Leer der alverzoening

Jongere
Berichten: 7754
Lid geworden op: 14 apr 2004, 15:45

Re: Leer der alverzoening

Bericht door Jongere »

Jongere schreef: Al wil ik als ik tijd heb misschien eens een poging wagen met bijbelteksten.
Zoals beloofd. Met in het achterhoofd dat het denk ik niet vruchtbaar is om deze vragen stuk voor stuk af te pellen. Veel meer gaat het om een totaalbeeld, een gezonde blik te krijgen op de Bijbel en wat God ons daarin wil leren. Maar nu wordt gedaan alsof het hier om stuk voor stuk onbeantwoordbare vragen gaat en dat is niet juist. Veel vragen geven al blijk van een maar gedeeltelijk lezen van de Bijbel. Sommige vragen zijn zelfs zeer onbijbels en veronderstellen dingen over God die onjuist zijn.

Ik hoop dat degenen die de moeite willen nemen om het te lezen, ook alles willen lezen. Dus ook de hele teksten en wat daar nu eigenlijk precies staat.
Als u in een plaats genaamd “hel” gelooft, hoe gaat u de volgende vragen dan beantwoorden:
Daar geloof ik in. De Bijbel spreekt er duidelijk over in onder meer Daniël 12:2, Jesaja 66:24, Deut 32:22, Psalm 55:16, Matteüs 5:22, 29-30; Matth. 10:28; Matth. 18:9; Matth. 23:15,33; Markus 9:43-47; Lukas 12:6; Lukas 16:23, 2 Thess. 1:9, Openb. 14:11, Openb. 20: 14-15. De vragen zijn dus blijkbaar aan mij gericht en ik zal ze proberen te beantwoorden.
Als God ons de opdracht geeft onze vijanden lief te hebben, is het dan niet veilig om aan te nemen dat God Zijn vijanden lief heeft?
Ten eerste laat God duidelijk zien in zijn Woord dat hij de zonde haat. (Daar lijken me geen tekstverwijzingen voor nodig) Ten tweede kun je je afvragen in welke context deze woorden zijn gesproken. Betekent "onze vijanden lief hebben" alle mensen lief hebben? In dat geval was de psalmdichter van psalm 139 ver van zijn plaats toen hij zei: Zou ik niet haten, HEERE! die U haten? en verdriet hebben in degenen, die tegen U opstaan? Ik haat hen met volkomen haat, tot vijanden zijn zij mij. Ten derde moet je je niet afvragen wat veilig is om aan te nemen op basis van logische conslusies, maar wat het Woord van God ons leert.
Als de mens verkeerd doet door kwaad met kwaad te vergelden, is het dan niet veilig aan te nemen dat God geen kwaad met kwaad vergeldt?
Nee, dat is niet veilig. Er is een duidelijk verschil tussen de mens en God en ook tussen wat de mens moet (en mag) doen en wat God doet. In Romeinen 12 spreekt Paulus over het wreken van onszelf (kwaad met kwaad vergelden):
Wreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere. Indien dan uw vijand hongert, zo spijzigt hem; indien hem dorst, zo geeft hem te drinken; want dat doende, zult gij kolen vuurs op zijn hoofd hopen. Wordt van het kwade niet overwonnen, maar overwint het kwade door het goede.
Waarom moeten christenen zichzelf niet wreken? Niet omdat God dat ook niet doet, maar omdat er geschreven staat dat God het zál doen. Blijkbaar kunnen we de geboden en richtlijnen die voor de mens bestemd zijn niet zomaar op God betrekken.
Is eeuwigdurende straf op een manier die zijn weerga niet kent kwaad voor kwaad vergelden?
Ja, gelukkig is het dat. Kwaad met kwaad vergelden wordt ook wel gerechtigheid genoemd. Vervloekt zij, die de woorden dezer wet niet zal bevestigen, doende dezelve! En als één ding duidelijk is, is het dat God kwaad met kwaad zal vergelden (voor hen die niet in Christus zijn, maar dat laat ik even terzijde). Teksten voor een vergeldende God hoef ik toch niet aan te halen? Lees alleen het gebed in psalm 79 (en daarnaast in veel meer psalmen). Veel meer moeite zou ik hebben met een God (als je dat al mag zeggen, wie zou durven antwoorden tegen een levende God?) die de zonden niet zou straffen. God is rechtvaardig in Zijn spreken, rein in Zijn richten (Psalm 51).
Wij worden opgeroepen om kwaad met goed te beantwoorden. Mogen we dan aannemen dat God dit zelf ook doet?
Nee, dat mogen we niet aannemen. Omdat we spreken over verschillende verhoudingen. Als iemand je vriend vermoord, mag je volgens het Nederlands recht niet vervolgens die persoon vermoorden. Waarom niet? Omdat de rechter in ons land de straffen toekent en deze persoon zal veroordelen. Zie ook een eerdere vraag (Romeinen 12): God is totaal anders dan ons mensen. En Hij staat ook in een andere verhouding met ons dan wij met elkaar staan. Maar God is Rechter; Hij vernedert dezen, en verhoogt genen. (Psalm 75) Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere. (Romeinen 12)
Als ieder mens rechtvaardig een eindeloze straf verdient…zijn dan degenen die gered worden niet onrechtvaardig gered?
Ik begin me werkelijk af te vragen of de persoon die deze vragen heeft opgesteld christen is, ik kan het niet geloven. Dit is de basis boodschap van het hele christendom. Ik voor u. Om een paar teksten te noemen:
Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. (Jesaja 53)

