Dankdag

[-DIA-]

Morgendienst:
Gezongen psalmen:
74:1,2
94:5,6,8
51:2
145:6
Tekst:
1 KRONIEKEN 21 samengevat in vers 17
Thema:
DAVIDS BUIGEN ONDER HET RECHTVAARDIG OORDEEL
1. Davids zonde
2. Davids schuldaanvaarding
3. Davids smeekbede


Avonddienst:
Gezongen psalmen:
66:6,7
85:2,4
103:5
32:1
Tekst:
1 KRONIEKEN 21 samengevat in vers 26-27
DAVID VERLOST VAN HET RECHTVAARDIG OORDEEL
1. De oorsprong van deze verlossing
2. De Grondslag van deze verlossing
3. De vrucht van deze verlossing

Beste DIA,
Vraagje:
1.Hoe werd "het rechtvaardig oordeel" doorvertaald naar onze tijd?
2. Wat werd er gezegd over dat buigen van David en het buigen van de gelovigen?
3. Kwam in de avondpreek ook naar voren waarin deze verlossing bestaat?
4. Werd er ook gesproken waardoor en door Wie en deze verlossing wordt teweeggebracht?
5. Werd er ook gesproken aan wie deze verlossing geschonken werd?

Ik zal heel kort proberen er iets van te zeggen.
1.Hoe werd "het rechtvaardig oordeel" doorvertaald naar onze tijd?
Toen stond de satan op tegen Israël en hij porde David aan dat hij Israël telde. Hier begint de geschiedenis. Om het precies weer te geven zou ik de preek op een cd moeten hebben, dus ik moet maar proberen om het uit mijn geheugen te halen. Het was Davids zonde. De duivel porde David aan. Onder de toelating Gods. Er werd verwezen naar 2 Samuel 24. Daar staat deze geschiedenis ook beschreven. Je ziet als je je beide hoofdstukken leest enkele schijnbare tegenstrijdigheden. Deze werden verklaard. Want in 2 Samuel 24 lezen we b.v. dat de HEERE David aanporde.
Joab zou het tellen uitvoeren, maar ondanks de waarschuwingen van de toch niet als rechtvaardig beschreven Joab, dreef David zijn wil door. Hij was gewaarschuwd. Dat maakte het voor David ter ernstiger. Toen Joab het volk telde liet hij Levi en en Benjamin erbuiten. Joab was ervan ovetuigd dat David hier in een zondige weg was, daarom staat er ook bij de reden waarom Joab Levi en Benjamin niet telde: “Want des konings woord was hem een gruwel”.
In 2 Samuel 24 lezen we dat David niet gerust was toen Joab hem het getal meedeelde. (Ook den verschillen in getallen van 2 Sam. 24 en 1 Kronieken 21 werden verklaard). Zijn hart sloeg hem. Hij was zich bewust dat hij kwaad gedaan had, vóór dat Gad tot hem gezonden werd.
Hierdoor kunnen we weten dat Davids consciëntie toch verontrust was.
Dan de ‘doorvertaling’ naar onze tijd: David was voor niet voor rede vatbaar, maar dreef als een oosters despoot zijn wil door. Ondanks de waarschuwingen van Joab, een man die toch de Heere niet vreesde. Maar deze man zag zelfs in hoe David bewust zondigde.
De toepassing op de toestand van deze tijd is niet zo moeilijk te trekken: Nederland en Europa gaan door. Men laat zich niet gezeggen, ondanks de waarschuwingen.

2. Wat werd er gezegd over dat buigen van David en het buigen van de gelovigen?
Toen de profeet Gad tot hem werd gezonden was hij toch al overtuigd van zijn zonde. Immers in 2 Samuel 24 lezen we dat direct nadat Joab hem het getal meedeelde “zijn hart hem sloeg”.
Hij mocht kiezen uit drie plagen: Maar elk van de drie was moorddadig, zodat het getal van het getelde volk zou slinken. David wist van de rechtvaardigheid van dit oordeel, en boog. Maar hij was zeer bange, en vreesde in de handen van mensen te vallen. Daarom mocht hij aan Gods kant vallen. Laar mij toch in de hand des Heeren vallen, want Zijn barmhartigheden zijn zeer vele, maar laat mij in de hand der mensen niet vallen. Hij boog onder het oordeel, en viel onder God.

