http://www.refdag.nl/kerkplein/kerknieu ... p_1_640368
Dit is een uitleg van de doop die je bij geen Reformator of Nadere reformator zal tegenkomen. Lees b.v. Calvijns hoofdstuk over de doop in zijn InstitutieHet doopformulier noemde de inleider in navolging van voormalig directeur L. M. P. Scholten van de Gereformeerde Bijbelstichting „een samenvatting van het beste gedachtegoed uit de traditie van de Reformatie.”
In zijn uitleg van het doopformulier volgt ds. Van Voorden de visie van ds. Kersten in diens ”Gereformeerde dogmatiek”. Deze stelt dat elk kind van nature een kind des toorns is, maar niet iedere gedoopte is opgenomen in het verbond der genade.
Als verklaring voor het feit dat het formulier dan toch zo ruim spreekt over de reikwijdte van de doop, stelt ds. Van Voorden dat dit zo moet worden uitgelegd dat de volle zaligheid alleen voor de uitverkoren is bestemd. De weldaden van het verbond gelden voor de uitverkoren kerk en niet voor elk gedoopt kind.
Ds. Van Voorden zegt zich ervan bewust te zijn dat er in de loop der tijd veel discussie is geweest over de woorden uit het formulier ”in Christus geheiligd zijn”. In zijn behandeling van deze uitdrukking laat hij zich leiden door de uitleg van ds. Kersten: Er moet onderscheid worden gemaakt tussen het inwendig en het uitwendig zijn in het verbond. Ds. Van Voorden: „Door de doop is het kind afgezonderd van de wereld en leeft op het erf van het verbond. Door de doop draagt het kind het merkteken van Christus en daarom is het heel erg als het hiermee op plaatsen komt waar het niet hoort te zijn. De middelen der genade mogen biddend worden waargenomen.”
Toch mogen volgens ds. Van Voorden ouders en leerkrachten nooit tot de gedoopten zeggen: „God wil je Vader zijn.” De predikant noemt dit een dwaling. Het verbond der genade is volgens hem een eeuwig verbond en de beloften zijn ja en amen voor de uitverkorenen. Ten onrechte wordt hiervan een ”verbond der aanbieding” gemaakt, aldus ds. Van Voorden. „De beloften moeten voorgesteld worden, maar pleiten op de belofte is een geloofswerk en kan alleen door gelovigen worden gedaan.”
Het is ook een uitleg van ons doopsformulier die zo ver bezijden dat je het bijna lasterlijk kunt noemen.Teelinck schreef:Het voornaamste en belangrijkste doel van de doop is altijd geweest dat Gods genade daarin aan de dopeling wordt verzegeld. De vastheid van deze genade hangt niet af van geloof en bekering. Zij wordt beloofd en toegezegd omwille van de volkomen verdienste van Christus. (Huys-boeck)
Ik weet dat ik zware woorden spreek maar hopelijk willen jullie studie maken bij onze (nadere) reformatoren en hun opvattingen over de doop. Je zult dan ontdekken dat zij een gans andere opvatting hebben als ds A. van Voorden.