Christus bidt voor onbekeerden

[Refojongere]

Professor Baars vertelde in de preek het volgende:

"Vergeet één ding niet, namelijk dat er een Advocaat in de hemel is. Dat is Jezus Christus, de Rechtvaardige. Die altijd leeft om te bidden: 'Heere, bekeer nog jonge mensen, bekeer nog kinderen die U niet kennen. Trek ze uit de duisternis tot Uw wonderbaar licht, opdat zij U mogen kennen.'"

https://cvandaag.nl/107158-cgk-predikan ... nis-hebben

Weet iemand waar dat in de Bijbel valt af te leiden? Christus' gebeden tot de Vader worden immers altijd verhoord? In dat geval zal ieder toch zalig worden? Ik lees iets anders in Johannes 17.

[Bertiel]

Ik heb wel eens wat gehoord hierover n.a.v. Hebr 7
Preken archief van CGK Dordt C
24 mei 2020.

Voor mij onvergetelijke dienst waardoor ik juist in mijn onbekeerde staat aangespoord werd om toch door Christus tot God te gaan.
Of het helemaal jouw vraag beantwoord weet ik niet.

[DDD]

Wat lees je anders in Johannes 17?

Dat sluit elkaar toch helemaal niet uit?

[Herman]

Professor Baars vertelde in de preek het volgende:

"Vergeet één ding niet, namelijk dat er een Advocaat in de hemel is. Dat is Jezus Christus, de Rechtvaardige. Die altijd leeft om te bidden: 'Heere, bekeer nog jonge mensen, bekeer nog kinderen die U niet kennen. Trek ze uit de duisternis tot Uw wonderbaar licht, opdat zij U mogen kennen.'"

https://cvandaag.nl/107158-cgk-predikan ... nis-hebben

Weet iemand waar dat in de Bijbel valt af te leiden? Christus' gebeden tot de Vader worden immers altijd verhoord? In dat geval zal ieder toch zalig worden? Ik lees iets anders in Johannes 17.

De inleidende zin is: "De Heere Jezus bidt niet alleen voor bekeerde mensen, maar ook voor mensen die nog bekeerd moeten worden."

Volgens mij is dat prima in lijn met Johannes 6:37 over mensen die nog zullen komen, Johannes 10:16 over schapen die nog toegebracht moeten worden. Jezus voorbede betreft de kerk die nog moet worden toegebracht.

In het citaat wat jij hierboven geeft wordt dat in wat algemenere termen onder woorden gebracht, zoals ze onder ons gebruikelijk zijn. Daar zit een klein spanningsveld, maar dat vind ik verder te verwaarlozen.

Overigens preekt de prof al tijden niet meer, zo lijkt het. Bijzonder dat op cvandaag dan een 'recente' preek wordt behandeld.

[Arja]

De Heere Jezus is de hemelse Hogepriester naar de ordening van Melchizedek (Hebr. 5–7). De hogepriester droeg de namen van de stammen van Israël op de borst voor het aangezicht van God. Zo draagt Jezus Zijn volk uit de Joden voor Gods aangezicht, inclusief de gelovigen uit de volken die in Hem ingeënt zijn (Rom. 11). Zijn voorbede is dus verbondsmatig: voor degenen die de Vader Hem gegeven heeft, niet automatisch voor ieder mens.

Dat betekent niet dat Hij koud of afstandelijk tegenover de ongelovigen staat. Mattheüs 23:37: Hij weent over Jeruzalem: “Hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijk een hen haar kuikens bijeenvergadert onder de vleugels…”

[Refojongere]

Bedankt voor jullie reacties. Ik vind de gedachte van prof Baars mooi, maar wil het graag in de Bijbel terugvinden. Ik kan anders niet aan anderen vertellen dat Jezus voor ze bidt. Wel kan ik zeggen dat Jezus hen zoekt.

@DDD, ik denk aan Johannes 17:9 waar Jezus niet voor de wereld bidt maar voor hen die Hem door de Vader gegeven zijn. De wereld dat zijn de onbekeerden. Hij bidt niet alleen voor de discipelen, maar ook voor alle gelovigen (vers 20). Hij bidt in vers 20 niet dat onbekeerden tot geloof mogen komen.

