Naäman en Godsgerechtigheid

Alexander CD
Berichten: 1063
Lid geworden op: 13 sep 2008, 18:44

Naäman en Godsgerechtigheid

Bericht door Alexander CD »

Naäman en Godsgerechtigheid.

We hebben heel vaak gehoord dat God Christus niet wegschenkt voordat aan Zijn
gerechtigheid voldoening is gedaan.
We gaan het toetsen aan de bekering van Naäman.

We zien dat Naäman zich onbewust is dat God in zijn leven werkt!
- Zijn ziekte geeft een nood in zijn leven.
- Het Joodse meisje dat werkt als een evangeliste.
Het gaat allemaal aan Naäman voorbij, maar ze geloven het meisje en Naäman gaat op reis.
Via een koning die alleen oog had voor politiek, komen ze dan bij Elisa (God redt), die
zijn knecht naar buiten stuurt en die verteld Naäman dat hij zich zeven maal moet
onderdompelen in de Jordaan en dat hij dan zal genezen.
Naäman is nog trots, Hij dacht dat hij zijn genezing wel kon kopen en dan zou Elisa
dankbaar mogen zijn dat hij Naäman had mogen genezen. Naäman is zich van geen vrije
genade bewust, hij wordt kwaad omdat het niet zo gaat als hij zich had voorgesteld.
De profeet komt niet eens naar buiten de trotse Syriër is gekrenkt, hij is hoogmoedig op
zijn bekeringsweg. Het maakt niet uit of iemand werkt of loopt maar God die Zich
ontfermt, wij kunnen niet voor onszelf betalen.
God trekt zich niks van Naäman aan, Hij leidt Naäman zachtjes naar stille wateren, als
Hij door zijn dienaren spreekt; vader, zeggen zijn dienaren die met zijn lot bewogen
zijn, als de profeet u nou iets moeilijks opgedragen had, dan had u het gedaan, waarom
dit nu niet.
Vrije genade is voor ons vaak TE eenvoudigGods liefde overtuigd de trotse Syrier,
Naäman moet zijn trotsheid afleggen, hij moet
eerst zijn trotse mantel met alle medailles uittrekken, dan komt hij in zijn hemd te
staan en vervolgens moet hij afdalen en onderdompelen, 7 maal, het getal van de volheid,
wie zichzelf verliezen zal om Mijnentwil die zal zijn leven behouden.
Dat zien we hier, zich verootmoedigend sterf de trotse Naäman in de doodsrivier, maar
hij komt er herboren uit, zijn huid is als die van een kleine jonge.
MAAR NOG GAAT HET ALLEMAAL AAN NAAMAN VOORBIJ, HIJ WIL NOG STEEDS VOOR ZIJN GENEZING
BETALEN.
Hij ligt allang in de armen van Christus, maar is zich daar nog niet van bewust en gaat
terug naar Elisa, en na zijn rijkdommen vruchteloos aan te bieden, DRINGT HET TOT HEM
DOOR, V R I J E G E N A D E!!!
En bewust geworden van zijn ontvangen genade, ziet hij direct het gebroken leven, hij wil
zijn leven heiligen, maar ziet zijn onmacht, als een verlossing klinkt Elisa”s woord “Ga
in Vrede” dat is, ga met God, leg biddend je leven aan Hem voor en Hij zal het voor u
maken.
Alles lag van begin tot eind in Gods Vaderarmen, God zorgende zelf dat aan zijn
gerechtigheid werd voldaan, wanneer? Later toen het op Golgotha, klonk HET IS
VOLBRACHT!!! Hier is geen aanbod van genade, het is God die het willen en het werken in
ons werkt, geen synergisme, God doet het alleen!
Hier staat het berouw en zondekennis niet eens op de voorgrond, toch leidt God deze man
tot het geloof, toch wil hij een Godewelbehaaglijk leven lijden, gehoorzaamheid dat is
een teken van een waar geloof!
Hij heeft geen vierschaarservaring, er werd in de ziel geen gericht gespannen.
Voor veel mensen is het geloven te eenvoudig, maar wie simpel op de Heere vertrouwd zal
geenzins beschaamd uitkomen.

