In wat voor verband zien jullie dit vers dan.jacob schreef:refo schreef:En dan volgt:Oude-Waarheid schreef:Juichend chistendom!!Hendrikus schreef: Herhaaldelijk hoorde ik (s)preken over "een volkje van och en ach" als zijnde het ware volk van God. Geloofszekerheid of vreugde in Christus? "Ach, 't zijn uurtjes van korte duurtjes","zo genoten, zo weer toegesloten".
In zo'n prediking wordt wel degelijk de bekommerde staat normatief gesteld. En wie daar overheen komt, wordt niet zelden bij het "juichend christendom" weggezet.
Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen.
13 De overgeblevenen van Israel zullen geen onrecht doen, noch leugen spreken, en in hun mond zal geen bedriegelijke tong gevonden worden; maar zij zullen weiden en nederliggen, en niemand zal hen verschrikken.
14 Zing vrolijk, gij dochter Sions, juich, Israel; wees blijde, en spring op van vreugde van ganser harte, gij dochter Jeruzalems!
Maar dat kwam eff niet zo goed uit refo :mrgreen:
Wat wil dit vers ons zeggen?
Je kunt wel volgende verzen posten, maar dat zegt nog niets over het voorgaande vers