@Herman, je noemt Joh. 6:37 en 10:16 als bewijsteksten. In Johannes 6 is het juist het initiatief van de Vader dat Hij de uitverkorenen aan Zijn Zoon geeft. Niet dat de Zoon de Vader bidt dat ze tot geloof mogen komen. Sterker: De Vader bidt de Zoon om hen niet te verliezen.
Joh 10:16 gaat erover dat de Zoon de verloren heidenen zoekt. Ik lees daar niet dat Hij de Vader bidt of Hij ze bekeren wil.

@Arja, ik moest ook denken aan Mattheus 23:37. Maar ik lees niet dat Hij ergens de Vader bidt of ze bekeerd mogen worden. Ik lees wel dat Hij aan de deur van hun hart klopt.
Ik vind jou gedachte over de Hogepriester wel mooi. Maar kan ik die voorbede verbondsmatig zien? De Hogepriester stelt Zijn leven voor de schapen. Ik denk daarover na. Kan zeker een bewijstekst zijn. Tegelijkertijd wordt Christus' voorbede toch altijd vervuld? Hoe zie jij dat?

[Bert Mulder]

Joh 1&:9 Ik bid voor hen; Ik bid niet 23voor de wereld, maar voor degenen die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn 24Uwe.
23 Dat is, niet voor alle mensen der wereld zonder onderscheid, maar voor de uitverkorenen en gelovigen, Rom. 8:33, 34. verwijsteksten
24 Zie vers 6. verwijsteksten

Dus, Christus bidt NIET voor alle onbekeerden, alleen voor de uitverkorenen.

[DDD]

Joh 1&:9 Ik bid voor hen; Ik bid niet 23voor de wereld, maar voor degenen die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn 24Uwe.
23 Dat is, niet voor alle mensen der wereld zonder onderscheid, maar voor de uitverkorenen en gelovigen, Rom. 8:33, 34. verwijsteksten
24 Zie vers 6. verwijsteksten

Dus, Christus bidt NIET voor alle onbekeerden, alleen voor de uitverkorenen.

Dat kan je zo niet zeggen. Als een vader tegen zijn zoon zegt: "ik heb het tegen jou", dan kun je daar niet uit afleiden dat hij nooit tegen anderen praat.

[KDD]

Ik moet denken aan de eerste woorden aan het kruis.

[DDD]

Ja, dat is een heel expliciet en concreet voorbeeld van zo'n gebed inderdaad.

[Herman]

@Herman, je noemt Joh. 6:37 en 10:16 als bewijsteksten. In Johannes 6 is het juist het initiatief van de Vader dat Hij de uitverkorenen aan Zijn Zoon geeft. Niet dat de Zoon de Vader bidt dat ze tot geloof mogen komen. Sterker: De Vader bidt de Zoon om hen niet te verliezen.
Joh 10:16 gaat erover dat de Zoon de verloren heidenen zoekt. Ik lees daar niet dat Hij de Vader bidt of Hij ze bekeren wil.

Het gaat erom dat 1 Johannes 2:1 geen invulling geeft aan de voorbede die Jezus doet. Maar er staat wel een verwijzing naar Hebreeën 7:25. Dus de invulling van de voorbede betreft altijd de onbekeerden die tot bekering komen. Wanneer je zegt, het betreft de voorbede voor de uitverkorenen die nog getrokken worden, dan geef je wat mij betreft een te strikte formulering weer die meer in lijn met hyperrealistische gedachten dan met gereformeerde gedachten van doen heeft. Je kunt de verkiezing niet over het gebed van Jezus laten heersen, of is dáár wel grond voor?
Tenslotte gaat de voorbede in 1 Johannes 2:1 over zondaren. De aanleiding is 'indien iemand gezondigd heeft'. Dan moet je echt geen te nauwe formulering gaan gebruiken, want juist overtuigde zondaren zullen zich een onbekeerde wanen en dan zou de kracht van deze tekst verloren gaan als je dit opsluit in een categorie mensen die Jezus al dagelijks in Zijn vergevende genade kennen.