{Topictitel aangepast, mvg Jongere}
DJK
Berichten: 244
Lid geworden op: 08 aug 2008, 12:52

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door DJK »

Leviticus 14 : De wet der melaatsheid


"Dit zal de wet des melaatsen zijn, ten dage zijner reiniging: dat hij tot den priester zal gebracht worden."

1
Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2
Dit zal de wet des melaatsen zijn, ten dage zijner reiniging: dat hij tot den priester zal gebracht worden.
3
En de priester zal buiten het leger gaan; als de priester merken zal, dat, ziet, die plaag der melaatsheid van den melaatse genezen is;
4
Zo zal de priester gebieden, dat men voor hem, die te reinigen zal zijn, twee levende reine vogelen neme, mitsgaders cederenhout, en scharlaken, en hysop.
5
De priester zal ook gebieden, dat men den ene vogel slachte, in een aarden vat, over levend water.
6
Dien levenden vogel zal hij nemen, en het cederhout, en het scharlaken, en den hysop; en zal die, en den levenden vogel dopen in het bloed des vogels, die boven het levende water geslacht is.
7
En hij zal over hem, die van de melaatsheid te reinigen is, zevenmaal sprengen; daarna zal hij hem rein verklaren, en den levenden vogel in het open veld vliegen laten.
8
Die nu te reinigen is, zal zijn klederen wassen, en al zijn haar afscheren, en zich in het water afwassen, zo zal hij rein zijn; daarna zal hij in het leger komen, maar zal buiten zijn tent zeven dagen blijven.
9
En op den zevenden dag zal het geschieden, dat hij al zijn haar zal afscheren, zijn hoofd, en zijn baard, en de wenkbrauwen zijner ogen; ja, al zijn haar zal hij afscheren, en al zijn klederen wassen, en zijn vlees met water baden, zo zal hij rein zijn.
10
En op den achtsten dag zal hij twee volkomen lammeren, en een eenjarig volkomen schaap nemen, mitsgaders drie tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, en een log olie.
11
De priester nu, die de reiniging doet, zal den man, die te reinigen is, en die dingen, stellen voor het aangezicht des HEEREN, aan de deur van de tent der samenkomst.
12
En de priester zal dat ene lam nemen, en hetzelve offeren tot een schuldoffer met den log olie; en zal die ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN bewegen.
13
Daarna zal hij dat lam slachten in de plaats, waar men het zondoffer en het brandoffer slacht, in de heilige plaats; want het schuldoffer, gelijk het zondoffer, is voor den priester; het is een heiligheid der heiligheden.
14
En de priester zal van het bloed des schuldoffers nemen, hetwelk de priester doen zal op het lapje van het rechteroor desgenen, die te reinigen is, en op den duim zijner rechterhand, en op den groten teen zijns rechtervoets.
15
De priester zal ook uit den log der olie nemen, en zal ze op des priesters linkerhand gieten.
16
Dan zal de priester zijn rechtervinger indopen, nemende van die olie, die in zijn linkerhand is, en zal met zijn vinger van die olie zevenmaal sprengen, voor het aangezicht des HEEREN.
17
En van het overige van die olie, die in zijn hand zal zijn, zal de priester doen op het lapje van het rechteroor desgenen, die te reinigen is, en op den duim zijner rechterhand, en op den groten teen zijns rechtervoets, boven op het bloed des schuldoffers.
18
Dat nog overgebleven zal zijn van die olie, die in de hand des priesters geweest is, zal hij doen op het hoofd desgenen, die te reinigen is; zo zal de priester over hem verzoening doen voor het aangezicht des HEEREN.
19
De priester zal ook het zondoffer bereiden, en voor hem, die van zijn onreinigheid te reinigen is, verzoening doen; en daarna zal hij het brandoffer slachten.
20
En de priester zal dat brandoffer en dat spijsoffer op het altaar offeren; zo zal de priester de verzoening voor hem doen, en hij zal rein zijn.
21
Maar indien hij arm is, en zijn hand dat niet bereikt, zo zal hij een lam ten schuldoffer, ter beweging nemen, om voor hem verzoening te doen; daartoe een tiende meelbloem, met olie gemengd, ten spijsoffer, en een log olie;
22
Mitsgaders twee tortelduiven, of twee jonge duiven, die zijn hand bereiken zal, welker ene ten zondoffer, en een ten brandoffer zijn zal.
23
En hij zal die, op den achtsten dag zijner reiniging, tot den priester brengen, aan de deur van de tent der samenkomst, voor het aangezicht des HEEREN.
24
En de priester zal het lam des schuldoffers, en den log der olie nemen; en de priester zal die ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN bewegen.
25
Daarna zal hij het lam des schuldoffers slachten, en de priester zal van het bloed des schuldoffers nemen, en doen op het rechteroorlapje desgenen, die te reinigen is, en op den duim zijner rechterhand, en op den groten teen zijns rechtervoets.