3. Kwam in de avondpreek ook naar voren waarin deze verlossing bestaat?
Het oordeel was aangevangen. De profeet Gad werd weer tot David gezonden. Hij zou opgaan naar om den HEERE een altaar op te richten op de dorsvloer van Ornan de Jebusiet. Hij was niet uit Israël, maar van de overgebleven inwoners van het oude Salem, maar uit het verband blijkt wel dat deze Ornan wel was bekeerd tot het Jodendom.
De verlossing van dit oordeel: Gods weg is een weg van recht. David wilde de volle prijs voor de dorsvloer betalen want hij wilde God niet dienen op kosten van een ander, maar Ornan weigerde geld. “Toen zeide Ornan tot David: Neem ze maar heen, en mijn heer de koning doe wat goed is in zijn ogen: zie, ik geef u deze runderen tot brandoffers en deze sleden tot hout en de tarwe tot spijsoffer. Matthew Henry zegt hier: Zij, die waarlijk de schrik des HEEREN weten, zullen alles doen wat zij kunnen om in hun plaats de godsdienst te bevorderen, alle methoden tot verzoening te volgen ten einde Gods toorn af te wenden.
Maar David wilde de volle prijs betalen. Toen bouwde hij daar een altaar. En als hij de HEERE aanriep, zo antwoordde Hij hem door vuur uit de hemel op het brandofferaltaar. De verlossing bestond dus uit het aannemen van het offer, en dat wijst vanzelf naar het offer dat alleen de zonden der wereld kan wegnemen. Schoon zwaar getergd, is de HEERE groot van goedertierenheid. Maar door een weg van Recht.

4. Werd er ook gesproken waardoor en door Wie en deze verlossing wordt teweeggebracht?
“En de HEERE zeide tot den engel, dat hij zijn zwaard weder in zijn schede zou steken. Ten zelven tijd toen David zag, dat de HEERE hem geantwoord had op de dorsvloer van Ornan, zo offerde hij aldaar. Want de tabernakel des HEEREN was te dien tijde op de hoogte van Gibeon. David kon niet heengaan voor hetzelve op God te zoeken, want hij was verschrikt voor het zwaard van de engel des HEEREN.
Dat wil zeggen: Hij zag de vreselijkheid van de HEERE en het zwaard van de engel des HEEREN. Hier werd gewezen op het intrekken van het zwaard en het wegnemen van het zwaard. David vreesde he gezicht van het zwaard, dat hij niet naar had Gibeon kon gaan. De plaag was begonnen, en ging door, zodat er haast bij was. In Gods mededogen mocht David aan DIE PLAATS een altaar bouwen. Het zou de plaats zijn waar eens de Tempel zou worden gebouwd, en het was de plaats waar Abraham werd verzocht om Izak te offeren.

5. Werd er ook gesproken aan wie deze verlossing geschonken werd?
De vrucht van deze verlossing dan is dat David zich mocht verootmoedigen en zich strafwaardig kennen. God recht en gerechtigheid toeschrijven. In een weg van ware boete wil God genade bewijzen aan mensen die doodschuldig zijn.


Vanzelf kon ik maar een paar punten aanhalen. Want wat er is gezegd in deze 2 preken zou een volledig boekwerk voor nodig zijn.

[SecorDabar]

Morgendienst:
Gezongen psalmen:
74:1,2
94:5,6,8
51:2
145:6
Tekst:
1 KRONIEKEN 21 samengevat in vers 17
Thema:
DAVIDS BUIGEN ONDER HET RECHTVAARDIG OORDEEL
1. Davids zonde
2. Davids schuldaanvaarding
3. Davids smeekbede


Avonddienst:
Gezongen psalmen:
66:6,7
85:2,4
103:5
32:1
Tekst:
1 KRONIEKEN 21 samengevat in vers 26-27
DAVID VERLOST VAN HET RECHTVAARDIG OORDEEL
1. De oorsprong van deze verlossing
2. De Grondslag van deze verlossing
3. De vrucht van deze verlossing

Beste DIA,
Vraagje:
1.Hoe werd "het rechtvaardig oordeel" doorvertaald naar onze tijd?
2. Wat werd er gezegd over dat buigen van David en het buigen van de gelovigen?
3. Kwam in de avondpreek ook naar voren waarin deze verlossing bestaat?
4. Werd er ook gesproken waardoor en door Wie en deze verlossing wordt teweeggebracht?
5. Werd er ook gesproken aan wie deze verlossing geschonken werd?

Ik zal heel kort proberen er iets van te zeggen.
1.Hoe werd "het rechtvaardig oordeel" doorvertaald naar onze tijd?
Toen stond de satan op tegen Israël en hij porde David aan dat hij Israël telde. Hier begint de geschiedenis. Om het precies weer te geven zou ik de preek op een cd moeten hebben, dus ik moet maar proberen om het uit mijn geheugen te halen. Het was Davids zonde. De duivel porde David aan. Onder de toelating Gods. Er werd verwezen naar 2 Samuel 24. Daar staat deze geschiedenis ook beschreven. Je ziet als je je beide hoofdstukken leest enkele schijnbare tegenstrijdigheden. Deze werden verklaard. Want in 2 Samuel 24 lezen we b.v. dat de HEERE David aanporde.
Joab zou het tellen uitvoeren, maar ondanks de waarschuwingen van de toch niet als rechtvaardig beschreven Joab, dreef David zijn wil door. Hij was gewaarschuwd. Dat maakte het voor David ter ernstiger. Toen Joab het volk telde liet hij Levi en en Benjamin erbuiten. Joab was ervan ovetuigd dat David hier in een zondige weg was, daarom staat er ook bij de reden waarom Joab Levi en Benjamin niet telde: “Want des konings woord was hem een gruwel”.
In 2 Samuel 24 lezen we dat David niet gerust was toen Joab hem het getal meedeelde. (Ook den verschillen in getallen van 2 Sam. 24 en 1 Kronieken 21 werden verklaard). Zijn hart sloeg hem. Hij was zich bewust dat hij kwaad gedaan had, vóór dat Gad tot hem gezonden werd.
Hierdoor kunnen we weten dat Davids consciëntie toch verontrust was.
Dan de ‘doorvertaling’ naar onze tijd: David was voor niet voor rede vatbaar, maar dreef als een oosters despoot zijn wil door. Ondanks de waarschuwingen van Joab, een man die toch de Heere niet vreesde. Maar deze man zag zelfs in hoe David bewust zondigde.
De toepassing op de toestand van deze tijd is niet zo moeilijk te trekken: Nederland en Europa gaan door. Men laat zich niet gezeggen, ondanks de waarschuwingen.

