Het kan zijn dat ik anders lees.Herman schreef: Het is een prima verhaal van dr. M. Visser. Ik heb je nu al een tijdje zitten verbazen over wat je allemaal aanhaalt, met je ideeën stoelen nergens op. Je kunt andere argumenten aandragen die bij een andere invalshoek passen, maar dat weerspreekt de argumentatie van Visser toch niet?
Het meest logisch is overigens dat een theoloog theologische argumenten aandraagt voor de coherentie van een kerkelijke gemeenschap. Waarom zou je dat dan moeten psychologiseren. De schoenmaker houdt zich bij zijn leest, dat is prima. Een sociologische invalshoek is ook prima, maar het is terecht dat deze man zich niet op dat ijs begeeft.
In de laatste alinea stelt dr. Visser dat de mensen blijven in de GG omdat ze weten dat elke week de belangrijkste vraag van het leven wordt gesteld, nl. wat je moet doen om gered te worden. Ik hoor die vraag ook wekelijks, maar dat terzijde.
Hij noemt als eerste dat het vermogen om mensen bij de kerk te betrekken van belang is. Nu ken ik niet de instroom- en uitstroomcijfers en het aantal nieuwe doopleden en aantal overleden leden. Volgens Wikipedia is het aantal leden vanaf 2015 ongeveer stabiel, 107.000 leden.
In relatie tot zijn stelling is het interessant om te weten hoeveel leden er jaarlijks instromen vanuit andere kerken, en hoeveel mensen hun lidmaatschap opzeggen. Daarnaast is het interessant om te weten hoeveel nieuwe doopleden er jaarlijks gemiddeld zijn en hoeveel leden er jaarlijks gemiddeld overlijden. @DDD zal dat vast wel weten. Geeft al een aardige indicatie in hoeverre mensen echt bij de GG blijven. Dr. Visser ontkent dit allemaal niet, maar vindt dit niet relevant. Het lijkt mij juist wel relevant, omdat dit zijn stelling deels kan ontkrachten.
Daarnaast is het de vraag waarom mensen bij de kerk blijven. Is dat enkel omdat die éne vraag elke week wordt gesteld? Of zijn daar sociologische en culturele redenen voor aan te voeren. Ik heb er geen onderzoek naar gedaan, maar het is zeer aannemelijk dit evenzeer reden is om te blijven. Vanuit mijn achtergrond weet ik het een en ander van cultuur, cultuurverandering, etc., en dit speelt natuurlijk wel degelijk een rol. Dr. Visser geeft aan deze redenen niet weg te willen schuiven, maar hij noemt ze toch maar niet, simpelweg omdat die waarschijnlijk zijn eigen stelling deels ontkrachten.
Verder noemt hij als reden dat mensen vanuit de GG in andere kerken vaak ambtsdrager worden. Hij voert als reden aan dat dit impliciet een sterk vertrouwen is t.a.v. de geestelijke vorming binnen de GG. Dat is wat mij betreft een slag in de lucht. In mijn eigen omgeving komt dit met name ook omdat ze kerkelijk heel actief zijn. Mijn eigen ervaring over die geestelijke vorming is wat minder. Mensen zijn, ik generaliseer, eenzijdig gevormd, dogmatisch en hebben moeite om de geloofsbeleving van anderen te begrijpen.