26
Ook zal de priester van die olie op des priesters linkerhand gieten.
27
Daarna zal de priester met zijn rechtervinger van die olie, die op zijn linkerhand is, sprengen, zevenmaal, voor het aangezicht des HEEREN.
28
En de priester zal van de olie, die op zijn hand is, doen aan het lapje van het rechteroor desgenen, die te reinigen is, en aan den duim zijner rechterhand, en aan den groten teen zijns rechtervoets, op de plaats van het bloed des schuldoffers.
29
En het overgeblevene van de olie, die in de hand des priesters is, zal hij doen op het hoofd desgenen, die te reinigen is, om de verzoening voor hem te doen, voor het aangezicht des HEEREN.
30
Daarna zal hij de ene van de tortelduiven, of van de jonge duiven bereiden, van hetgeen zijn hand bereikt zal hebben.
31
Van hetgeen zijn hand bereikt zal hebben, zal het een ten zondoffer, en het een ten brandoffer zijn, boven het spijsoffer; zo zal de priester voor hem, die te reinigen is, verzoening doen voor het aangezicht des HEEREN.
32
Dit is de wet desgenen, in wien de plaag der melaatsheid zal zijn, wiens hand in zijn reiniging dat niet bereikt zal hebben.
33
Verder sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende:
34
Als gij zult gekomen zijn in het land van Kanaan, hetwelk Ik u tot bezitting geven zal, en Ik de plaag der melaatsheid aan een huis van dat land uwer bezitting zal gegeven hebben;
35
Zo zal hij, van wien dat huis is, komen, en den priester te kennen geven, zeggende: Het schijnt mij, alsof er een plaag in het huis ware.
36
En de priester zal gebieden, dat zij dat huis ruimen, aleer de priester komt, om die plaag te bezien, opdat niet al wat in dat huis is, onrein worde; en daarna zal de priester komen, om dat huis te bezien.
37
Als hij die plaag bezien zal, dat, ziet, die plaag aan de wanden van dat huis zijn groenachtige of roodachtige kuiltjes, en hun aanzien lager is dan die want;
38
De priester zal uit dat huis uitgaan, aan de deur van het huis, en hij zal dat huis zeven dagen doen toesluiten.
39
Daarna zal de priester op den zevenden dag wederkeren; indien hij merken zal, dat, ziet, die plaag aan de wanden van dat huis uitgespreid is;
40
Zo zal de priester gebieden, dat zij de stenen, in welke die plaag is, uitbreken, en dezelve tot buiten de stad werpen, aan een onreine plaats;
41
En dat huis zal hij rondom van binnen doen schrabben, en zij zullen het stof, dat zij afgeschrabd hebben, tot buiten de stad aan een onreine plaats uitstorten.
42
Daarna zullen zij andere stenen nemen, en in de plaats van gene stenen brengen; en men zal ander leem nemen, en dat huis bestrijken.
43
Maar indien die plaag wederkeert, en in dat huis uitbot, nadat men de stenen uitgebroken heeft, en na het afschrabben van het huis, en nadat het zal bestreken zijn;
44
Zo zal de priester komen; als hij nu zal merken, dat, ziet, die plaag aan dat huis uitgespreid is, het is een knagende melaatsheid in dat huis, het is onrein.
45
Daarom zal men dat huis, zijn stenen, en zijn hout even afbreken, mitsgaders al het leem van het huis, en men zal het tot buiten de stad uitvoeren, aan een onreine plaats.
46
En die in dat huis gaat te enigen dage, als men hetzelve zal toegesloten hebben, zal onrein zijn tot aan den avond.
47
Die ook in dat huis te slapen ligt, zal zijn klederen wassen; insgelijks, die in dat huis eet, zal zijn klederen wassen.
48
Maar als de priester zal weder ingegaan zijn, en zal merken, dat, ziet, die plaag aan dat huis niet uitgespreid is, nadat het huis zal bestreken zijn; zo zal de priester dat huis rein verklaren, dewijl die plaag genezen is.
49
Daarna zal hij, om dat huis te ontzondigen, twee vogeltjes nemen, mitsgaders cederenhout, en scharlaken, en hysop.
50
En hij zal den enen vogel slachten in een aarden vat, over levend water.
51
Dan zal hij dat cederenhout, en dien hysop, en het scharlaken, en den levenden vogel nemen, en zal die in het bloed des geslachten vogels en in het levende water dopen; en hij zal dat huis zevenmaal besprengen.
52
Zo zal hij dat huis ontzondigen met het bloed des vogels, en met dat levend water, en met den levenden vogel, en met dat cederenhout, en met den hysop, en met het scharlaken.
53
Den levenden vogel nu zal hij tot buiten de stad, in het open veld, laten vliegen; zo zal hij over het huis verzoening doen, en het zal rein zijn.
54
Dit is de wet voor alle plage der melaatsheid, en voor schurftheid;
55
En voor melaatsheid der klederen, en der huizen;
56
Mitsgaders voor gezwel, en voor gezweer, en voor blaren;
57
Om te leren, op welken dag iets onrein, en op welken dag iets rein is. Dit is de wet der melaatsheid !!.
DJK
Berichten: 244
Lid geworden op: 08 aug 2008, 12:52