2. Wat werd er gezegd over dat buigen van David en het buigen van de gelovigen?
Toen de profeet Gad tot hem werd gezonden was hij toch al overtuigd van zijn zonde. Immers in 2 Samuel 24 lezen we dat direct nadat Joab hem het getal meedeelde “zijn hart hem sloeg”.
Hij mocht kiezen uit drie plagen: Maar elk van de drie was moorddadig, zodat het getal van het getelde volk zou slinken. David wist van de rechtvaardigheid van dit oordeel, en boog. Maar hij was zeer bange, en vreesde in de handen van mensen te vallen. Daarom mocht hij aan Gods kant vallen. Laar mij toch in de hand des Heeren vallen, want Zijn barmhartigheden zijn zeer vele, maar laat mij in de hand der mensen niet vallen. Hij boog onder het oordeel, en viel onder God.

3. Kwam in de avondpreek ook naar voren waarin deze verlossing bestaat?
Het oordeel was aangevangen. De profeet Gad werd weer tot David gezonden. Hij zou opgaan naar om den HEERE een altaar op te richten op de dorsvloer van Ornan de Jebusiet. Hij was niet uit Israël, maar van de overgebleven inwoners van het oude Salem, maar uit het verband blijkt wel dat deze Ornan wel was bekeerd tot het Jodendom.
De verlossing van dit oordeel: Gods weg is een weg van recht. David wilde de volle prijs voor de dorsvloer betalen want hij wilde God niet dienen op kosten van een ander, maar Ornan weigerde geld. “Toen zeide Ornan tot David: Neem ze maar heen, en mijn heer de koning doe wat goed is in zijn ogen: zie, ik geef u deze runderen tot brandoffers en deze sleden tot hout en de tarwe tot spijsoffer. Matthew Henry zegt hier: Zij, die waarlijk de schrik des HEEREN weten, zullen alles doen wat zij kunnen om in hun plaats de godsdienst te bevorderen, alle methoden tot verzoening te volgen ten einde Gods toorn af te wenden.
Maar David wilde de volle prijs betalen. Toen bouwde hij daar een altaar. En als hij de HEERE aanriep, zo antwoordde Hij hem door vuur uit de hemel op het brandofferaltaar. De verlossing bestond dus uit het aannemen van het offer, en dat wijst vanzelf naar het offer dat alleen de zonden der wereld kan wegnemen. Schoon zwaar getergd, is de HEERE groot van goedertierenheid. Maar door een weg van Recht.

4. Werd er ook gesproken waardoor en door Wie en deze verlossing wordt teweeggebracht?
“En de HEERE zeide tot den engel, dat hij zijn zwaard weder in zijn schede zou steken. Ten zelven tijd toen David zag, dat de HEERE hem geantwoord had op de dorsvloer van Ornan, zo offerde hij aldaar. Want de tabernakel des HEEREN was te dien tijde op de hoogte van Gibeon. David kon niet heengaan voor hetzelve op God te zoeken, want hij was verschrikt voor het zwaard van de engel des HEEREN.
Dat wil zeggen: Hij zag de vreselijkheid van de HEERE en het zwaard van de engel des HEEREN. Hier werd gewezen op het intrekken van het zwaard en het wegnemen van het zwaard. David vreesde he gezicht van het zwaard, dat hij niet naar had Gibeon kon gaan. De plaag was begonnen, en ging door, zodat er haast bij was. In Gods mededogen mocht David aan DIE PLAATS een altaar bouwen. Het zou de plaats zijn waar eens de Tempel zou worden gebouwd, en het was de plaats waar Abraham werd verzocht om Izak te offeren.

5. Werd er ook gesproken aan wie deze verlossing geschonken werd?
De vrucht van deze verlossing dan is dat David zich mocht verootmoedigen en zich strafwaardig kennen. God recht en gerechtigheid toeschrijven. In een weg van ware boete wil God genade bewijzen aan mensen die doodschuldig zijn.


Vanzelf kon ik maar een paar punten aanhalen. Want wat er is gezegd in deze 2 preken zou een volledig boekwerk voor nodig zijn.

Beste DIA,
Ik heb bewondering voor de wijze hoe u geschreven hebt.
Bewondering omdat u zo'n goed geheugen hebt.
Nu ik dit zo lees waren beide preken wel erg gespitst op het Oude Testament.
Was er in hetgeen beluisterd werd ook een heenwijzing naar Christus ?

