huisman schreef:Na heel veel postings komen wij er nog niet uit. O.a door je PB's heb ik begrip gekregen voor je motivatie voor het verdedigen van de rechtvaardiging van eeuwigheid. Toch blijf het een zeer omstreden leerstuk wat opnieuw blijkt uit de teksten die jij post. Die gaan over de verkiezing (in Christus) maar niet over de rechtvaardiging. Laat ik eens wat stellingen omschrijven om te kijken waar onze verschillen liggen.
1.Als Paulus in Rom 3 zegt dat de gehele wereld verdoemelijk voor God is geldt dat ook voor de van eeuwigheid gerechtvaardigden?
2.Rechtvaardigd God goddelozen of al van eeuwigheid gerechtvaardigden?
3.Hoe ziet God Zijn uitverkorenen, van eeuwig rechtvaardig ? Of doemwaardig en goddeloos en nochtans geliefd met een eeuwige liefde en besloten om in de tijd in hen de ganse zaligheid uit te werken.
4. Ben je het met mij eens dat de rechtvaardiging van de goddeloze het kernthema van de Schrift is en als het goed is de vraag van een zondaar "“Mijn ziele doorziet gij uw lot? Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?”
Waar ik erg bang voor ben is dat de leer van de rechtvaardiging van eeuwigheid lijdelijk maakt of ongegrond gerust.
Ik heb idd goede dogmatieken (dus niet die van Ds Kersten
(dit is een grapje niet boos worden op huisman) ) Maar begin in zulke discussies altijd met de Schrift daarna onze 3FvE en dan Calvijns Institutie. Ja en die zwijgen allemaal over de rechtvaardiging van eeuwigheid.
Op het eerste: kun jij voor mij onder woorden brengen het verschil tussen verkiezing tot de zaligheid en rechtvaardiging van eeuwigheid? Wat valt nog onder verkiezing en wat wordt dan rechtvaardiging van eeuwigheid. Waarin verschil je van mijn definities? (Het kan je gedachte-ordening helpen. Nu ga je vaak niet op mijn vragen in of je verschuilt je achter citaten -al dan niet door mede-forummers ingefluisterd, maar als ik wat verwoord, ga je kritiek leveren. Dat vind ik best hoor, maar exegetiseer zelf ook eens wat en breng zelf ook eens je standpunt onder woorden. Juist de weergave in eigen woorden geeft aan of je iets al dan niet begrepen hebt).
Als antwoord op jouw vragen.
1. Ja, zolang zij buiten Christus zijn wel;
2. God rechtvaardigT
in de tijd van eeuwigheid gerechtvaardigden als goddelozen en goddelozen zijnde van eeuwigheid gerechtvaardigden;
3. God ziet in Zijn besluit van eeuwigheid de zondaar in Christus als gerechtvaardigd. Buiten Christus is God een verterend Vuur en een eeuwige Gloed bij Wie niemand wonen kan. God ziet de zondaar
in de tijd: a) voor de val: als rechtvaardig b) na de val: als goddeloos c) na inlijving in Christus: als rechtvaardig. Dus zoals jij het al zegt met wat cruciale toevoegingen:
in zichzelf doemwaardig en goddeloos en nochtans geliefd
in Christus met een eeuwige liefde en besloten om in de tijd in hen de ganse zaligheid uit te werken.;
4. Daar ben ik het mee oneens. Daar zit wellicht het verschil. Het kernthema van de Schrift is absoluut de verheerlijking van God. Dáár gaat het hoofdzakelijk om. De ernst van de val zit hem er in de eerste plaats niet in, dat ík verdoemelijk ben, maar dat we God niet meer kunnen verheerlijken! Ons enige scheppingsdoel was toch de verheerlijking van God? De komst van Christus was toch in de eerste plaats om God te verheerlijken (Ere zij God én in de mensen een welbehagen). God wil dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiedt! Daarom is er betaling nodig of door onszelf, of door een Ander (vr/a 12)! Dat is het hoofddoel van Christus komst. God is niet allereerst een God Die aan onze wensen voldoet (zie het topic over Godsbeeld). Natuurlijk is de vraag van Mc Cheyne wezenlijk voor ieder mens, en ook menselijk om daarmee te beginnen. Het doel van de verkiezing is echter dat God verheerlijkt wordt! Dat was het doel van de Schepping, van de Wet en ook van het Evangelie: God krijgt waar Hij recht op heeft en laat Zijn kinderen daarin delen!
Jouw angst kan ik plaatsen, maar diezelfde angst kun je hebben, bij standpunten waar we het wel over eens zijn (bijv er is een uitverkiezing), genade is onmisbaar (Paulus had ook te maken met mensen die dan reageren met: meer zondigen, dan meer genade). Dan hoef je ook geen oproep tot geloof te doen, want dan denken de mensen dat ze dat zelf kunnen etc etc ...
Lees allereerst je Bijbel en vertel me waarom de door mij aangehaalde teksten wel iets over de verkiezing zeggen en niet over de rechtvaardiging van eeuwigheid (kijk ook eens naar Joh. 17:6);
Lees ten tweede eens goed in je goede dogmatieken en vertel mij het fundamentele verschil tussen eeuwig besluit van verkiezing, genadeverbond van eeuwigheid en rechtvaardiging van eeuwigheid. En waarom je van dat laatste niets moet weten en van die eerste 2 wel.