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door DJK »

De moraal uit : Leviticus 14


Melaatsheid = het beeld c.q. typologie der zonden uit het O.T.


Het ene vogeltje geslacht en gedood = Lijden en sterven van Christus !

Het andere vogeltje, met bloed en water bestreken mag weg vliegen in vrijheid ! = Gerechtvaardigdigde zondaar in het bloed van Christus, met de Geest der vrijheid !(Joh.19:34) (1 Joh.5:6)


Maar alleen, wanneer die mens geheel melaats was, van zijn schedel tot zijn voetzool tot = Sterven aan de Wet !!


Dus kort samengevat : Wanneer iemand in Israel volkomen melaats verklaard was door de priester, welke óók heen wees op het priesterambt van Christus, werd hij eigenlijk ook tegelijk genezen verklaard door diezelfde priester, maar het ritueel van het bloed en het water met die twee vogeltjes moest daarna nog wel geschieden, hetgeen ziet op de toepassing van dit bloed, aan het hart van de verloren zondaar. Een zeer duidelijk beeld van Gal. 2:19-20 (Gestorven aan de wet, opdat ik Gode leve zou...)
En dat was Naaman. Geheel melaats. Daarom bevool de profeet hem dat hij zich 7 maal moest wassen in de Jordaan, hetgeen wees op de toepassing van de afwassing der zonden in het bloed van Christus. Het getal 7 is het getal van de volheid. Dit ziet op de volheid en de ruimte die daar is in Zijn volbrachte Borg- en Middelaarswerk.