En misschien wel de duidelijkste (en één van de mooiste en meest kernachtige teksten uit de Bijbel):
Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. (2 Korinthe 5:21)

En welke "ons" is dat dan in beide verzen:
Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn (Romeinen 8:1) Die in Hem zijn.

Ieder mens verdient rechtvaardig eindeloze straf. God maakte vergeving mogelijk. Maar niet door de zonden door de vingers te zien! Dan zou inderdaad ieder die gered worden, onrechtvaardig worden gered. Maar God heeft voor hen die gered zullen worden de straf zelf betaald! Deze tekst geeft exact het antwoord op de vraag:
En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is; Welken God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods;
Is God onrechtvaardig omdat Hij blijkbaar zonden heeft vergeven van bijvoorbeeld David? Nee, Hij heeft Zijn rechtvaardigheid in de vergeving duidelijk betoond, verzegeld en bekrachtigd door de "voorstelling" van Christus Jezus tot een verzoening door het geloof in Zijn bloed!

Alleen zo kan Johannes deze op het eerste gezicht wonderlijke zin uitspreken:
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid.
Is vergeven van zonden rechtvaardig? Zou een rechter die de moordenaar van je vriend vrijuit zou laten gaan omdat hij hem vergeeft rechtvaardig zijn? God kàn rechtvaardig blijven, zelfs in het vergeven van zonden. Want ze zijn gestraft op Zijn eigen Zoon. Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde gemaakt.
Als jij genoeg kracht had, zou je alle mensen dan niet verlossen van zonde?
Wat ik zou doen weet ik niet en vind ik een onzinnige vraag om over na te denken met een verdorven hart. Ik kan alleen maar blij zijn deze macht niet te hebben.
En of God het zou moeten doen? Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot dengenen, die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt? Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit denzelfden klomp te maken, het ene vat ter ere, en het andere ter onere? En of God, willende Zijn toorn bewijzen, en Zijn macht bekend maken, met vele lankmoedigheid verdragen heeft de vaten des toorns, tot het verderf toebereid; En opdat Hij zou bekend maken den rijkdom Zijner heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid, die Hij te voren bereid heeft tot heerlijkheid?
Ben jij genadiger dan God, die je gemaakt heeft?
Dat ben ik absoluut niet, het tegendeel ervan juist. God en mens zijn absoluut onvergelijkbaar en het is haast godslasterlijk om op deze manier God onze wil en onze gedachten op te leggen. Dat wij mensen volstrekt de andere natuur hebben dan God heeft, blijkt bijvoorbeeld uit Efeze 2, waar ze achter elkaar worden genoemd en des te scherper de tegenstelling laten zien:
(...)en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen; Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft (...) (Efeze 2:3,4)
Als iemand gemaakt word voor eindeloze ellende, is hij/zij dan nog verschuldigd om God te danken voor zijn/haar bestaan?
Als God wist toen hij de mens creëerde dat veruit de meeste een eindeloze kwelling zouden ondergaan..was dit dan niet Zijn wil voor deze grote groep mensen?
Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat. Wat zullen wij dan zeggen? Is er onrechtvaardigheid bij God? Dat zij verre. Want Hij zegt tot Mozes: Ik zal Mij ontfermen, diens Ik Mij ontferm, en zal barmhartig zijn, dien Ik barmhartig ben. Zo is het dan niet desgenen, die wil, noch desgenen, die loopt, maar des ontfermenden Gods. Want de Schrift zegt tot Farao: Tot ditzelve heb Ik u verwekt, opdat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en opdat Mijn Naam verkondigd worde op de ganse aarde. Zo ontfermt Hij Zich dan, diens Hij wil, en verhardt, dien Hij wil. Gij zult dan tot mij zeggen: Wat klaagt Hij dan nog? Want wie heeft Zijn wil wederstaan? Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot dengenen, die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt? Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit denzelfden klomp te maken, het ene vat ter ere, en het andere ter onere? En of God, willende Zijn toorn bewijzen, en Zijn macht bekend maken, met vele lankmoedigheid verdragen heeft de vaten des toorns, tot het verderf toebereid; En opdat Hij zou bekend maken den rijkdom Zijner heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid, die Hij te voren bereid heeft tot heerlijkheid? (Romeinen 9)
