ik heb 7 kinderen die ook een huis gehuurd/ gekocht hebben, (de jongste is nog thuis). wat opvalt is dat op twee na eenverdieners zijn, ( mijn schoondochter werkt een dag) gek dat het hun wel lukt. (we wonen niet in een goedkope streek).
4 Nog niet zo heel lang geleden moest je je verdedigen als je thuisblijfmoeder was, nu wordt er zielig gedaan, ja de crisis...
5 Ik doe vrijwillegerswerk in een kringloop die samenwerkt met de ontmoeting, met mensen die in de bijstand/schuldsanering zitten en met heel weinig rond moeten komen, ik werk ook mee bij een project in een achterstandswijk, die mensen hebben geen geld om een gezonde maaltijd klaar te maken.
Dan denk ik wat hebben wij het goed!
6 Ik weet uit ervaring wat het is met heel weinig rond te komen, wij hebben vette en magere jaren gehad, maar kunnen, met de Israelieten, zeggen we kwamen nooit tekort en hielden nooit over.
Zo God voor ons is, wie kan tegen ons zijn?
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

-DIA- schreef: DE DAG DES HEEREN

Ziet, de dag komt den HEERE, dat uw roof zal uitgedeeld worden in het midden van u, o Jeruzalem. Want Ik zal alle heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen; en de stad zal ingenomen, en de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen geschonden worden; en de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis, maar het overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden
Zach. 14 : 1, 2.

Het veertiende kapittel bevat een voortzetting van de profetie over de kerke Gods van de dagen van Zacharia tot het einde der wereld. In de verwoesting van Jeruzalem wordt des Heeren misnoegen over de zonde voor ogen gesteld, maar ook de verschoning over degenen die de Heere vrezen. Ja het oordeel over Israël zal de weg der zaligheid voor de heidenen openen.
Zacharia aanschouwt de kerk uit alle geslacht en volk en taal en natie, vergaderd in Christus als vele leden van Zijn lichaam. Er is in dit hoofdstuk iets van de blijdschap en verwondering, die Paulus uitroepen deed: „O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennisse Gods. Hoe ondoorzoekelijk zijn Uw oordeelen en onnaspeurlijk Uwe wegen".
De volvoering van het welbehagen des Vaders, dat door de hand van Christus gelukkiglijk voortgaat, verwekt in Gods volk bij de gelovige aanschouwingen er van een heilige verwondering, die zelfs de oordelen Gods over de zonde en de verwerping der zondaren omhelst en tot een stof van roem maakt. Zo hebben Juda's dochteren zich verheugd vanwege Gods oordelen. O, hoe zéér zou Gods lieve volk bemoedigd worden ook in deze tijden van Gods gerichten op aarde, zo het zich in het soeverein welbehagen des Heeren mocht verliezen. Mochten wij eens opmerken, dat de profeet de aandacht nadrukkelijk vestigt op de dag die de Heere komt.

„Ziet" zo vangt Zacharia de voorzegging van den dag des oordeels over Jeruzalem aan; merkt er toch op, zo wil hij zeggen; laat het toch uw hart niet ontgaan. De godloze brenge het naderend gericht tot inkeer. Dat hij zijn weg verlate en de ongerechtige man zijn gedachten en hij zich bekere tot den Heere.
God geeft een bekeringstijd, waarin Hij roept tot behoudenis van verloren zondaren. O, indien wij niet zien noch opmerken, een vreselijk wee zal komen, gelijk Christus het „wee u" uitsprak over de steden in welke Zijn krachten meest geschied zijn. En gelijk voor elk mens, zo is er een tijd der bekering voor een volk in het algemeen; voor Israël; ook voor Nederland.
O, land, land, land, hoor des Heeren Woord! Ziet zo wordt ons nog toegeroepen, de dag komt den Heere. Staat af van de zonde; verlaat de slechtigheden en leeft en treedt op den weg des verstands. Wat de versmading van den tijd der genade brengen zal, leert ons wel zeer klaar de geschiedenis van het Israël, dat de profeet het Woord des Heeren boodschapt. Het bloed van Christus komt over hen en hunne kinderen. God wreekt het vergoten bloed Zijns Zoons. De dag van bijzondere wraak komt over Jeruzalem. Niet een steen zal op de anderen gelate worden. De vijanden zullen in Jeruzalem heersen. Voet voor voet zal hun worden betwist, maar ook in hun macht vallen.
O, vreselijk lot! die stad beschoren. De roof zal in haar midden worden uitgedeeld. „Want Ik zal de heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen en de stad zal ingenomen en de huizen zullen geplunderd worden en de vrouwen zullen geschonden worden en de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis". (Vers 2).