De door u omschreven toepassing op Nederland en Europa is wel wat abstract.
Was er geen toepassing op de omstandigheden van uw gemeente ?
Ik neem aan dat dankdag toch meer toepasbaar is op het welzijn van de plaatselijke gemeente, dan op de situatie van Nederland en Europa.

Vriendelijke groeten van Secor Dabar

[-DIA-]

Morgendienst:
Gezongen psalmen:
74:1,2
94:5,6,8
51:2
145:6
Tekst:
1 KRONIEKEN 21 samengevat in vers 17
Thema:
DAVIDS BUIGEN ONDER HET RECHTVAARDIG OORDEEL
1. Davids zonde
2. Davids schuldaanvaarding
3. Davids smeekbede


Avonddienst:
Gezongen psalmen:
66:6,7
85:2,4
103:5
32:1
Tekst:
1 KRONIEKEN 21 samengevat in vers 26-27
DAVID VERLOST VAN HET RECHTVAARDIG OORDEEL
1. De oorsprong van deze verlossing
2. De Grondslag van deze verlossing
3. De vrucht van deze verlossing

Beste DIA,
Vraagje:
1.Hoe werd "het rechtvaardig oordeel" doorvertaald naar onze tijd?
2. Wat werd er gezegd over dat buigen van David en het buigen van de gelovigen?
3. Kwam in de avondpreek ook naar voren waarin deze verlossing bestaat?
4. Werd er ook gesproken waardoor en door Wie en deze verlossing wordt teweeggebracht?
5. Werd er ook gesproken aan wie deze verlossing geschonken werd?

Ik zal heel kort proberen er iets van te zeggen.
1.Hoe werd "het rechtvaardig oordeel" doorvertaald naar onze tijd?
Toen stond de satan op tegen Israël en hij porde David aan dat hij Israël telde. Hier begint de geschiedenis. Om het precies weer te geven zou ik de preek op een cd moeten hebben, dus ik moet maar proberen om het uit mijn geheugen te halen. Het was Davids zonde. De duivel porde David aan. Onder de toelating Gods. Er werd verwezen naar 2 Samuel 24. Daar staat deze geschiedenis ook beschreven. Je ziet als je je beide hoofdstukken leest enkele schijnbare tegenstrijdigheden. Deze werden verklaard. Want in 2 Samuel 24 lezen we b.v. dat de HEERE David aanporde.
Joab zou het tellen uitvoeren, maar ondanks de waarschuwingen van de toch niet als rechtvaardig beschreven Joab, dreef David zijn wil door. Hij was gewaarschuwd. Dat maakte het voor David ter ernstiger. Toen Joab het volk telde liet hij Levi en en Benjamin erbuiten. Joab was ervan ovetuigd dat David hier in een zondige weg was, daarom staat er ook bij de reden waarom Joab Levi en Benjamin niet telde: “Want des konings woord was hem een gruwel”.
In 2 Samuel 24 lezen we dat David niet gerust was toen Joab hem het getal meedeelde. (Ook den verschillen in getallen van 2 Sam. 24 en 1 Kronieken 21 werden verklaard). Zijn hart sloeg hem. Hij was zich bewust dat hij kwaad gedaan had, vóór dat Gad tot hem gezonden werd.
Hierdoor kunnen we weten dat Davids consciëntie toch verontrust was.
Dan de ‘doorvertaling’ naar onze tijd: David was voor niet voor rede vatbaar, maar dreef als een oosters despoot zijn wil door. Ondanks de waarschuwingen van Joab, een man die toch de Heere niet vreesde. Maar deze man zag zelfs in hoe David bewust zondigde.
De toepassing op de toestand van deze tijd is niet zo moeilijk te trekken: Nederland en Europa gaan door. Men laat zich niet gezeggen, ondanks de waarschuwingen.

2. Wat werd er gezegd over dat buigen van David en het buigen van de gelovigen?
Toen de profeet Gad tot hem werd gezonden was hij toch al overtuigd van zijn zonde. Immers in 2 Samuel 24 lezen we dat direct nadat Joab hem het getal meedeelde “zijn hart hem sloeg”.
Hij mocht kiezen uit drie plagen: Maar elk van de drie was moorddadig, zodat het getal van het getelde volk zou slinken. David wist van de rechtvaardigheid van dit oordeel, en boog. Maar hij was zeer bange, en vreesde in de handen van mensen te vallen. Daarom mocht hij aan Gods kant vallen. Laar mij toch in de hand des Heeren vallen, want Zijn barmhartigheden zijn zeer vele, maar laat mij in de hand der mensen niet vallen. Hij boog onder het oordeel, en viel onder God.