DJK
Laatst gewijzigd door DJK op 20 okt 2008, 10:52, 1 keer totaal gewijzigd.
Alexander CD
Berichten: 1063
Lid geworden op: 13 sep 2008, 18:44

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door Alexander CD »

@ DJK
Maar alleen, wanneer die mens geheel melaats was, van zijn schedel tot zijn voetzool tot = Sterven aan de Wet !!

Wil je hiermee zeggen dat naäman nog niet melaats genoeg was om tot bekering te komen?
DJK
Berichten: 244
Lid geworden op: 08 aug 2008, 12:52

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door DJK »

Alexander CD schreef:@ DJK
Maar alleen, wanneer die mens geheel melaats was, van zijn schedel tot zijn voetzool tot = Sterven aan de Wet !!

Wil je hiermee zeggen dat naäman nog niet melaats genoeg was om tot bekering te komen?

Wil jij dan zeggen dat het water van de Jordaan, hetzelfde was als het reinigende Bloed van Christus ?

Het zijn beelden c.q. heenwijzingen uit het OT, naar de Messias die nog moest komen...
Het is dus een beeld, maar Christus zegt hier tenslotte in het NT ook nog over, dat het voor Naaman de Syrier,
ook nog tot heil voor zijn onsterfelijke ziel is geweest. Dat betekent dus dat Naaman, in dat water én die afwassing,
door het geloof, het bloed van Christus heeft mogen zien, en dit ook toegepast heeft gekregen áán zijn ziel, middels dat
zaligmakende geloof. Vandaar zijn geschenken die hij later wilde brengen. Dezer geschenken getuigden van de aanbidding en het wonder dat er aan zijn ziel en lichaam geschiedt was geworden. De profeet nam ze niet aan. Hetgeen ons leert, dat het alleen genade om niet is..... "Komt, koopt, wijn en brood, zonder geld!!"
Laatst gewijzigd door DJK op 20 okt 2008, 10:28, 2 keer totaal gewijzigd.
Alexander CD
Berichten: 1063
Lid geworden op: 13 sep 2008, 18:44

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door Alexander CD »

DJK Naäman kon zijn melaatsheid nog goed verbergen, dus letterlijk was hij nog niet geheel melaats!

het volk Israël is tevergeefs geslagen zegt God, zij hebben zich niet bekeerd, ook al waren ze ziek van de voetzool tot het hoofd toe.
Dat geheel melaats zijn zegt opzich niks.
Wat wel belangrijk is komt later, zo niet de Heere ons een weinig overblijfsel gelaten had, wij waren aan Sodom gelijk geworden!

Wee het zondige volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners, de verdervende kinderen! Zij hebben den Heere verlaten, zij hebben den Heilige Israels gelasterd, zij hebben zich vervreemd, wijkende achterwaarts.

Waartoe zoudt gij meer geslagen worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken; het ganse hoofd is krank, en het ganse hart is mat.

Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan hetzelve; maar wonden, en striemen, en etterbuilen, die niet uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is met olie verzacht.

Uw aardrijk is een verwoesting, uw steden zijn met het vuur verbrand; uw land verteren de vreemden in uw tegenwoordigheid, en een verwoesting is er, als een omkering door de vreemden.

En de dochter van Sion is overgebleven als een hutje in den wijngaard, als een nachthutje in den komkommerhof, als een belegerde stad.

Zo niet de Heere der heirscharen ons nog een weinig overblijfsel had gelaten, als Sodom zouden wij geworden zijn; wij zouden Gomorra gelijk zijn geworden
Alexander CD
Berichten: 1063
Lid geworden op: 13 sep 2008, 18:44

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door Alexander CD »

Wil jij dan zeggen dat het water van de Jordaan, hetzelfde was als het reinigende Bloed van Christus ?

Het zijn beelden c.q. heenwijzingen uit het OT, naar de Messias die nog moest komen...
Dat ben ik met je eens.