De profeet kondigt het oordeel van verre aan. Ons wordt het gezegd, opdat wij voor God nog mochten invallen. O, onbekeerden van hart, worde de tijd der genade uw eeuwige winst! O, Nederland, waaraan God onbeschrijfelijke weldaden verrichtte; O, Huis van Oranje, dat God met heerlijkheid bekleedde, valt! buigt uw knieën voor God. Nog is het de tijd. Straks komt de dag den Heere. Dan is onze tijd voorbij.
Och, zegt Christus, of gij ook bekendet in dezen uwen dag wat tot uw vrede dient. God heeft ons een dag der behoudenis gegeven. Ziet, merkt er op, dat het oordeel nadert en Gods gerechtigheid eens uitbreken zal. Wie zal dan bestaan?
Arm land, dat zich vet maakt voor den dag der slachting. Vreze moge ons vervullen als wij op de verharding in de zonde zien. Wat zullen wij, wat bange dagen zullen onze kinderen nog beleven. Ziet en merkt er toch op, een ieder voor zichzelf, opdat de schrik des Heeren ons bewege tot het geloof. Vreeselijk zal het zijn te vallen in de handen van den levenden God.
Maar niet alleen den godloze en onbekeerde wordt door Zacharia het woord van de naderende oordelen Gods toegeroepen. De profeet richt zich in 't bijzonder tot 't volk van God. Dat volk wekt hij op om te zien. God wil Zijn volk waarschuwen eer het oordeel komt. Hierin ligt een bijzonder voorrecht voor des Heeren kinderen. „Zou Ik, zo sprak de Heere, voor Abraham verbergen wat Ik doe? " Zou God Zijn lieve knecht geheimen bewaren? Hij wilde hem deelgenoot maken van het oordeel over Sodom en Gomorra, de steden waar Lot woonde, en wiens bewoners door Abraham eens werden bevrijd van de verwinnende vijanden. De Heere Jezus heeft Zijn discipelen het naderend lijden meermalen voorzegd. En nog wil de Heere Zijn volk tevoren het naderend gericht bekend maken. Zo maar onze ziel meer nabij God leven en verkeren mocht, de omwentelingen, die plaats grijpen, zouden ons zozeer niet overvallen. Maar als de wereld het oog van Gods kinderen verduistert, zien zij niet, wat Gods wegen zijn; dan slapen de wijze met de dwaze maagden in.
Beleven wij zulke tijden niet? Zou Gods volk niet in zak en as gaan moeten vanwege de zonde en de verre afstand, die tussen de Heere en hun ziel ligt? Waar is het zien? Waar het opmerken? Wij gaan daarheen als een beeld, schier van de wereld niet onderscheiden. Och, dat Gods volk werd opgewekt om te zien, de dag komt den Heere.
De verkondiging van het naderend oordeel dient voor Gods volk, dat het zich moge voorbereiden voor de slagen, die vallen zullen, en het niet verschrikt worde als het oordeel komt. „Uw hart worde niet ontroerd" vanwege die vreselijke dag des Heeren. De dag der bezoeking nadert.

Een verzoeking komt over geheel de wereld. Oorlogen zullen er zijn en pestilentiën en hongersnoden en allerlei oordelen. De wereld kookt. Zij roept om de dag der wrake. Zou Gods volk het niet zien? Zou het niet gaan in zijn binnenkamer en zich een ogenblik verbergen tot des Heeren gramschap overga?
O, volk, slaapt niet langer voort. Zoekt ontkoming. Leg de leugen af, die u in slaap wiegt. Onderken de geesten. Zie het bedrog van het naamchristendom, dat roept: vrede, vrede en geen gevaar. O, roep toch de gerechtigheden des Heeren HEEREN uit. Want daartoe mede wekt het woord van Zacharia op, dat het volk van God zie, het is de dag die den Heere komt. Zijn dag. Zijn gerechtigheid blinkt in Zijn oordelen uit. Een geroep gaat op, de Heere ziet het niet en de Heere merkt het niet. Maar Hij zal tonen, dat Hij God is en verheerlijkt worden aan een volk als dit is. En zouden Gods kinderen Hem niet recht en gerechtigheid toekennen?

