gisteravond vermelde de dominee dat Jesaja 53 voor Joden verboden is om te lezen. Heb dit al meer gehoord, maar ook meningen gehoord dat dit een broodje aap is.
Weet iemand een bron van het verbod?
Jesaja 53 verboden binnen Jodendom
-
- Berichten: 5226
- Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
- Locatie: bertiel1306@gmail.com
Jesaja 53 verboden binnen Jodendom
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 4929
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Jesaja 53 verboden binnen Jodendom
Omdat de Joden vinden dat het misbruikt wordt voor de al gekomen Messias, terwijl zij van mening zijn dat de Messias nog moet komen.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Re: Jesaja 53 verboden binnen Jodendom
Ik denk veel over dit na, wat een overeenkomst! Christus-Israël.
Jesaja 41: knecht
Plaatsvervanging is zonder twijfel een van de grote thema’s in de christelijke theologie: Jezus is gekruisigd en heeft daarmee de straf op onze zonde gedragen. Een tekst die hierbij door de eeuwen heen een grote rol heeft gespeeld, komt uit het boek van de profeet Jesaja.
Het verhaal begint in Jesaja 41. Daar staat ineens deze ‘knecht’ op het toneel. Het is duidelijk wie er bedoeld wordt, het volk Israël. Temidden van de volken, temidden van alle bedreigende machten spreekt JHWH, de God van dit volk, een verlossend woord: ‘Jij bent mijn knecht.’ Israël wordt apart genomen en getroost: ik heb jou gekozen en je geroepen, vrees maar niet, ik houd je vast.
Maar gaandeweg verschuift er iets: in de hoofdstukken die volgen, krijgt de knecht steeds meer het karakter van een individu, waardoor je je inderdaad kunt afvragen of er toch iemand anders bedoeld wordt, maar wie dan? Hele bibliotheken zijn erover vol geschreven. Ik denk dat de raadselachtigheid juist bedoeld is. Dan moeten we het geheim maar gewoon laten staan, zoals je het wit tussen de regels van een gedicht ook niet moet willen invullen.
Jesaja 53: lijden
In Jesaja 52 en 53 (Jesaja 52:13–53:12) komt de knecht tenslotte in het lijden terecht....
bron: PThU
Jesaja 41: knecht
Plaatsvervanging is zonder twijfel een van de grote thema’s in de christelijke theologie: Jezus is gekruisigd en heeft daarmee de straf op onze zonde gedragen. Een tekst die hierbij door de eeuwen heen een grote rol heeft gespeeld, komt uit het boek van de profeet Jesaja.
Het verhaal begint in Jesaja 41. Daar staat ineens deze ‘knecht’ op het toneel. Het is duidelijk wie er bedoeld wordt, het volk Israël. Temidden van de volken, temidden van alle bedreigende machten spreekt JHWH, de God van dit volk, een verlossend woord: ‘Jij bent mijn knecht.’ Israël wordt apart genomen en getroost: ik heb jou gekozen en je geroepen, vrees maar niet, ik houd je vast.
Maar gaandeweg verschuift er iets: in de hoofdstukken die volgen, krijgt de knecht steeds meer het karakter van een individu, waardoor je je inderdaad kunt afvragen of er toch iemand anders bedoeld wordt, maar wie dan? Hele bibliotheken zijn erover vol geschreven. Ik denk dat de raadselachtigheid juist bedoeld is. Dan moeten we het geheim maar gewoon laten staan, zoals je het wit tussen de regels van een gedicht ook niet moet willen invullen.
Jesaja 53: lijden
In Jesaja 52 en 53 (Jesaja 52:13–53:12) komt de knecht tenslotte in het lijden terecht....
bron: PThU
Re: Jesaja 53 verboden binnen Jodendom
De Joodse geschriften, waaronder Jesaja 53, zijn allemaal openbaar toegankelijk en worden bestudeerd binnen Joodse gemeenschappen. Er bestaat geen verbod op het lezen of bestuderen van dit hoofdstuk, en het is opgenomen in joodse commentaren en wetenschappelijke werken.
Wel is het zo dat de passage niet wordt opgenomen in synagoge lezingen, en dat schrijven sommige geleerden toe aan de christologische interpretaties door christenen. Claude Montefiore heeft het zo verwoord: “Vanwege de christologische interpretatie die christenen aan dit hoofdstuk geven, is het weggelaten uit de reeks profetische lessen voor de Deuteronomium Sabbatten... de weglating is opzettelijk en opvallend.” Bron: C.G. Montefiore & H. Loewe, Rabbinic Anthology (New York: Schocken Books, 1974) p. 544
Rabbi Bentzion Kravitz ageert tegen deze beschuldiging en zegt dat de wekelijkse profetische lezingen in de tweede eeuw voor Christus werden ingesteld toen koning Antiochus het lezen van de Thora verbood. De wijzen bepaalden toen dat een deel van de Profeten, dat thematisch overeenkwam met de verboden Thora-lezing, wekelijks openbaar werd gelezen om de Tora-porties niet te vergeten. Slechts een klein deel van de profetische boeken werd gebruikt, niet om de rest te verbergen, maar omdat de andere geschriften beschikbaar waren voor iedereen die ze wilde lezen. Als de rabbijnen hadden geprobeerd profetische passages te verbergen die door christenen naar Jezus worden verwezen, zouden ze Jesaja 9:6 ook niet hebben opgenomen in de sabbat lezingen.