3. Kwam in de avondpreek ook naar voren waarin deze verlossing bestaat?
Het oordeel was aangevangen. De profeet Gad werd weer tot David gezonden. Hij zou opgaan naar om den HEERE een altaar op te richten op de dorsvloer van Ornan de Jebusiet. Hij was niet uit Israël, maar van de overgebleven inwoners van het oude Salem, maar uit het verband blijkt wel dat deze Ornan wel was bekeerd tot het Jodendom.
De verlossing van dit oordeel: Gods weg is een weg van recht. David wilde de volle prijs voor de dorsvloer betalen want hij wilde God niet dienen op kosten van een ander, maar Ornan weigerde geld. “Toen zeide Ornan tot David: Neem ze maar heen, en mijn heer de koning doe wat goed is in zijn ogen: zie, ik geef u deze runderen tot brandoffers en deze sleden tot hout en de tarwe tot spijsoffer. Matthew Henry zegt hier: Zij, die waarlijk de schrik des HEEREN weten, zullen alles doen wat zij kunnen om in hun plaats de godsdienst te bevorderen, alle methoden tot verzoening te volgen ten einde Gods toorn af te wenden.
Maar David wilde de volle prijs betalen. Toen bouwde hij daar een altaar. En als hij de HEERE aanriep, zo antwoordde Hij hem door vuur uit de hemel op het brandofferaltaar. De verlossing bestond dus uit het aannemen van het offer, en dat wijst vanzelf naar het offer dat alleen de zonden der wereld kan wegnemen. Schoon zwaar getergd, is de HEERE groot van goedertierenheid. Maar door een weg van Recht.

4. Werd er ook gesproken waardoor en door Wie en deze verlossing wordt teweeggebracht?
“En de HEERE zeide tot den engel, dat hij zijn zwaard weder in zijn schede zou steken. Ten zelven tijd toen David zag, dat de HEERE hem geantwoord had op de dorsvloer van Ornan, zo offerde hij aldaar. Want de tabernakel des HEEREN was te dien tijde op de hoogte van Gibeon. David kon niet heengaan voor hetzelve op God te zoeken, want hij was verschrikt voor het zwaard van de engel des HEEREN.
Dat wil zeggen: Hij zag de vreselijkheid van de HEERE en het zwaard van de engel des HEEREN. Hier werd gewezen op het intrekken van het zwaard en het wegnemen van het zwaard. David vreesde he gezicht van het zwaard, dat hij niet naar had Gibeon kon gaan. De plaag was begonnen, en ging door, zodat er haast bij was. In Gods mededogen mocht David aan DIE PLAATS een altaar bouwen. Het zou de plaats zijn waar eens de Tempel zou worden gebouwd, en het was de plaats waar Abraham werd verzocht om Izak te offeren.

5. Werd er ook gesproken aan wie deze verlossing geschonken werd?
De vrucht van deze verlossing dan is dat David zich mocht verootmoedigen en zich strafwaardig kennen. God recht en gerechtigheid toeschrijven. In een weg van ware boete wil God genade bewijzen aan mensen die doodschuldig zijn.


Vanzelf kon ik maar een paar punten aanhalen. Want wat er is gezegd in deze 2 preken zou een volledig boekwerk voor nodig zijn.

Beste DIA,
Ik heb bewondering voor de wijze hoe u geschreven hebt.
Bewondering omdat u zo'n goed geheugen hebt.
Nu ik dit zo lees waren beide preken wel erg gespitst op het Oude Testament.
Was er in hetgeen beluisterd werd ook een heenwijzing naar Christus ?

De door u omschreven toepassing op Nederland en Europa is wel wat abstract.
Was er geen toepassing op de omstandigheden van uw gemeente ?
Ik neem aan dat dankdag toch meer toepasbaar is op het welzijn van de plaatselijke gemeente, dan op de situatie van Nederland en Europa.

Vriendelijke groeten van Secor Dabar

Wijlen ds. W. Verhoeks zei eens: Een preek waarin Christus niet centraal staat is geen preek, maar een gemoedelijk praatje. Ik denk ook dat dit altijd geldt. Zou de prediker de Christus niet prediken dan zou hij een halve waarheid preken. En ik weet het, er zijn predikers die in de wet blijven steken, maar toch mag hier nog elke week heengewezen worden naar de Christus. En het is ook zo, op een harde wetsprediking waar Christus in ontbreekt kan ook geen mens echt betrekking krijgen. Als je bergrijpt wat ik bedoel?

[SecorDabar]

Beste DIA,
Ja ik begrijp wat u bedoeld. Het is Wet én Evangelie.
Ik denk dat de meeste forumleden het wel met u eens zullen zijn.
Toch miste ik de heenwijzing naar Christus in uw beschrijven van de dankdagpreken.
Ik ga er van uit dat door uw predikant wel de heenwijzing naar Christus verklaard zal zijn in zijn preken.

[-DIA-]

Beste DIA,
Ja ik begrijp wat u bedoeld. Het is Wet én Evangelie.
Ik denk dat de meeste forumleden het wel met u eens zullen zijn.
Toch miste ik de heenwijzing naar Christus in uw beschrijven van de dankdagpreken.
Ik ga er van uit dat door uw predikant wel de heenwijzing naar Christus verklaard zal zijn in zijn preken.

Ja maar dan zou ik in feite de hele tekst moeten onthouden en dat is voor mij onmogelijk, als je bedenkt dat een dienst ruim anderhalf uur duurt. Maar er wordt geen preek zonder Christus gebracht. Nee, Wet en Evangelie moeten evenwichtig gepreekt worden. Al kan het zijn dat de een de wet meer hoort en de ander naar zijn/haar zielslegering meer de Christus ziet uitblinken. Een preek waarin het leven niet ontbreekt zal nooit ledig tot God wederkeren, maar het zal doen hetgeen Hem behaagd, deze een reuke des levens ten leven en gene een reuke des doods ten dode. De preken zijn wel zeer ernstig, de klem van de noodzaak van bekering en wedergeboorte wordt zo na aan het hart gelegd. Dan is het wel een ernstige vraag: Wat doe ik met het Woord? Hij noemde nog dit: Weer is een seizoen voorbij. Wat heeft de prediking dit seizoen gedaan? De klem en de ernst mag soms zo doorklinken dat er nog beslag op de hele gemeente komt te liggen, al is het ook dat velen het na de dienst weer afschudden, we zijn nooit te verontschuldigen. De Weg wordt gepredikt. Gods knechten zijn niet verantwoordelijk voor de vrucht, maar op de hoorders rust wel de verantwoording.

[huisman]

Merkwaardig, het is vandaag dankdag (behalve bij die eigenwijze Zeeuwen ), maar ik lees er niks van op het forum.

Wat hebben we mooie diensten gehad! Onderwijzend, actueel, praktisch maar tegelijkertijd indringend. En wat hebben we fijn gezongen! Een oase, zo'n dag middenin de week!

Dank U voor de Heere Jezus bad onze predikant...hebben wij wel eens gedankt voor Gods grootste Gave ?

Hee, zat je bij ons in de kerk?

Nee bij Helma

[Simon]

Beste DIA,
Ja ik begrijp wat u bedoeld. Het is Wet én Evangelie.
Ik denk dat de meeste forumleden het wel met u eens zullen zijn.
Toch miste ik de heenwijzing naar Christus in uw beschrijven van de dankdagpreken.
Ik ga er van uit dat door uw predikant wel de heenwijzing naar Christus verklaard zal zijn in zijn preken.

Waar Christus nog niet is, is nog Wet, ja.
Dus dat klopt dan, helaas.
Hebt gij den Geest ontvangen uit de werken der wet, (lees Gal 3:2-5 nog eens!!)
Of zijn er hier nog net zo veel uitzinnigen als die Galaten destijds ?
Ook Gal 3:24-26 laat duidelijk het ''voltooid verleden tijd'' zien van de wet.
Gal 4:4
Destijds kwam met Gods uitzending van Christus de volheid des tijds, opdat Hij degenen die onder de wet waren, verlossen zou.
Keren wij dan nu terug naar de wet ?

[SecorDabar]

Beste DIA,
Ja ik begrijp wat u bedoeld. Het is Wet én Evangelie.
Ik denk dat de meeste forumleden het wel met u eens zullen zijn.
Toch miste ik de heenwijzing naar Christus in uw beschrijven van de dankdagpreken.
Ik ga er van uit dat door uw predikant wel de heenwijzing naar Christus verklaard zal zijn in zijn preken.

Waar Christus nog niet is, is nog Wet, ja.
Dus dat klopt dan, helaas.
Hebt gij den Geest ontvangen uit de werken der wet, (lees Gal 3:2-5 nog eens!!)
Of zijn er hier nog net zo veel uitzinnigen als die Galaten destijds ?
Ook Gal 3:24-26 laat duidelijk het ''voltooid verleden tijd'' zien van de wet.
Gal 4:4
Destijds kwam met Gods uitzending van Christus de volheid des tijds, opdat Hij degenen die onder de wet waren, verlossen zou.
Keren wij dan nu terug naar de wet ?

Nee, wij keren niet terug naar de Wet om daarmee de zaligheid te verdienen.
De Wet dient genoemd te worden als tuchtmeester tot Christus.

Beste Simon, u onderschrift op dit forum toch hopelijk wel de Heidelberger catechismus ???
Ik zou zeggen, lees eens Zondag 44 vraag 115.

[Simon]

Beste DIA,
Ja ik begrijp wat u bedoeld. Het is Wet én Evangelie.
Ik denk dat de meeste forumleden het wel met u eens zullen zijn.
Toch miste ik de heenwijzing naar Christus in uw beschrijven van de dankdagpreken.
Ik ga er van uit dat door uw predikant wel de heenwijzing naar Christus verklaard zal zijn in zijn preken.

Waar Christus nog niet is, is nog Wet, ja.
Dus dat klopt dan, helaas.
Hebt gij den Geest ontvangen uit de werken der wet, (lees Gal 3:2-5 nog eens!!)
Of zijn er hier nog net zo veel uitzinnigen als die Galaten destijds ?
Ook Gal 3:24-26 laat duidelijk het ''voltooid verleden tijd'' zien van de wet.
Gal 4:4
Destijds kwam met Gods uitzending van Christus de volheid des tijds, opdat Hij degenen die onder de wet waren, verlossen zou.
Keren wij dan nu terug naar de wet ?

