Erskinees schreef:Adagio schreef:
Ik moet je op je zwarte letters geloven, dat dit verkondigd wordt. Maar ik hoop, dat dit niet wordt gezegd als een minimumlevel of zoiets, maar om de 'brandende genegenheên' uit Psalm 84 te illustreren, of het vaak zijn op de akker van de meerdere Boaz. Omdat jij en ik zelf liever geen schuldenaar worden, bedenkt een mens nogal eens ver-ontschuldigingen:
… ik heb een akker gekocht
… ik heb vijf juk ossen gekocht
… ik heb een vrouw getrouwd
Eens hoor! Een mens bedenkt altijd verontschuldigingen. En toch: een geestelijk kenmerk moeten we niet benoemen op een wijze dat er geen rekening wordt gehouden met de praktische praktijk, noden of zorgen.
Over deze gelijkenis staan mooie stukjes in het dagboekje van Wulfert Floor. Korte stukjes, uit zijn "oefeningen".
Ik heb ze pas aan tafel gelezen. Misschien goed om een stukje hier te citeren:
Een zeker mens bereidde en groot avondmaal en hij noodde er velen.
Lukas 14:16
Een zeker mens bereidde en groot avondmaal, en hij noodde er velen.
Wat is het een geluk dat ik ook genodigd ben, arm schepsel, mede tot Zijn grote maaltijd genodigd heeft. Maar dit dierbaar voorrecht zou mijn eeuwig ongeluk kunnen worden, als ik weiger om op des Konings vrijvergunning te komen.
Er is een groot onderscheid in het genodigd worden en het komen tot het avondmaal.
We lezen immers in deze gelijkenis dat de genodigden geroepen werden toen alle dingen gereed waren, maar ze geen lust hadden in deze zoete zielsbanketten.
De eerste zei: ‘Ik heb een akker gekocht, en het is nodig dat ik uitga en hem bezie.’ We zouden kunnen zeggen: hij had die akker moeten bezien voordat hij hem kocht. De koop was nu toch besloten, daarom kon dat bezien wel tot de volgende dag uitgesteld worden. Het was bovendien avond, dus absoluut geen tijd meer om een akker te bekijken.
De Heere stelt ons met deze mens voor, om ons te leren hoe afkerig wij zijn van de hemelse dingen en hoe verkleefd wij zijn aan huizen, akkers en velden. Om een nietige akker waagde deze arme mens zijn ziel en zaligheid! Dat wij ons toch biddende zouden onderzoeken of wij in deze dwaze mens ons beeld vinden. Hebben wij liever een magere akker dan Jezus en de zalige hemel?
Uit: Waakt en bidt, Bijbels Dagboek, uitgave: Den Hertog, Houten.