Het antwoord op al de vragen van deze categorie zijn alleen maar te beantwoorden vanuit een goed verstaan van Romeinen 9. Bovendien, hoe is de mens geschapen? En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze. Wie durft na het lezen van de eerste drie hoofdstukken van de Bijbel nog tegen God te antwoorden?
Als God zou willen dat eindeloze ellende het lot zou zijn voor de meeste van Zijn schepselen, waarom staat er dan in de Heilige Schrift dat het Zijn wil is dat iedereen gered wordt?
Omdat de uitverkiezing (waar deze vraag zich uiteindelijk op lijkt te richten) behoort tot de verborgen dingen Gods. De verborgene dingen zijn voor den HEERE, onzen God; maar de geopenbaarde zijn voor ons en voor onze kinderen. (Deuteronomium 29) Wat geopenbaard is voor ons en voor onze kinderen is Gods welmenende aanbod van genade aan allen. Allen zijn genodigd tot de bruiloft, al willen velen niet komen. Christus is een verzoening voor onze zonden, en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de gehele wereld (1 Joh. 2). De leer van de uitverkiezing wordt in de Bijbel slechts genoemd om ten eerste Gods kinderen te bemoedigen dat hun zaligheid Gods plan en keuze was en dat zij nooit kunnen afvallen, Mijn schapen horen Mijn stem, en Ik ken dezelve, en zij volgen Mij. En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken. Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen; en niemand kan ze rukken uit de hand Mijns Vaders. (Joh. 10). En ten tweede om de gelovigen ervan te verzekeren dat het vele ongeloof wat zij om zich heen zien, zelfs onder de verbondkinderen, niet een signaal is dat het 'God uit de hand loopt'. Dat is de hele kwestie waar Romeinen 9 om draait. Gods Woord is niet uitgevallen, want die zijn niet allen (waarlijk) Israël, die uit Israël zijn.

Lees Romeinen 9 nu nog eens goed. Dit is toch gewoon exact de vraag die Paulus voelt aankomen en ook noemt in dat hoofdstuk? Zo ontfermt Hij Zich dan, diens Hij wil, en verhardt, dien Hij wil. Gij zult dan tot mij zeggen: Wat klaagt Hij dan nog? Want wie heeft Zijn wil wederstaan? Deze goddeloze vraag naar Gods wil moeten we juist niet stellen. Voor mensen als wij is er maar één duidelijke boodschap in de Schrift: (Amos 5) Zoekt Mij, en leeft.
Als er in de Schrift zou staan dat God wil dat alle mensen verdoemd worden, zouden we dan aan kunnen nemen dat er een deel gered zou worden?
Als er in de Schrift zou staan dat God wil dat alle mensen gered worden, zouden we dan aan kunnen nemen dat er een deel verdoemt zou worden?
Deze vragen horen bij elkaar. Er is hier wel vaker gezegd op het forum dat er wel meer in de Bijbel staat. Ook bijv.: 'Er is geen God'. De vraag is wat de rest van de Bijbel ons leert om deze uitspraken te kunnen plaatsen.
Staat er ergens in de Bijbel dat God wil dat alle mensen verdoemd worden? Wellicht niet zo letterlijk, maar denk bijv. aan Genesis 6:
Toen berouwde het den HEERE, dat Hij den mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem aan Zijn hart. En de HEERE zeide: Ik zal den mens, dien Ik geschapen heb, verdelgen van den aardbodem, van den mens tot het vee, tot het kruipend gedierte, en tot het gevogelte des hemels toe; want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb.
Heeft God dit gedaan? Maar Noach vond genade in de ogen des HEEREN. (Genesis 6:8) God liet een ark maken en behield die in Zijn ogen genade had gevonden.

