Beste Hendrikus,Hendrikus schreef:Merkwaardig uitgangspunt: exegetisch misschien niet helemaal zuiver, ach wat maakt het uit; niet helemaal ordelijk, tja, kan gebeuren. Maar de ware bevinding van de kerk werd wel verklaard. En daar gaat het uiteindelijk om.-DIA- schreef:Hij was een man die zeer onderwijzend en separerend preekte, al waren zijn preken niet altijd even ordelijk, of exegetisch 100 % zuiver, maar de ware bevinding van de kerk werd wel verklaard.
O ja? Gaan we naar de kerk om “de ware bevinding van de kerk” te horen verklaren? En als het exegetisch niet klopt, dan maakt dat niet zoveel uit?
Sorry, maar dat lijkt me geen gezonde basis.
Ik ben het met u eens dat een prediking exegetisch wel
in overeenstemming met de Heilige Schrift moet zijn.
Maar u zult het wel met mij eens zijn,
dat een prediking voorwerpelijk-onderwerpelijk,
m.a.w. Schriftuurlijk-bevindelijk, dient te zijn.
Er zijn predikers die zeer goed exegetisch en dus voorwerpelijk
het Woord kunnen verklaren. Zij hebben daartoe de gaven.
Dat is alleen maar aan te bevelen, opdat er Schriftkennis in de gemeente zij.
Alleen zijn er ook echter predikers, die minder onderlegd zijn in de exegese,
maar de zalving hebben om het Woord ondervindelijk te verklaren,
die strict-voorwerpelijke predikers missen.
Om met Ds. J. van Lodesteijn te spreken:
De letterkennis daarentegen stelt zich tevreden met de buitenkant,
de schors der waarheid.
Ik heb het volgende daarover gevonden van
wijlen de hervormde predikant Prof. Dr. C. Graafland:
Het is opvallend, hoe vaak en nadrukkelijk Lodenstein spreekt over de kennis. De kennis van de Waarheid, van de leer, vooral van God. Hij schrijft ergens, dat de kennis van God de kern is van de Godsdienst. Men heeft eropgewezen, dat hier invloed van G. Voetius blijkt, die ook de kennis heeft ge-zien als het wezen van het geloof. Maar Voetius staat in dit opzicht weer inde traditie, die door Calvijn is ingezet en in de Orthodoxie van Beza en Gomarus is voortgezet. Dat Lodenstein in dit opzicht vertegenwoordiger is vaneen typisch Nederlandse traditie, blijkt o.a. daaruit, dat hij het als een zwakte van de Engelse kerk beschouwt, dat zij wel de vroomheid uitstekend beoefent maar dat de kennis te kort komt!
Dit in onderscheid met Nederland,waar beide met elkaar verbonden worden. Van de letterkennis geldt echter,dat zij uiterst gevaarlijk is. Andere misstanden hebben hun duizenden verslagen, maar de letterkennis haar tienduizenden. Lodenstein ziet vooral hieraande kerk te gronde gaan. Dat geldt vooral daarom, omdat zij meestal gepaard gaat met een burgerlijk netjes leven, dat men dan aanziet voor een waarchristelijk leven. Letterkennis en burgerlijkheid gaan samen. Maar zij zijnbeide onvoldoende, ja verkeerd.Vragen wij naar het inhoudelijke verschil tussen de letterkennis en de geestelijke kennis, dan kunnen wij voor een deel aansluiten bij wat bovenreeds is aangegeven. De geestelijke kennis voert tot de kennis van God zelf inChristus, tot een vereniging met Hemzelf. Zij richt zich op de inhoud van deWaarheid, die ten diepste een Persoon is. De letterkennis daarentegen steltzich tevreden met de buitenkant, de schors der waarheid. Zij richt zich niettot God in Christus zelf, maar beperkt zich tot de gaven en weldaden vanGod. Tegelijk hiermee verbonden is er verschil wat betreft de bron, waaruitzij voortkomen. De geestelijke kennis is het werk van God zelf door zijn Geest. Zij is voluit bovennatuurlijke kennis. De letterkennis wordt door de mens zelf verworven. Zij is natuurlijke kennis, ook al richt zij zich op de geopenbaarde waarheid. Een belangrijk verschil ligt ook in de wijze, waarop deze kennis in de mens functioneert. De geestelijke kennis is bevindelijke kennis. Zij wordt niet slechts met het verstand gekend, maar vooral ook methet hart gevoeld en genoten. 'Genieting' staat hier tegenover 'bevatting'