[Arja]

Ik moet denken aan de eerste woorden aan het kruis.

“Vader, vergeef het hun; want zij weten niet, wat zij doen.” (Luk. 23:34).
Petrus sluit daar direct bij aan: “Ik weet dat gij het door onwetendheid gedaan hebt, gelijk ook uw oversten.” (Hand. 3:17).

Dit was geen algemene voorbede, maar concreet: Jezus bad voor de overtreders die Hem kruisigden — precies zoals Jes. 53:12 zegt: “Hij droeg de zonde van velen, en Hij deed tussenkomst voor de overtreders.” En het werd verhoord (Hand. 2–3). Zijn kruisgebed staat dus in lijn met Joh. 17:9 en Hebr. 7:25: niet een vage, algemene bede, maar de diepe voorbede van de Messias voor de Zijnen.

Nog wat moois ontdekt: het woordje vergeef staat in de verleden duurvorm. Hij bleef het zeggen, misschien herhaaldelijk tijdens de kruisiging. En het is een gebiedende wij, dus een heel krachtig gebed: Vergeef! Laat los! Ik ben benieuwd of iemand anders dat ook ontdekte (Grieks grammatica)

[DDD]

Ook de geciteerde teksten in de openingsbijdrage zijn niet algemeen maar concreet.

[Refojongere]

Ik moet denken aan de eerste woorden aan het kruis.

Ja, dat is een goede verwijzing. Maar als ik aan onbekeerden vertel dat Jezus voor hen bidt dat hun zonden vergeven worden. Dan hebben we toch niet met een onwillige Vader van doen die dat niet zou willen? Je kunt toch de Vader en de Zoon niet tegenover elkaar zetten. De Zoon zegt toch tegen de Vader: Ik wist dat Gij Mij altijd hoort (Joh. 11:42a)? Hoe zit dat dan?

[Refojongere]

@Herman, je noemt Joh. 6:37 en 10:16 als bewijsteksten. In Johannes 6 is het juist het initiatief van de Vader dat Hij de uitverkorenen aan Zijn Zoon geeft. Niet dat de Zoon de Vader bidt dat ze tot geloof mogen komen. Sterker: De Vader bidt de Zoon om hen niet te verliezen.
Joh 10:16 gaat erover dat de Zoon de verloren heidenen zoekt. Ik lees daar niet dat Hij de Vader bidt of Hij ze bekeren wil.

Het gaat erom dat 1 Johannes 2:1 geen invulling geeft aan de voorbede die Jezus doet. Maar er staat wel een verwijzing naar Hebreeën 7:25. Dus de invulling van de voorbede betreft altijd de onbekeerden die tot bekering komen. Wanneer je zegt, het betreft de voorbede voor de uitverkorenen die nog getrokken worden, dan geef je wat mij betreft een te strikte formulering weer die meer in lijn met hyperrealistische gedachten dan met gereformeerde gedachten van doen heeft. Je kunt de verkiezing niet over het gebed van Jezus laten heersen, of is dáár wel grond voor?
Tenslotte gaat de voorbede in 1 Johannes 2:1 over zondaren. De aanleiding is 'indien iemand gezondigd heeft'. Dan moet je echt geen te nauwe formulering gaan gebruiken, want juist overtuigde zondaren zullen zich een onbekeerde wanen en dan zou de kracht van deze tekst verloren gaan als je dit opsluit in een categorie mensen die Jezus al dagelijks in Zijn vergevende genade kennen.

De verkiezing heeft volgens Johannes 17 alles te maken met Jezus' voorbede. Hij bidt niet voor de wereld maar voor degenen die Gij Mij gegeven hebt. Hoe zie jij dat?

1 Johannes 2:1 begint met "Mijn kinderkens". Niet zomaar onbekeerden in het algemeen.

Hebr 7:25 gaat over degenen die door Hem tot God gaan. Geen onbekeerden.