Staat er ergens in de Bijbel dat God wil dat alle mensen gered worden? Denk aan 2 Petrus 3:
De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen.
Betekent dit dat er dan mensen verloren gaan? Het staat nota bene in dezelfde tekst. God is lankmoedig over ons! Hij stelt de belofte van Zijn dag (2 Petrus 3:4,10) uit omdat Hij niet wil dat enigen verloren gaan maar dat allen tot bekering komen. Geeft dit niet een signaal dat er op die laatste dag die komen zal blijkbaar mensen verloren zullen gaan? Het hele hoofdstuk van 2 Petrus 3 wijst ons die richting op.
Als God een eeuwigdurende hel heeft gemaakt, was dit dan inbegrepen toen Hij zag wat Hij gemaakt had, en dit “zeer goed” noemde?
Toen God Zijn schepping "zeer goed" noemde was de mensheid nog niet gevallen. Vóór de mens viel is de duivel een afvallige engel geworden en een groot leger van engelen met hem. En pas na de val van de duivel heeft God de hel gemaakt. 'Bereid' staat er in de Bijbel. En het is diezelfde hel waarnaar op de oordeelsdag allen die aan de linkerhand van God zullen staan naar veroordeeld zullen worden: Dan zal Hij zeggen ook tot degenen, die ter linker hand zijn: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is. (Matth. 25: 41)
Kan Christus de Redder van de wereld zijn (1 joh 4:14) als de wereld niet door Hem gered wordt?
Lees alleen de context van deze tekst eens. Zelfs daarin wordt de dag des oordeels genoemd en blijkt duidelijk dat er iets nodig is om geen vrees te hebben op die dag..
En wij hebben het aanschouwd, en getuigen, dat de Vader Zijn Zoon gezonden heeft tot een Zaligmaker der wereld. Zo wie beleden zal hebben, dat Jezus de Zoon van God is, God blijft in hem, en hij in God. En wij hebben gekend en geloofd de liefde, die God tot ons heeft. God is liefde; en die in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem. Hierin is de liefde bij ons volmaakt, opdat wij vrijmoedigheid mogen hebben in den dag des oordeels, namelijk dat gelijk Hij is, wij ook zijn in deze wereld.
Een Zaligmaker der wereld - maar alleen wie belijdt dat Jezus de Zoon van God is, alleen die in de liefde blijft - die blijft in God en God in Hem. En alleen door het zijn in Hem zelf zullen wij vrijmoedigheid mogen hebben in de dag des oordeels. Is de hele brief van Johannes niet een aansporing om in Hem te zijn. En is alleen het feit dat deze aansporing er is al niet genoeg om te zeggen dat er blijkbaar mensen zijn die niet in Hem zijn? Waardoor deze tekst ook duidelijk maakt dat die vrijmoedigheid voor hen er niet zal zijn in de dag des oordeels?
Als er een persoon gered wordt door de gift van genade, waarom dan niet iedereen op dezelfde manier?
Deze vraag snap ik niet helemaal.
Romeinen 6 zegt: maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere. De gift is er dus door Jezus Christus. Is dat er dan voor heel de wereld? Nee, alleen voor hen die in Hem zijn. Hoe is iemand in Hem? Romeinen 3 maakt duidelijk:
Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven.
Is eindeloze kwelling een “Goed bericht van grote blijdschap voor ALLE mensen ?
Nee. Het is ook absoluut een sprookje om te denken dat de boodschap van de Bijbel je alleen maar blij zou maken. Het maakt ieder die deze oprecht verstaat bedroefd over zijn eigen leven, nederig voor God en verheugd in Jezus Christus. Een eindeloze kwelling is geen goed bericht van grote blijdschap. Het is een waarschuwing van grote ernst voor alle mensen! Luister alleen al eens naar de prediking van Johannes de Doper: wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn? (...) En ook is alrede de bijl aan den wortel der bomen gelegd; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. (Matth. 3)
Wat is dan wèl een goed bericht van grote blijdschap voor alle mensen? De andere boodschap van Johannes: Des anderen daags zag Johannes Jezus tot zich komende, en zeide: Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt! (Joh. 1)

Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. (2 Kor. 5:19)
O, hier staat dat God de wereld met Zichzelf heeft verzoend, dan is er toch niets meer aan de hand? Nee, Hij deed het in Christus. Alleen die gebeurtenis was niet genoeg voor ons leven en daarom vervolgt Paulus direct:
Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen.
In Christus was God de wereld met Zichzelf verzoenende, maar laat u dan ook met God verzoenen. Waarom zou dit hier trouwens met zo'n grote klem en ernst worden gezegd? Waarom is het nodig dat God bid...? Omdat alles goed komt?
Als God een Vader is van alle mensen, zou Hij dan minder doen voor Zijn kinderen dan een aardse vader en moeder zouden doen?
Jezus dan zeide tot hen: Indien God uw Vader ware, zo zoudt gij Mij liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan; en kom van Hem. Want Ik ben ook van Mijzelven niet gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden. Waarom kent gij Mijn spraak niet? Het is, omdat gij Mijn woord niet kunt horen. Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een leugenaar, en de vader derzelve leugen. Maar Mij, omdat Ik u de waarheid zeg, gelooft gij niet. Wie van u overtuigt Mij van zonde? En indien Ik de waarheid zeg, waarom gelooft gij Mij niet? Die uit God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort gijlieden niet, omdat gij uit God niet zijt.

God is onze Vader door de schepping. Maar de mensheid heeft Hem verlaten, heeft Hem de rug toegekeerd. Er is een stem gehoord op de hoge plaatsen, een geween en smekingen der kinderen Israëls, omdat zij hun weg verkeerd, en den HEERE, hun God, vergeten hebben. (Jeremia 3:21) We hebben een andere Vader gekozen. En toch, in het volgende vers van dat hoofdstuk uit Jeremia roept God ons terug. We mogen terugkomen in onze eigen familie, zoals de jongste zoon na lange afwezigheid weer met open armen ontvangen werd door zijn vader.
Keert weder, gij afkerige kinderen! Ik zal uw afkeringen genezen. (Jeremia 3:22)
Vraag je niet af wat God verplicht zou zijn te doen als Vader, want Hij doet oneindig veel meer dan wij verdiend hebben. Vraag je af wat wij als kinderen verplicht zijn te doen en wat we ervan hebben gemaakt..
Kan iemand een christen zijn omdat hij/zij bang is voor de duivel en de hel?
Vreemde vraag. Als het volledige leven van een christen uit deze angst bestaat is het waarschijnlijk geen oprecht christen. Maar dat deze angst aanwezig kàn zijn bij een christen (of bij iemand voordat hij christen wordt) lijkt me duidelijk. Sterker nog, Paulus heeft het niet over de duivel of de hel, maar zelfs over "angst" voor God Zelf (en weer wordt dit verbonden aan het oordeel) die tot bekering kan leiden:
Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens geopenbaard te zijn.