Hjj zegt ook dat wij christenen het voorvoegsel [מ] verkeerd hebben gebruikt met ‘voor’ in plaats van met ‘van’. Dit manipuleert de tekst zodat het klinkt alsof de dienaar zal lijden voor de zonden van het Joodse volk. Het idee dat het Joodse volk leed onder of vanwege de wandaden van de naties wordt bevestigd in de passage: “Wegens de overtreding van mijn volk [van het volk] werden zij [למו –lamow, dat wil zeggen het Joodse volk] getroffen” (Jesaja 53) . :8). Het woord [למו] is bijbels Hebreeuws en is een meervoudswoord zoals in: “ een inzetting die Hij hun [למו] gaf ” (Psalm 99:7). Missionarissen vertaalden dit woord verkeerd volgens hem, met “hij” in Jesaja 53:7 om het te laten klinken alsof “hij werd getroffen” en spraken daarom over een enkel individu, namelijk Jezus. [1]
Of deze man hier ook de Jood Fillipus beschuldigd weet ik niet. Die gebruikte immers juist dit hoofdstuk om te bewijzen dat Jezus de Messias was, toen hij de kamerling onderwees. Sommige van de eerste geschreven interpretaties of targums beschouwen deze passage toch echt als een verwijzing naar een individuele dienaar, de Messias, die zou lijden. Bijvoorbeeld de de Babylonische Talmoed: "Wat is zijn naam [de Messias]? De rabbijnen zeiden: Zijn naam is ‘de melaatse geleerde’, zoals er staat geschreven: ‘Hij heeft zeker onze smarten en onze zorgen gedragen; toch beschouwden we hem als een melaatse, door God geslagen en verdrukt.’ (Sanhedrin 98b)
[1] https://jewsforjudaism.org/knowledge/ar ... conspiracy
Volgens mij is het niet verboden om dit hoofdstuk te lezen. Maar als je alleen op de sabbat de lezingen hoort, komt Jesaja 53 dus niet aan de orde. Lang verhaal maar dit was ooit één van mijn onderzoekjes
Wel is het zo dat de passage niet wordt opgenomen in synagoge lezingen, en dat schrijven sommige geleerden toe aan de christologische interpretaties door christenen. Claude Montefiore heeft het zo verwoord: “Vanwege de christologische interpretatie die christenen aan dit hoofdstuk geven, is het weggelaten uit de reeks profetische lessen voor de Deuteronomium Sabbatten... de weglating is opzettelijk en opvallend.” Bron: C.G. Montefiore & H. Loewe, Rabbinic Anthology (New York: Schocken Books, 1974) p. 544
Rabbi Bentzion Kravitz ageert tegen deze beschuldiging en zegt dat de wekelijkse profetische lezingen in de tweede eeuw voor Christus werden ingesteld toen koning Antiochus het lezen van de Thora verbood. De wijzen bepaalden toen dat een deel van de Profeten, dat thematisch overeenkwam met de verboden Thora-lezing, wekelijks openbaar werd gelezen om de Tora-porties niet te vergeten. Slechts een klein deel van de profetische boeken werd gebruikt, niet om de rest te verbergen, maar omdat de andere geschriften beschikbaar waren voor iedereen die ze wilde lezen. Als de rabbijnen hadden geprobeerd profetische passages te verbergen die door christenen naar Jezus worden verwezen, zouden ze Jesaja 9:6 ook niet hebben opgenomen in de sabbat lezingen.
Hjj zegt ook dat wij christenen het voorvoegsel [מ] verkeerd hebben gebruikt met ‘voor’ in plaats van met ‘van’. Dit manipuleert de tekst zodat het klinkt alsof de dienaar zal lijden voor de zonden van het Joodse volk. Het idee dat het Joodse volk leed onder of vanwege de wandaden van de naties wordt bevestigd in de passage: “Wegens de overtreding van mijn volk [van het volk] werden zij [למו –lamow, dat wil zeggen het Joodse volk] getroffen” (Jesaja 53) . :8). Het woord [למו] is bijbels Hebreeuws en is een meervoudswoord zoals in: “ een inzetting die Hij hun [למו] gaf ” (Psalm 99:7). Missionarissen vertaalden dit woord verkeerd volgens hem, met “hij” in Jesaja 53:7 om het te laten klinken alsof “hij werd getroffen” en spraken daarom over een enkel individu, namelijk Jezus. [1]
Of deze man hier ook de Jood Fillipus beschuldigd weet ik niet. Die gebruikte immers juist dit hoofdstuk om te bewijzen dat Jezus de Messias was, toen hij de kamerling onderwees. Sommige van de eerste geschreven interpretaties of targums beschouwen deze passage toch echt als een verwijzing naar een individuele dienaar, de Messias, die zou lijden. Bijvoorbeeld de de Babylonische Talmoed: "Wat is zijn naam [de Messias]? De rabbijnen zeiden: Zijn naam is ‘de melaatse geleerde’, zoals er staat geschreven: ‘Hij heeft zeker onze smarten en onze zorgen gedragen; toch beschouwden we hem als een melaatse, door God geslagen en verdrukt.’ (Sanhedrin 98b)
[1] https://jewsforjudaism.org/knowledge/ar ... conspiracy
Volgens mij is het niet verboden om dit hoofdstuk te lezen. Maar als je alleen op de sabbat de lezingen hoort, komt Jesaja 53 dus niet aan de orde. Lang verhaal maar dit was ooit één van mijn onderzoekjes