"De poort is de wedergeboorte en bekering, waardoor wij op de smalle weg komen, waarop wij een leven van geloof en ernstige Godsvrucht beginnen; wij moeten door de nieuwe geboorte overgaan van de toestand van zonde in een toestand van genade (Joh. 3:5). Er moet een nieuw hart zijn en een nieuwe geest en de oude dingen moeten voorbijgaan. De neiging van de ziel moet anders worden, met slechte gewoonten moet worden gebroken; wat wij ons hele leven gedaan hebben moet weer ongedaan gemaakt worden." (uit de Bijbelverklaring van Matthew Henry)Oorspronkelijk gepost door Rhodé
H.M.H,
de Poort is volgens mij: wedergeboorte door geloof in de Heere Jezus Christus die zegt: ik ben de weg, de deur der schapen. Er valt wel degelijk wat te kiezen, we zijn geen robotten die op de smalle weg vallen als het God belieft! God vraagt van ons dat wij ons bekeren. We kiezen om wel/niet te bidden, we kiezen wel/niet naar de kermis te gaan, we kiezen wel/niet om zonde te doen of te laten. Zoals jij het zegt, neemt dat alle verantwoordelijkheid bij de mens weg. Ons keuzevermogen is niet weg, maar onze wil is verdorven en kunnen het kwade kiezen.
Leg dat maar eens uit aan een buitenkerkelijke: Je hebt niet te kiezen.
Ik geloof niet dat wij kunnen kiezen of wij op de smalle willen gaan. Ik denk dat de Bijbel ons dat anders leert. Wedergeboorte en bekering is voor 100% Gods werk. Er komt geen keuze van de mens aan te pas. Dat doet toch tekort aan Gods genade. Natuurlijk blijft onze verantwoordelijkheid wel staan en dat vraagt God ook van ons, Hij wil Zijn beeld terug. Maar kiezen voor de smalle weg is er bij de mens niet meer bij. "Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader Die Mij gezonden heeft, hem trekke."
Als je Johannes 6 : 22 - 71 leest gaat het daar ook over. De geciteerde tekst viel niet bij het volk in de smaak. "Deze rede is hard; wie kan dezelve horen? Tot deze mensen zei Hij: "Maar er zijn sommigen van ulieden, die niet geloven. Daarom heb Ik u gezegd dat niemand tot Mij komen kan, tenzij dat het hem gegeven zij van Mijn Vader." Alleen Gods kinderen blijven, doordat zij door God getrokken zijn. De Heere Jezus vraagt aan Zijn discipelen: "Wilt gijlieden ook niet weggaan?" Het ware geloof kan niet zonder de Heere Jezus. "Simon Petrus antwoordde Hem: Heere, tot wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens." En doordat de discipelen door de Vader aan de Zoon van God gegeven zijn "hebben wij geloofd en bekend, dat Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods."