eilander schreef:Junia schreef:Posthoorn schreef
Feit is dat iemand deel kan hebben aan het heil en toch later uitgeworpen wordt. Dat kun je alleen verklaren door een 'uitwendig' deel hebben aan het heil/het heil van Israël/het heil van de gemeente. Wie namelijk WAARLIJK door het geloof deel heeft aan het heil, kan niet uitgeworpen c.q. afgebroken worden.
Op grond waarvan heeft de baby deel aan het heil? Men heeft toch alleen deel aan het heil op grond van geloof?
Zo'n constructie van 'uitwendig/inwendig' deel hebben ergens aan lees ik nergens in de Bijbel maar is in het leven geroepen om zaken toch weer kloppend te krijgen.
Dat laatste is echt onzin. De kinderen des Koninkrijks kunnen verloren gaan. Uitwendig deelden ze in de voorrechten van het verbondsvolk, en hadden ze de belofte ervan. Maar het deed hun geen nut.
Daar zie je precies dat het Joodse verbondsvolk, even als de heidenen, geloof nodig heeft om deel te kunnen krijgen aan de wortel.
Onder de schare bevonden zich in Mattheus 8, wellicht ook de Farizeeërs en de Schriftgeleerden. Die vonden zich heel wat, en waren in hun beleving met het volbrengen van de wet als kinderen van Abraham, al met één been in Gods koninkrijk. Maar de heidense hoofdman over honderd geloofde eenvoudig in de Heere Jezus, en hij ging hen voor in het koninkrijk.
Dus is er geloof, dan wordt een mens gerechtvaardigd. En wij geloven dat er geen afval der heiligen/gelovigen is.
Posthoorn schreef:Feit is dat iemand deel kan hebben aan het heil en toch later uitgeworpen wordt.
Als je met het heil het eeuwig heil in Christus bedoelt, zeg ik : nee dat kan nooit!
Of bedoel je een ander heil?
Het verbondsvolk Israel had uiterlijk deel aan de zegeningen van het verbond zoals God dat aan Abraham had beloofd.
Dat uiterlijke deel kan je niet één op één overzetten op de gemeente van na Pinksteren, want daar zijn ook heidenen onderdeel van.
De uiterlijke verbondsbeloften zijn alleen voor degene met wie het verbond gesloten is, de Joden. Echter de geestelijke beloftes van dat verbond zijn - in Christus! - voor Jood én heiden.
Dat een jood door ongeloof geen nut heeft van de geestelijke beloftes is dus zeker waar. Hij zal dan verloren gaan. De gemeente in het NT is echter een geestelijke eenheid van Jood én heiden, door het geloof in Christus. Vandaar dat je dat Abrahamitische verbond daar niet op kunt toepassen.