Waar het mij om gaat is dat, de bekeringsweg van Naäman buiten hemzelf omgaat, Hij sterft niet bewust aan zijn schuld en valt dan in Jezus armen. Niet iedereen zijn bekering gaat zoals jij dat ook wil laten geloven
DJK
Berichten: 244
Lid geworden op: 08 aug 2008, 12:52

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door DJK »

Alexander CD schreef:DJK Naäman kon zijn melaatsheid nog goed verbergen, dus letterlijk was hij nog niet geheel melaats!

het volk Israël is tevergeefs geslagen zegt God, zij hebben zich niet bekeerd, ook al waren ze ziek van de voetzool tot het hoofd toe.
Dat geheel melaats zijn zegt opzich niks.
Wat wel belangrijk is komt later, zo niet de Heere ons een weinig overblijfsel gelaten had, wij waren aan Sodom gelijk geworden!

Wee het zondige volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners, de verdervende kinderen! Zij hebben den Heere verlaten, zij hebben den Heilige Israels gelasterd, zij hebben zich vervreemd, wijkende achterwaarts.

Waartoe zoudt gij meer geslagen worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken; het ganse hoofd is krank, en het ganse hart is mat.

Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan hetzelve; maar wonden, en striemen, en etterbuilen, die niet uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is met olie verzacht.

Uw aardrijk is een verwoesting, uw steden zijn met het vuur verbrand; uw land verteren de vreemden in uw tegenwoordigheid, en een verwoesting is er, als een omkering door de vreemden.

En de dochter van Sion is overgebleven als een hutje in den wijngaard, als een nachthutje in den komkommerhof, als een belegerde stad.

Zo niet de Heere der heirscharen ons nog een weinig overblijfsel had gelaten, als Sodom zouden wij geworden zijn; wij zouden Gomorra gelijk zijn geworden

Het feit dat hij het wilde verbergen, zag op de schaamte voor zijn ziekte. Een beeld van een zondaar die zich schaamt over de zonden. Maar wanneer ging hij zich nu wassen? Namelijk op dát moment, dat het voor hem niet meer kon...
Gebruikersavatar
memento
Berichten: 11339
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door memento »

Volgens mij gaan zowel de reinheidswetten*, als het verhaal van Naäman, over gehoorzaamheid. Waarom moest Israël zich aan de wetten houden? Omdat het goed was, omdat (in de eerste plaats) melaatsheid besmettelijk was? Nee! Het moest omdat God, de Heilige, het geboden had. God verlangde gehoorzaamheid, en zag dat voor heiligheid aan (denk ook aan het verhaal van Abraham, wiens gehoorzaamheid ook geloof genoemd wordt).

Ook Naäman deed precies wat God hem opdroeg. Zich gaan wassen in een stinkend, zwaar vervuilde rivier. Iets wat al zijn dokters hem waarschijnlijk afgeraden hadden: met open wonden je onderdompelen in vuil water. Maar tóch deed hij het. Hij gehoorzaamde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend...

----

*Bij het lezen van de reinheidswetten, moeten we heel goed beseffen dat het onmogelijk was om altijd rein te zijn. Zeker vrouwen waren meer onrein dan rein. Maar ook mannen waren al snel de helft van de tijd onrein. Tel maar eens op, hoelang je van welke handeling onrein was.

Laten we daarom oppassen met typologiën. Onreinheid in de reinheidswetten was iets wezenlijks anders dan zonde. Een vrouw, bv, was niet zondig omdat ze ongesteld, en dus onrein, was. Noch de melaatse (al kon melaatsheid wel weer een straf van God zijn). We zien dat God dat onderscheid ook sterk maakt: Hij straft onreinheid niet, maar zonde (iets waarmee je bewust kiest God ongehoorzaam te zijn) wel, vaak zelfs met de dood.
DJK
Berichten: 244
Lid geworden op: 08 aug 2008, 12:52

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door DJK »

Alexander CD schreef:
Wil jij dan zeggen dat het water van de Jordaan, hetzelfde was als het reinigende Bloed van Christus ?