Och, dat ons hart onder het recht des Heeren boog, opdat wij in den dag van Gods gramschap Hem prijzen en roemen mogen.
Want die dag komt den Heere. Het is de dag van Gods majesteit. Lang heeft het zich verhardend volk der Joden Sions Koning gesmaald, Zijn heiligdom onteerd, Zijn genade miskend. Maar de dag komt den Heere. Hij zal opstaan. En toen in dien dag is Hij verheerlijkt. O, zo vreselijk! Men leze de historie van Jeruzalems verwoesting door de Romeinen. Is er een weerga van het lijden, de rampen van het verworpen Jeruzalem? Blonk de heerlijkheid des Heeren niet over de verwoeste stad? Was die dag der vergelding niet een dag, die den Heere komt? Blonk Zijn recht en macht niet uit in dien dag, toen de vijanden de roof werd uitgedeeld in het midden van u, o Jeruzalem! En de huizen geplunderd en de vrouwen geschonden werden....

Zal de dag den Heere niet komen, in Zijn wrake over de Godtergende zonden der natiën en van Nederland, dat de God zijner vaderen de rug heeft toegekeerd? En als die dag komt zal dan de Heere niet heerlijk zijn in het midden van Zijn kerk? Ook Gods volk heeft uiterlijk deel in de plagen die over de wereld gaan; zij gaan niet langs Gods kinderen heen. Ook Jeremia zat op de puinhopen der stad en klaagde zijn klaagliederen.
O, neen, de roem van des Heeren lieve volk komt niet van de hoogte der bergen, maar uit de diepten van vernedering en verdrukking. Doch des Heeren recht wordt Gods volk lief en daarom zal het buigen en roepen: „Ik zal des Heeren gramschap dragen, want ik heb tegen Hem gezondigd". In de volheerlijke werkingen van Gods recht ten oordeel van de zonde, zal zich des Heeren volk verheugen.

Het is een dag des Heeren. Maar dan ook een dag van Gods onveranderlijke trouw. Hij is Jehovah: Ik zal zijn dien Ik zijn zal; eeuwig dezelfde. Hij bestuurt alle verdrukking der Zijnen en zal hen niet begeven noch verlaten. Hij zal Zijn volk behouden. Het overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden. De machtigsten der volkeren zijn in Gods hand slechts instrumenten; zagen en bijlen die Hij hanteert, maar die dan ook niets zonder Hem vermogen. Zij zullen niet verder gaan dan God Zelf hen toelaat. Hierin is de bewaring van des Heeren uitverkorenen.

Wij hebben ons voor te bereiden op plundering en gevangenis en schending der vrouwen, maar welk oordeel God voorts zenden zal, Gods volk gaat niet zonder troost de bangste tijden tegemoet. Het overige des volks, dat is het deel naar de verkiezing van Gods genade, zal uit de stad niet uitgeroeid worden. De toeleg der hel zal niet gelukken, om Gods volk van de aarde te verderven. Dat is satans toeleg geweest van den beginne af; van den broedermoord van Abel af tot op deze dag toe.
Een bond van goddelozen dreigt over de wereld zich te verspreiden, en onder den voet te lopen al wat God nog eren wil. Hoe schrikkelijk hun woeden ook zijn moge, nooit zal het gelukken de stad gans te vernietigen. De Heere houdt Zijn kerk in stand. Hij geve Zijne schapen onder Zijne hoede moed en krachten. Ziet de dag die den Heere komt, volk van God. De dag des gerichts opdat Hij heerlijk worde in het oordelen der zonde maar ook in uw behoudenis.

Eens komt de dag, die grote en doorluchtige dag des Heeren, waarin Hij alle goddelozen zal verdoen met den adem Zijner lippen. Maar ook dan zal de eeuwige verlossing van Zijn volk zijn, als Hij het Zijn kerk zal toeroepen: „Komt in gij gezegenden des Vaders en beërft het Koninkrijk, dat u is weggelegd voor de grondlegging der wereld". Ziet, volk van God, de dag komt den Heere!

Elk woedt om strijd, en toont zich onbeschroomd;
Men houwt en hakt, dat poort en binten beven;
Gelijk men slaaft, om bijlen aan te geven,
En ijv'rig kapt in 't hoog en dicht geboomt'.

