Toeschouwer314 schreef:Piet Puk schreef: Zijn er trouwens kandidaten geplaatst bij de afgetreden kerkenraadsleden of is er een vrije stemming? Of is dit nog niet bekend?
Nee, totaal 40 kandidaten op de lijst. Naast de namen van de kerkenraadsleden die vorige zijn afgetreden nog 20 nieuwe namen. Hieruit moet elk aanwezig. 5 of 6 nieuwe namen naast de namen van de zojuist afgetreden 5 of 6 ouderlingen en 15 of 14 nieuwe namen naast de zojuist afgetreden 15 of 14 ouderlingen. Elke manslidmaat op de ledenvergadering moet uit deze lijst 5 + 15 namen kiezen voor het ambt van ouderling resp. diaken.
Stel dat er 500 leden aanwezig zijn. Dan worden in totaal dus 10000 ( ! ) stemmen uitgebracht. Het tellen van de stemmen zal dus zeker een uur in beslag nemen. Hebben dan 5 + 15 kandidaten inderdaad de meerderheid, dus minstens 251 stemmen ?? Zo niet dan volgt een 2e stemronde. Ik hoop dat de aanwezigen weer thuis zijn voor dat het licht wordt.....
Verstuurd vanaf mijn SM-G920F met Tapatalk
Vrije stemming vindt geen grond in de Dordtse Kerkenordening (D.K.O., deze wordt gebruikt door de Ger. Gem. in Ned.). De artikelen 22 en 24 handelen respectievelijk over de verkiezing der ouderlingen en de verkiezing der diakenen. Deze luiden als volgt:
Art. 22: "De verkiezing der Ouderlingen
De ouderlingen zullen door het oordeel des kerkenraads en der diakenen verkozen worden; zo dat het naar de gelegenheid van een ieder Kerk vrij zal zijn, zo veel ouderlingen als er van node zijn, aan de gemeente voor te stellen, om van die zelve — ten ware dat er enig beletsel voorviel — geapprobeerd en goedgekend zijnde, met openbare gebeden en stipulatiën bevestigd te worden; of een dubbel getal, om het halve deel bij de gemeente verkoren te worden, en op dezelfde wijze in den dienst te bevestigen, volgens het formulier daarvan zijnde."
Art. 24: "De verkiezing der Diakenen
Dezelfde wijze, die van de Ouderlingen gezegd is, zal men ook onderhouden in de verkiezing, approbatie en bevestiging der Diakenen."
In de geschiedenis van het gereformeerd kerkrecht zijn er 3 verkiezingswijzen:
-Daar was 1e de meer aristocratische manier van Wezel, 1568, en Embden, 1571, die ook in de Franse kerken gevolgd werd, waarbij de kerkenraad alleen verkiest zonder medewerking van de gemeente en daarna de gekozenen alleen aan de gemeente ter approbatie of goedkeuring voorstelt, zodat aan de gemeente alleen het recht van stilzwijgende goedkeuring of gemotiveerde afkeuring toekomt;
-2e de meer aristocratisch-democratische manier van de particuliere synode van Dordrecht, 1574, waarschijnlijk aan de Franse vluchtelingenkerk te Londen, onder leiding van Valerandus Pollanus en door haar aan Straatsburg, waar Calvijn diende, ontleend; volgens welke de kerkenraad een dubbel getal maakt, waaruit de gemeente dan de helft kan kiezen. Hier ontvangt de gemeente ook invloed op de keuze van de personen; en
-3e de meer democratische manier van de Hollandse vluchtelingenkerk te Londen, onder leiding van Johannes a Lasco, die in zijn „Forma ac ratio” etc. bepaalde, dat de gemeente, na bidden en vasten, bij vrije stemming een groslijst moest opmaken, en de kerkenraad daarna uit dat grostal de besten en meest geschikten moest kiezen.
Onze vaderen hebben afwijzend gestaan tegen de laatste wijze, zij achtten deze independentisch. De D.K.O. geeft wel grond voor de eerste twee verkiezingswijzen de laatste niet. Dr. H. Bouwman (1863-1933), de vermaarde kerkrechtdeskundige concludeert dan ook met betrekking tot de vrije stemming: "De Kerkenordening stelt den regel, dat de ouderlingen „door het oordeel des kerkeraads en der diakenen verkozen worden”. Hiermede is uitgesproken, dat een geheel vrije stemming van de leden der gemeente, geheel onafhankelijk van den kerkeraad, ongeoorloofd is. De Gereformeerden hebben volkomen terecht deze independentistische gedachte, die de volkssouvereiniteit huldigt, als in strijd met de Schrift veroordeeld. De Heere heeft zelf opzieners over zijne kerk aangesteld, die de gemeente hebben te weiden en te waken over de zielen. En aan de gemeente wordt bevolen, de leiding der opzieners te erkennen en hun gehoorzaam te zijn (Ef. 4: 11; Hand. 20: 28; 1 Petr. 5: 2 ; Hebr. 13: 17). Om die reden is ook de leiding van en de beslissing bij de verkiezing in handen van den kerkeraad. Dit is ook de bedoeling van de woorden: „De ouderlingen zullen door het oordeel des kerkeraads en der diakenen verkozen worden”."
In Opheusden is los van de vraag of het al dan niet verstandig is dat de huidige kerkenraad zich herkiesbaar stelt, hierin wel juist gehandeld. Zij volgen dus de meest gangbare wijze nl. de aristocratisch-democratische wijze van verkiezing. Hierbij geldt dat de D.k.O. niet spreekt van
dubbeltallen maar van een
dubbel getal. Dit betekend dus als er (bijv.) 4 vacatures zijn voor ouderlingen, dat er 8 personen aan de gemeente worden voorgesteld waaruit de helft gekozen wordt. Het is dan niet zo dat er 4 tweetallen zijn! Zijn er 8 vacatures dan worden er 16 personen aan de gemeente voorgesteld etc. etc. etc.
In Opheusden geldt dan - ik las over 6 ouderlingen- dat er dan 12 personen voorgesteld worden aan de gemeente, waaruit de helft (die de meerderheid) heeft gekozen wordt. Daarnaast is er de verkiezing der diakenen: in Opheusdens geval 28 personen worden voorgesteld aan de gemeente, hieruit wordt de helft gekozen.
De verkiezing der ouderlingen en diakenen is dus los van elkaar.
Het is overigens ook niet zo dat je aftredend/herkiesbaar bent voor het ambt van diaken ook op een verkiesbare plaats mag staan voor het ouderlingschap.