Het zijn beelden c.q. heenwijzingen uit het OT, naar de Messias die nog moest komen...
Dat ben ik met je eens.

Waar het mij om gaat is dat, de bekeringsweg van Naäman buiten hemzelf omgaat, Hij sterft niet bewust aan zijn schuld en valt dan in Jezus armen. Niet iedereen zijn bekering gaat zoals jij dat ook wil laten geloven
Ik wil je niets opleggen, of doen geloven. Ik probeer alleen te zeggen wat Gods' Woord ons, jou én mij, hierin te zeggen heeft. Je moet niet steeds blijven denken dat ik boven je sta. Ik sta naast je, vriend.
Alexander CD
Berichten: 1063
Lid geworden op: 13 sep 2008, 18:44

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door Alexander CD »

Volgens mij gaan zowel de reinheidswetten, als het verhaal van Naäman, over gehoorzaamheid
.

Het ging Naäman alleen om zijn lichamelijke genezing, als zijn knechten hem niet overtuigd hadden was hij zo naar Syrië teruggereden, zonder in de Jordaan te gaan, het gaat mij os Gods Goedheid voor zijn uitverkorenen, daar gaat niet één van verloren.

Of Jordaan een stinkende rivier was , denk ik niet in die tijd, Naäman denk dat de rievieren van Syrië beter zijn, daarmee zegt hij de goden van Syrië zijn beter, Pas na ontvangen genade worden zijn ogen geopent.
Gebruikersavatar
memento
Berichten: 11339
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door memento »

Alexander CD schreef:
Volgens mij gaan zowel de reinheidswetten, als het verhaal van Naäman, over gehoorzaamheid
.

Het ging Naäman alleen om zijn lichamelijke genezing, als zijn knechten hem niet overtuigd hadden was hij zo naar Syrië teruggereden, zonder in de Jordaan te gaan, het gaat mij os Gods Goedheid voor zijn uitverkorenen, daar gaat niet één van verloren.

Of Jordaan een stinkende rivier was , denk ik niet in die tijd, Naäman denk dat de rievieren van Syrië beter zijn, daarmee zegt hij de goden van Syrië zijn beter, Pas na ontvangen genade worden zijn ogen geopent.
Blijft de vraag staan: Rechtvaardigen zowel de reinheidswetten als het verhaal van Naäman, de typologiën die eruit getrokken worden? Want in je laatste zin maak je een toepassing die niet aan het verhaal van Naäman te ontlenen valt.

Kortom: Waarom met heel veel moeite bepaalde Schrift-gedeelten gebruiken (lees: misbruiken) om geestelijke conclusies uit te trekken, als er voldoende duidelijke Schriftplaatsen zijn om diezelfde conclusies mee te onderbouwen. Een discussie als deze hoort m.i. niet gevoerd te worden vanuit het OT, maar vanuit het NT (ik denk bv aan de brieven van Paulus, mn de Romeinenbrief)
DJK
Berichten: 244
Lid geworden op: 08 aug 2008, 12:52

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door DJK »

memento schreef:
Alexander CD schreef:
Volgens mij gaan zowel de reinheidswetten, als het verhaal van Naäman, over gehoorzaamheid
.

Het ging Naäman alleen om zijn lichamelijke genezing, als zijn knechten hem niet overtuigd hadden was hij zo naar Syrië teruggereden, zonder in de Jordaan te gaan, het gaat mij os Gods Goedheid voor zijn uitverkorenen, daar gaat niet één van verloren.

Of Jordaan een stinkende rivier was , denk ik niet in die tijd, Naäman denk dat de rievieren van Syrië beter zijn, daarmee zegt hij de goden van Syrië zijn beter, Pas na ontvangen genade worden zijn ogen geopent.
Blijft de vraag staan: Rechtvaardigen zowel de reinheidswetten als het verhaal van Naäman, de typologiën die eruit getrokken worden? Want in je laatste zin maak je een toepassing die niet aan het verhaal van Naäman te ontlenen valt.