Dus hebben z' ook, doldriftig, onbesuisd,
Graveerselen, pilaren, wanden, bogen,
Wier kunstsieraad de lust was van elks ogen,
Met zwaard, houweel en hamer woest vergruisd.

Uw heiligdom is door het vuur verteerd;
Niets heeft zijn glans voor 't woên des gloeds beveiligd;
Uw schoon paleis, Uw woning is ontheiligd,
Ten gronde toe in puin en as verkeerd.

"Laat", zeiden zij, "laat ons het ganse land,
Geplunderd, voor onz' overmacht doen zwichten."
Hun wrede vuist heeft al de Godsgestichten,
Uw naam ten hoon, verbrijzeld of verbrand.

Wij zien aan ons, na al dit ongeval,
Geen teek'nen meer van Uwe gunst gegeven;
Niet één profeet is ons tot troost gebleven;
Geen sterv'ling weet, hoe lang dit duren zal.
Misschien goed om de eigenlijke inhoud even naar voren te halen.
Reageren hoeft niet, neem het alleen maar voor jezelf met aandacht ter harte.
En misschien moet ik wel zeggen: Spant u een weinig in.
Dat was het doel, ook met name in verband met de tijd waarin we nu leven.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
AnJa
Berichten: 225
Lid geworden op: 17 jul 2018, 08:14

Re: Meditatie

Bericht door AnJa »

@Bijdrager
In antwoord op jouw vraag in het topic "Afwachten" ...
Bijdrager schreef:Ik wacht nog steeds af. Bijna 160 Posts hebben me niet veel verder gebracht in mijn worsteling mbt mijn (schoon)ouders. Gelukkig heb ik 1 pb die erg pastoraal insteekt.
..vond ik een meditatie die ik graag (mede voor jou) wil plaatsen.
Misschien dat je het hen kunt laten lezen of het zelf aan hen voorleest?

R.M.Mcheyne
~ Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering ~ Markus 2:17b

"Er zijn soms mensen die zeggen: Voor mij is er geen hoop meer. Ik heb vreemde heren liefgehad. Ik heb zulke grote zonden gedaan, ik ben zo diep gezonken in de zonden, ik heb mijn begeerlijkheden zo lang gevolgd... Nee, voor mij is alle hoop vervlogen.
Ik antwoord u:
Daar is wel hoop! Uw zonden kunnen u vergeven worden om Jezus' wil. Er is vergeving bij God. Och! Waarom zou de satan u zo misleiden? Het is waar, u hebt zich lang in het slijk van de zonde gewenteld, u hebt uw gezondheid verwoest en toch is er in Christus hulp te vinden. Hij is gekomen voor mensen zoals u bent!
Anderen zeggen:
Ik ben in het minst niet bekommerd over het heil van mijn ziel. Tot op dit ogenblik luisterde ik nooit met aandacht naar de prediking van het Woord van God. Ik gaf nooit acht op de Schrift. Ik had nooit een verlangen naar Christus, naar God of de dingen van de eeuwigheid.
Ik antwoord u :
Nog mag u tot Christus komen. Hoewel u zélf niet bekommerd bent over het lot van uw ziel, is Christus dat wél. Hij wenst uw ziel te behouden. Hoewel u zich niet bekommert om Christus, houdt Hij Zijn handen wijdt uitgestrekt om u in Zijn armen te ontvangen. Christus kwam niet op aarde omdat mensen bekommerd waren over hun ziel; Hij kwam omdat zij verlóren waren. Hij kwam om zóndaren tot bekering te roepen!