Nee, wij keren niet terug naar de Wet om daarmee de zaligheid te verdienen.
De Wet dient genoemd te worden als tuchtmeester tot Christus.

Beste Simon, u onderschrift op dit forum toch hopelijk wel de Heidelberger catechismus ???
Ik zou zeggen, lees eens Zondag 44 vraag 115.

De bijbeltekst zegt letterlijk dat de wet ter bewaring was GEWEEST totdat Jezus kwam.

''TOT Jezus'' is een tijdsaanduiding en geen richtingaangever.
God liet de tien geboden prediken aan het volk Israël onder de wet. Het is een denkfout om Israël te vereenzelvigen met de Gemeente. Christus is onze leefregel, de maatstaf en het model voor de nieuwe mens, die Gods wet '' in het hart geschreven'' heeft gekregen. De prediking van de wet leidt tot slavernij onder de wet.

[-DIA-]

Beste DIA,
Ja ik begrijp wat u bedoeld. Het is Wet én Evangelie.
Ik denk dat de meeste forumleden het wel met u eens zullen zijn.
Toch miste ik de heenwijzing naar Christus in uw beschrijven van de dankdagpreken.
Ik ga er van uit dat door uw predikant wel de heenwijzing naar Christus verklaard zal zijn in zijn preken.

Waar Christus nog niet is, is nog Wet, ja.
Dus dat klopt dan, helaas.
Hebt gij den Geest ontvangen uit de werken der wet, (lees Gal 3:2-5 nog eens!!)
Of zijn er hier nog net zo veel uitzinnigen als die Galaten destijds ?
Ook Gal 3:24-26 laat duidelijk het ''voltooid verleden tijd'' zien van de wet.
Gal 4:4
Destijds kwam met Gods uitzending van Christus de volheid des tijds, opdat Hij degenen die onder de wet waren, verlossen zou.
Keren wij dan nu terug naar de wet ?

Nee, wij keren niet terug naar de Wet om daarmee de zaligheid te verdienen.
De Wet dient genoemd te worden als tuchtmeester tot Christus.

Beste Simon, u onderschrift op dit forum toch hopelijk wel de Heidelberger catechismus ???
Ik zou zeggen, lees eens Zondag 44 vraag 115.

De bijbeltekst zegt letterlijk dat de wet ter bewaring was GEWEEST totdat Jezus kwam.

''TOT Jezus'' is een tijdsaanduiding en geen richtingaangever.
God liet de tien geboden prediken aan het volk Israël onder de wet. Het is een denkfout om Israël te vereenzelvigen met de Gemeente. Christus is onze leefregel, de maatstaf en het model voor de nieuwe mens, die Gods wet '' in het hart geschreven'' heeft gekregen. De prediking van de wet leidt tot slavernij onder de wet.

Welke kerk of sekte leest zo de Bijbel?

[SecorDabar]

Beste DIA,
Ja ik begrijp wat u bedoeld. Het is Wet én Evangelie.
Ik denk dat de meeste forumleden het wel met u eens zullen zijn.
Toch miste ik de heenwijzing naar Christus in uw beschrijven van de dankdagpreken.
Ik ga er van uit dat door uw predikant wel de heenwijzing naar Christus verklaard zal zijn in zijn preken.

Waar Christus nog niet is, is nog Wet, ja.
Dus dat klopt dan, helaas.
Hebt gij den Geest ontvangen uit de werken der wet, (lees Gal 3:2-5 nog eens!!)
Of zijn er hier nog net zo veel uitzinnigen als die Galaten destijds ?
Ook Gal 3:24-26 laat duidelijk het ''voltooid verleden tijd'' zien van de wet.
Gal 4:4
Destijds kwam met Gods uitzending van Christus de volheid des tijds, opdat Hij degenen die onder de wet waren, verlossen zou.
Keren wij dan nu terug naar de wet ?

Nee, wij keren niet terug naar de Wet om daarmee de zaligheid te verdienen.
De Wet dient genoemd te worden als tuchtmeester tot Christus.

Beste Simon, u onderschrift op dit forum toch hopelijk wel de Heidelberger catechismus ???
Ik zou zeggen, lees eens Zondag 44 vraag 115.

De bijbeltekst zegt letterlijk dat de wet ter bewaring was GEWEEST totdat Jezus kwam.

''TOT Jezus'' is een tijdsaanduiding en geen richtingaangever.
God liet de tien geboden prediken aan het volk Israël onder de wet. Het is een denkfout om Israël te vereenzelvigen met de Gemeente. Christus is onze leefregel, de maatstaf en het model voor de nieuwe mens, die Gods wet '' in het hart geschreven'' heeft gekregen. De prediking van de wet leidt tot slavernij onder de wet.

Beste Simon,
Ik vraag me in gemoede af wat u dan nog te zoeken hebt op dit forum.
U gaat gewoon niet in op mijn advies om van de Heidelberger Catechismus te lezen Zondag 44, vraag 115.
Dit onderschrijven de deelnemers van dit forum toch?

[refo]

Ik vrees dat je in zondag 44 alleen de eerste woorden leest. Dat is niet goed. De crux zit in het deel daarna.