Ik zette angst tussen aanhalingstekens omdat ik dit niet het juiste woord vind in dit verband.
Kan hij/zij een christen zijn als gezegd word dat de redding van alle mensen niet het eren van God is?
En of God, willende Zijn toorn bewijzen, en Zijn macht bekend maken, met vele lankmoedigheid verdragen heeft de vaten des toorns, tot het verderf toebereid. (Romeinen 9:22)
Ter bewijzing van toorn en macht, het is beide tot eer van Zijn heiligheid, rechtvaardigheid en macht. Èn lankmoedigheid, omdat Hij deze vaten zó lang heeft verdragen. (Lees in 2 Petrus 3:9 weer het doel van deze lankmoedigheid en verdraging...)
Kan hij/zij een christen zijn wie stelt: Als alle mensen behouden worden, wat heeft het dan voor nut om heilig te leven?
Deze vraag snap ik niet helemaal. Het lijkt me duidelijk dat geen christen leert dat alle mensen behouden worden en eveneens dat geen christen leert dat het geen nut heeft om heilig te leven. Leviticus 20: Daarom heiligt u, en weest heilig; want Ik ben de HEERE, uw God!
Als angst kwelling is, en ware religie blijdschap is, kan angst dan ware religie voortbrengen?
Eveneens een vreemde vraag. Er wordt gedaan alsof angst dingen voortbrengt. Op een paar ontsporingen na in het christendom is er geen christen die op deze manier de Bijbelse waarheden hanteert. Het is iets anders of angst deel uit kan maken van het leven van een christen. Zie daarvoor 2 vragen eerder. Angst is niet het goede woord, gebruik liever vrees. Net zoals het bij een goede aardse vader kan zijn. Bij een bestraffing voelt een kind als het goed is geen angst, maar wel vrees en ontzag voor zijn vader.
Ik durf te beweren dat vrees voor God een essentieel onderdeel is van het christelijke leven. Hij zeide voorts: Ik ben de God uws vaders, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob. En Mozes verborg zijn aangezicht, want hij vreesde God aan te zien. (Exodus 3)
Als perfecte liefde angst laat verdwijnen, zal dan angst niet perfecte liefde laten verdwijnen?
Hetzelfde 'verhaal' als eerder. Er hoeft (voor een christen!!) geen sprake te zijn van angst. Dat is de reden waarom Johannes zegt dat we 'vrijmoedig' voor Gods rechterstoel mogen verschijnen als we in Hem zijn. Het is wel zo dat er nooit sprake zal zijn van perfecte liefde hier op aarde. Dat betekent ook dat er sprake kan zijn van angst bij Gods kinderen die wellicht niet nodig is. Maar laten we nooit doen alsof in de echte godsdienst Jezus ons vriendje is.
Hij verscheen in Zijn opgestane heerlijkheid aan Johannes op Patmos: En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten. (Openbaring 1:17) Laten we goed beseffen dat ons aller reactie zoals dit zal zijn als Hij aan ons zal verschijnen (we lezen ook over wegvluchten), we zullen niet anders kunnen. Johannes was de discipel die het dichtste bij Jezus had gestaan tijdens Zijn leven. Als we het over 'perfecte liefde' hebben, hij wordt de discipel van de liefde genoemd.
Maar voor Gods kinderen is er altijd een vervolg op onze ontzetting voor Hem: en Hij leide Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet. (Openbaring 1:17)
Kan een geloof wat iets anders inhoud dan de redding van alle mensen je ziel vullen met blijdschap en vrede?
Ten eerste: het is al een behoorlijke vooronderstelling dat we altijd onze ziel moeten vullen met 'blijdschap en vrede'.
Ten tweede: een geloof wat iets anders inhoud kan dat zeker. Het is het geloof waarmee de dichter van psalm 69 deze dingen naast elkaar kan en mag zeggen:

Ik zal Gods Naam prijzen met gezang, en Hem met dankzegging grootmaken. En het zal den HEERE aangenamer zijn dan een os, of een gehoornde var, die de klauwen verdeelt. De zachtmoedigen, dit gezien hebbende, zullen zich verblijden; en gij, die God zoekt, ulieder hart zal leven. Want de HEERE hoort de nooddruftigen, en Hij veracht Zijn gevangenen niet. Dat Hem prijzen de hemel en de aarde, de zeeën, en al wat daarin wriemelt. Want God zal Sion verlossen, en de steden van Juda bouwen; en aldaar zullen zij wonen, en haar erfelijk bezitten; En het zaad Zijner knechten zal haar beërven; en de liefhebbers Zijns Naams zullen daarin wonen.

Dát is inderdaad blijdschap en vrede in de ziel. Maar hoor wat hij de verzen ervoor bidt:
De versmaadheid heeft mijn hart gebroken, en ik ben zeer zwak; en ik heb gewacht naar medelijden, maar er is geen; en naar vertroosters, maar heb ze niet gevonden. Ja, zij hebben mij gal tot mijn spijs gegeven; en in mijn dorst hebben zij mij edik te drinken gegeven. Hun tafel worde voor hun aangezicht tot een strik, en tot volle vergelding tot een valstrik. Laat hun ogen duister worden, dat zij niet zien; en doe hun lenden gedurig waggelen. Stort over hen Uw gramschap uit; en de hittigheid Uws toorns grijpe hen aan. Hun paleis zij verwoest; in hun tenten zij geen inwoner. Want zij vervolgen, dien Gij geslagen hebt; en maken een praat van de smart Uwer verwonden. Doe misdaad tot hun misdaad, en laat hen niet komen tot Uw gerechtigheid. Laat hen uitgedelgd worden uit het boek des levens, en met de rechtvaardigen niet aangeschreven worden.