Er zijn mensen die zeggen:
Als ik verzekerd was dat ik een van de uitverkorenen ben, dan zou ik tot Christus komen. Maar ik vrees dat ik daar niet toe behoor.
Ik antwoord u:
Niemand is ooit tot Christus gekomen omdat hij verzekerd was dat hij behoorde tot de uitverkorenen. Het is waar dat God alleen naar Zijn welbehagen sommigen tot het eeuwige leven heeft uitverkoren, maar zij wisten dat zelf niet voordat zij tot Christus gekomen waren. Christus nodigt toch nergens de uitverkorenen om tot Hem te komen?
Anderen voegen eraan toe:
Als ik maar berouw kon hebben en geloven, dan zou ik tot Christus durven komen, maar ik heb geen berouw en geloof!
Ik antwoord u:
Christus wordt u niet aangeboden om uw geloof, maar omdat u een ellendig en verloren zondaar bent!
Misschien zegt u:
Ik vrees dat de markt gesloten is. Was ik maar tot Christus gekomen aan de morgen van mijn leven toen Hij mij werd aangeboden. Maar ik vrees dat nu de markttijd verstreken is.
Ik antwoord u:
Het is waar dat u vele jaren lang de Zaligmaker verworpen hebt. Toch biedt Hij Zichzelf nog aan tot behoud van uw ziel. Het was niet om iets goeds in u dat Hij Zichzelf aanbood, maar omdat u een ellendige, verlaten zondaar bent.
Hij is gekomen om zondaren zalig te maken!"
" Geeft U mij wijsheid vandaag"
Brbndr
Berichten: 430
Lid geworden op: 19 mei 2018, 00:02

Re: Meditatie

Bericht door Brbndr »

AnJa schreef:@Bijdrager
In antwoord op jouw vraag in het topic "Afwachten" ...
Bijdrager schreef:Ik wacht nog steeds af. Bijna 160 Posts hebben me niet veel verder gebracht in mijn worsteling mbt mijn (schoon)ouders. Gelukkig heb ik 1 pb die erg pastoraal insteekt.
..vond ik een meditatie die ik graag (mede voor jou) wil plaatsen.
Misschien dat je het hen kunt laten lezen of het zelf aan hen voorleest?

R.M.Mcheyne
~ Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering ~ Markus 2:17b

"Er zijn soms mensen die zeggen: Voor mij is er geen hoop meer. Ik heb vreemde heren liefgehad. Ik heb zulke grote zonden gedaan, ik ben zo diep gezonken in de zonden, ik heb mijn begeerlijkheden zo lang gevolgd... Nee, voor mij is alle hoop vervlogen.
Ik antwoord u:
Daar is wel hoop! Uw zonden kunnen u vergeven worden om Jezus' wil. Er is vergeving bij God. Och! Waarom zou de satan u zo misleiden? Het is waar, u hebt zich lang in het slijk van de zonde gewenteld, u hebt uw gezondheid verwoest en toch is er in Christus hulp te vinden. Hij is gekomen voor mensen zoals u bent!
Anderen zeggen:
Ik ben in het minst niet bekommerd over het heil van mijn ziel. Tot op dit ogenblik luisterde ik nooit met aandacht naar de prediking van het Woord van God. Ik gaf nooit acht op de Schrift. Ik had nooit een verlangen naar Christus, naar God of de dingen van de eeuwigheid.
Ik antwoord u :
Nog mag u tot Christus komen. Hoewel u zélf niet bekommerd bent over het lot van uw ziel, is Christus dat wél. Hij wenst uw ziel te behouden. Hoewel u zich niet bekommert om Christus, houdt Hij Zijn handen wijdt uitgestrekt om u in Zijn armen te ontvangen. Christus kwam niet op aarde omdat mensen bekommerd waren over hun ziel; Hij kwam omdat zij verlóren waren. Hij kwam om zóndaren tot bekering te roepen!

Er zijn mensen die zeggen:
Als ik verzekerd was dat ik een van de uitverkorenen ben, dan zou ik tot Christus komen. Maar ik vrees dat ik daar niet toe behoor.
Ik antwoord u:
Niemand is ooit tot Christus gekomen omdat hij verzekerd was dat hij behoorde tot de uitverkorenen. Het is waar dat God alleen naar Zijn welbehagen sommigen tot het eeuwige leven heeft uitverkoren, maar zij wisten dat zelf niet voordat zij tot Christus gekomen waren. Christus nodigt toch nergens de uitverkorenen om tot Hem te komen?
Anderen voegen eraan toe:
Als ik maar berouw kon hebben en geloven, dan zou ik tot Christus durven komen, maar ik heb geen berouw en geloof!
Ik antwoord u:
Christus wordt u niet aangeboden om uw geloof, maar omdat u een ellendig en verloren zondaar bent!
Misschien zegt u:
Ik vrees dat de markt gesloten is. Was ik maar tot Christus gekomen aan de morgen van mijn leven toen Hij mij werd aangeboden. Maar ik vrees dat nu de markttijd verstreken is.
Ik antwoord u:
Het is waar dat u vele jaren lang de Zaligmaker verworpen hebt. Toch biedt Hij Zichzelf nog aan tot behoud van uw ziel. Het was niet om iets goeds in u dat Hij Zichzelf aanbood, maar omdat u een ellendige, verlaten zondaar bent.
Hij is gekomen om zondaren zalig te maken!"
nice post. thank you.
Bijdrager
Berichten: 190
Lid geworden op: 02 aug 2017, 20:08

Re: Meditatie

Bericht door Bijdrager »

AnJa schreef:@Bijdrager
In antwoord op jouw vraag in het topic "Afwachten" ...
Bijdrager schreef:Ik wacht nog steeds af. Bijna 160 Posts hebben me niet veel verder gebracht in mijn worsteling mbt mijn (schoon)ouders. Gelukkig heb ik 1 pb die erg pastoraal insteekt.
..vond ik een meditatie die ik graag (mede voor jou) wil plaatsen.
Misschien dat je het hen kunt laten lezen of het zelf aan hen voorleest?

R.M.Mcheyne
~ Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering ~ Markus 2:17b

"Er zijn soms mensen die zeggen: Voor mij is er geen hoop meer. Ik heb vreemde heren liefgehad. Ik heb zulke grote zonden gedaan, ik ben zo diep gezonken in de zonden, ik heb mijn begeerlijkheden zo lang gevolgd... Nee, voor mij is alle hoop vervlogen.
Ik antwoord u:
Daar is wel hoop! Uw zonden kunnen u vergeven worden om Jezus' wil. Er is vergeving bij God. Och! Waarom zou de satan u zo misleiden? Het is waar, u hebt zich lang in het slijk van de zonde gewenteld, u hebt uw gezondheid verwoest en toch is er in Christus hulp te vinden. Hij is gekomen voor mensen zoals u bent!
Anderen zeggen:
Ik ben in het minst niet bekommerd over het heil van mijn ziel. Tot op dit ogenblik luisterde ik nooit met aandacht naar de prediking van het Woord van God. Ik gaf nooit acht op de Schrift. Ik had nooit een verlangen naar Christus, naar God of de dingen van de eeuwigheid.
Ik antwoord u :
Nog mag u tot Christus komen. Hoewel u zélf niet bekommerd bent over het lot van uw ziel, is Christus dat wél. Hij wenst uw ziel te behouden. Hoewel u zich niet bekommert om Christus, houdt Hij Zijn handen wijdt uitgestrekt om u in Zijn armen te ontvangen. Christus kwam niet op aarde omdat mensen bekommerd waren over hun ziel; Hij kwam omdat zij verlóren waren. Hij kwam om zóndaren tot bekering te roepen!

Er zijn mensen die zeggen:
Als ik verzekerd was dat ik een van de uitverkorenen ben, dan zou ik tot Christus komen. Maar ik vrees dat ik daar niet toe behoor.
Ik antwoord u:
Niemand is ooit tot Christus gekomen omdat hij verzekerd was dat hij behoorde tot de uitverkorenen. Het is waar dat God alleen naar Zijn welbehagen sommigen tot het eeuwige leven heeft uitverkoren, maar zij wisten dat zelf niet voordat zij tot Christus gekomen waren. Christus nodigt toch nergens de uitverkorenen om tot Hem te komen?
Anderen voegen eraan toe:
Als ik maar berouw kon hebben en geloven, dan zou ik tot Christus durven komen, maar ik heb geen berouw en geloof!
Ik antwoord u:
Christus wordt u niet aangeboden om uw geloof, maar omdat u een ellendig en verloren zondaar bent!
Misschien zegt u:
Ik vrees dat de markt gesloten is. Was ik maar tot Christus gekomen aan de morgen van mijn leven toen Hij mij werd aangeboden. Maar ik vrees dat nu de markttijd verstreken is.
Ik antwoord u:
Het is waar dat u vele jaren lang de Zaligmaker verworpen hebt. Toch biedt Hij Zichzelf nog aan tot behoud van uw ziel. Het was niet om iets goeds in u dat Hij Zichzelf aanbood, maar omdat u een ellendige, verlaten zondaar bent.
Hij is gekomen om zondaren zalig te maken!"
Hartelijk dank voor deze post. Dit kan ik goed gebruiken!


Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk
Plaats reactie