Eigenlijk hoort het hier niet. Eigenlijk is het een herhaling van vraag 3, terwijl we niet meer in het stuk van de ellende zitten. Ik zou het daarom liever vraag 5a noemen dan 115. De vraag ervoor gaat over bekeerden. Terwijl Rom 3:20 gaat over onbekeerden. Lees maar in vers 19: Wij weten nu, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld voor God verdoemelijk zij.

En na vers 20 volgt een MAAR: 21 Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de wet en de profeten:

[Johann Gottfried Walther]

Beste DIA,
Ja ik begrijp wat u bedoeld. Het is Wet én Evangelie.
Ik denk dat de meeste forumleden het wel met u eens zullen zijn.
Toch miste ik de heenwijzing naar Christus in uw beschrijven van de dankdagpreken.
Ik ga er van uit dat door uw predikant wel de heenwijzing naar Christus verklaard zal zijn in zijn preken.

Waar Christus nog niet is, is nog Wet, ja.
Dus dat klopt dan, helaas.
Hebt gij den Geest ontvangen uit de werken der wet, (lees Gal 3:2-5 nog eens!!)
Of zijn er hier nog net zo veel uitzinnigen als die Galaten destijds ?
Ook Gal 3:24-26 laat duidelijk het ''voltooid verleden tijd'' zien van de wet.
Gal 4:4
Destijds kwam met Gods uitzending van Christus de volheid des tijds, opdat Hij degenen die onder de wet waren, verlossen zou.
Keren wij dan nu terug naar de wet ?

Nee, wij keren niet terug naar de Wet om daarmee de zaligheid te verdienen.
De Wet dient genoemd te worden als tuchtmeester tot Christus.

Beste Simon, u onderschrift op dit forum toch hopelijk wel de Heidelberger catechismus ???
Ik zou zeggen, lees eens Zondag 44 vraag 115.

De bijbeltekst zegt letterlijk dat de wet ter bewaring was GEWEEST totdat Jezus kwam.

''TOT Jezus'' is een tijdsaanduiding en geen richtingaangever.
God liet de tien geboden prediken aan het volk Israël onder de wet. Het is een denkfout om Israël te vereenzelvigen met de Gemeente. Christus is onze leefregel, de maatstaf en het model voor de nieuwe mens, die Gods wet '' in het hart geschreven'' heeft gekregen. De prediking van de wet leidt tot slavernij onder de wet.

Simon hier de wet Nieuw-Testamentisch,
Romeinen 7

1 Weet gij niet, broeders! (want ik spreek tot degenen, die de wet verstaan) dat de wet heerst over den mens, zo langen tijd als hij leeft?
2 Want een vrouw, die onder den man staat, is aan den levenden man verbonden door de wet; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrijgemaakt van de wet des mans.
3 Daarom dan, indien zij eens anderen mans wordt, terwijl de man leeft, zo zal zij een overspeelster genaamd worden; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrij van de wet, alzo dat zij geen overspeelster is, als zij eens anderen mans wordt.
4 Zo dan, mijn broeders, gij zijt ook der wet gedood door het lichaam van Christus, opdat gij zoudt worden eens Anderen, namelijk Desgenen, Die van de doden opgewekt is, opdat wij Gode vruchten dragen zouden.
5 Want toen wij in het vlees waren, wrochten de bewegingen der zonden, die door de wet zijn, in onze leden, om den dood vruchten te dragen.
6 Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes, en niet in de oudheid der letter.

7 Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Dat zij verre. Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet; want ook had ik de begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indien de wet niet zeide: Gij zult niet begeren.
8 Maar de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft in mij alle begeerlijkheid gewrocht; want zonder de wet is de zonde dood.
9 En zonder de wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven.
10 En het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden.
11 Want de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft mij verleid, en door hetzelve gedood.
12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed.

De Wet is niet afgeschaft, maar vervuld door Jezus Christus, maar de wet is en blijft goed.
En wijst ons op onze zonde juist ook als gelovige, opdat we weer tot Christus zullen vluchten en Hem om vergeving bidden.

[Simon]

@JWG.
De 10 geboden mogen gerust vervallen zijn, want in de woorden van Christus worden ze ver overtroffen. Lees maar de Bergrede waarin Jezus nog veel meer van ons vraagt dan de tien geboden: "Indien uw gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die der schriftgeleerden en Farizeeën, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan" (Matteüs 5:20).

[Johann Gottfried Walther]

@JWG.
De 10 geboden mogen gerust vervallen zijn, want in de woorden van Christus worden ze ver overtroffen. Lees maar de Bergrede waarin Jezus nog veel meer van ons vraagt dan de tien geboden: "Indien uw gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die der schriftgeleerden en Farizeeën, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan" (Matteüs 5:20).

De 10 geboden zijn niet vervallen.
Christus uitleg geeft juist de eis van God weer.
De uitspraak van Christus die je citeert blijkt juist, door de wet te houden kunnen wij niet zalig worden.
In het Oude Testament kon dat niet, in het nieuwe als Christus gekomen is kan dat ook niet.