Dát is dan zeker een godsdienst waar de vraagsteller niet zo mee overweg kan? Dat is iets wat ik goed kan begrijpen, want ook ik ben een kind van deze (verlichte) tijd. De tijd van het emotivisme, waarin de hoogste deugd allemaal blije en vrolijke mensen zijn geworden. Een hogere deugd dan de deugd van een God die volkomen geeërd moet worden, wiens geboden gehouden moeten worden. Maar die ook volkomen heilig en rechtvaardig is en toornt over de kleinste zonde. Pas als we die God ècht leren kennen, durven we te gaan bidden om Zijn oordeel. Let wel: Zijn oordeel. Daarmee de Heiland navolgend: Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde; maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardiglijk oordeelt. Concreet is dat: bidden dat het onrecht gestraft mag worden, en daarmee hen die onrecht doen. Maar zo lang de lankmoedigheid (genadetijd) van God duurt, óók de Heere Jezus volgen. Het oordeel overgeven aan Hem, maar meer nog: omdat Hij Zijn ziel uitgestort heeft in den dood, en met de overtreders is geteld geweest, en Hij veler zonden gedragen heeft, en voor de overtreders gebeden heeft. (Jesaja 53)
Is het niet zo dat de dood, als laatste vijand, opgeslokt en vernietigd gaat worden ? (Jes. 25:6-8; 1Korinte 15: 26-54
Wat betreft Jesaja 25, lees eens verder dan vers 8...
(vers 6) En de HEERE der heirscharen zal op dezen berg allen volken een vetten maaltijd maken, een maaltijd van reinen wijn, van vet vol mergs, van reine wijnen, die gezuiverd zijn. En Hij zal op dezen berg verslinden het bewindsel des aangezichts, waarmede alle volken bewonden zijn, en het deksel, waarmede alle natiën bedekt zijn. Hij zal den dood verslinden tot overwinning, en de Heere HEERE zal de tranen van alle aangezichten afwissen; en Hij zal de smaadheid Zijns volks van de ganse aarde wegnemen; want de HEERE heeft het gesproken. En men zal te dien dage zeggen: Ziet, Deze is onze God; wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken. Deze is de HEERE, wij hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijn zaligheid. Want de hand des HEEREN zal op dezen berg rusten; maar Moab zal onder Hem verdorst worden, gelijk het stro verdorst wordt tot mest. En Hij zal Zijn handen uitbreiden in het midden van hen, gelijk als een zwemmer die uitbreidt om te zwemmen, en Hij zal hun hoogmoed vernederen met de lagen hunner handen. En Hij zal de hoge vesten uwer muren buigen, vernederen, ja, Hij zal ze ter aarde tot het stof toe doen reiken.

Blijkbaar is er voor "Moab" iets anders dan voor hen die God hebben verwacht.
Wat betreft 1 Korinthe 15: Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus. (vers 57) Door Hem alleen, zie ook wat ik daar eerder over heb gezegd. Paulus onderwijst in dit hoofdstuk de christenen zelf over hun toekomst en wat er met hun lichamen gebeuren zal. De overwinning van Jezus Christus is er voor allen die in Hem gevonden zullen worden. Er zijn twee manieren om te sterven, in Hem of buiten Hem: Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, weder brengen met Hem. (1 Thess. 4:14).


Al dit soort vragen kunnen je behoorlijk in verwarring brengen. Maar ik zou willen waarschuwen om ons mee te laten slepen door dit soort vragenlijstjes die zich voordoen als het toppunt van logica. Maar die bij nader inzien bol staan van onbijbelse vooronderstellingen. Laten we onze Bijbel aanhoudelijk eerlijk blijven bestuderen, daarbij oppassend geen dingen uit hun verband te halen. De Bijbelse waarheid is er één van evenwicht, van ernst en grote blijdschap. En nog altijd wordt die samengevat in de bekendste tekst uit de Bijbel:
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
Wat leert deze tekst: 'verderve', 'liefde', 'wereld', 'gegeven Zoon', 'geloof', 'eeuwig leven'.
Gebruikersavatar
JolandaOudshoorn
Berichten: 11271
Lid geworden op: 15 mar 2006, 20:53
Locatie: Groot Ammers

Re: Leer der alverzoening

Bericht door JolandaOudshoorn »

@Jongere, heel hartelijk bedankt.
Ik weet, mijn Verlosser leeft
Plaats reactie