Kortom: Waarom met heel veel moeite bepaalde Schrift-gedeelten gebruiken (lees: misbruiken) om geestelijke conclusies uit te trekken, als er voldoende duidelijke Schriftplaatsen zijn om diezelfde conclusies mee te onderbouwen. Een discussie als deze hoort m.i. niet gevoerd te worden vanuit het OT, maar vanuit het NT (ik denk bv aan de brieven van Paulus, mn de Romeinenbrief)
Helemaal mee eens Memento,

Wij dienen inderdaad altijd met die befaamde brieven der apostelen, te toetsen of sommige zaken of leerstellingen wel degelijk overeen komen met Gods Woord. Maar telkens als ik dit deed, bijv. aangaande de verlossing en het geloof van die blindgeborene, werd mij gedurig verweten, dat ik er zaken inleg of bij haal, die "men" er niet uit op kan maken. Dus zegt men dan steeds, "dat lees ik nergens" of van : "dat staat er niet..."
Gebruikersavatar
refo
Berichten: 23811
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door refo »

De Bijbel gaat zo wel op een puzzelboek lijken. Je leest een geschiedenis. Je leest wat er staat. En dan staat er wat anders. Het lijkt me dat dat niet de bedoeling kan zijn.

Wat zeker niet de bedoeling is om geschiedenissen aan te passen aan het eigen gelijk.
Wat zeker is is dat de Joden een militaire Messias verwachtten. Toen de Messias kwam herkende men Hem dus niet. De Joodse leiding was dus de schuld dat toen Jezus aan de genezen blindgeborene vroeg: Gelooft gij in den Zoon van God?
Hij antwoordde en zeide: Wie is Hij, Heere, opdat ik in Hem moge geloven?
Het gaat derhalve niet aan om daar een beeld aan te ontlenen van: zelfs al staat Hij voor je, je zou Hem niet herkennen al sta je voor Hem als Hij Zich niet openbaart.
Alle Apostelen prediken steeds: wij hebben Hem gezien, u kunt alleen in Hem geloven, maar zult Hem zien in de opstanding. hij openbaart Zich dus niet meer aan de mensen, dan in het Woord. (Dat Woord is niet maar een rij achter elkaar gezette letters, waar nog Geest bij moet. Ook dat is niet Bijbels.)
Dat is namelijk geloof: een bewijs der zaken die men niet ziet. Zien is in dit tijdperk uitgesloten. Het aanschouwen zal pas zijn als Hij wederkomt. En niet (eventueel na een enorme zonde-schuld-crisis) in een geestelijk aanschouwen. Hij openbaart Zich in Zijn Woord. Door het gehoor en niet in zoiets subjectiefs als ziel, geest of zo. Dat is namelijk onmeetbaar en ontoetsbaar.
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Alexander CD
Berichten: 1063
Lid geworden op: 13 sep 2008, 18:44

Re: Naäm en Godsgerechtigheid

Bericht door Alexander CD »

Kortom: Waarom met heel veel moeite bepaalde Schrift-gedeelten gebruiken (lees: misbruiken) om geestelijke conclusies uit te trekken, als er voldoende duidelijke Schriftplaatsen zijn om diezelfde conclusies mee te onderbouwen. Een discussie als deze hoort m.i. niet gevoerd te worden vanuit het OT, maar vanuit het NT (ik denk bv aan de brieven van Paulus, mn de Romeinenbrief)
Daar ben ik het ook mee eens
refo schrijft; Wat zeker niet de bedoeling is om geschiedenissen aan te passen aan het eigen gelijk
.

Daar moeten we ook opletten, Als men de nadruk teveel legt op een bepaalde uitleg, krijg je ook een scheef beeld!
Plaats reactie