Ds. C.P. de Boer en exegese Psalm 110 (RD 16-1-2020) (uit Lessen uit de Psalmen)

Valcke
Berichten: 7605
Lid geworden op: 31 aug 2018, 17:55

Re: Ds. C.P. de Boer en exegese Psalm 110 (RD 16-1-2020) (uit Lessen uit de Psalmen)

Bericht door Valcke »

Ook na lezing en herlezing van het artikel, blijven er bij mij veel vragen.
ds CP Boer schreef:Tot en met Jezus’ dagen werd Psalm 110 gelezen als een profetische tekst van David. Volgens deze interpretatie telt Psalm 110 drie personen: God, de Kurios tot wie God spreekt en de profeet David. In Psalm 110:1 zou David tot een van zijn kinderen spreken. Deze historische uitleg zet zich in de rabbijnse exegese voort.
Vragen die ik heb en houd, zijn met name:

- Diverse auteurs verwijzen naar rabbijnse uitleggingen waarin deze psalm wél messiaans geduid wordt. Dat zijn dan wel bronnen van ná onze jaartelling, echter dit wijst m.i. wel aan dat de rabbijnse exegese niet zo eenduidig is.

- Voor mij is het nieuw dat in Psalm 110 David tot een van zijn kinderen (ik neem dan aan Salomo?) zou spreken. Ik ben wel benieuwd naar de bronnen hiervoor. Ik heb zelf weinig beschikbaar aan rabbijnse uitleg van de psalmen (behalve uit secundaire bron).

- Deze uitleg plaatst ons m.i. wel voor enkele vragen. Stel, David spreekt inderdaad tot een van zijn kinderen. Hoe kan het dan dat David dan spreekt met de aanspreektitel 'Mijn Heere'? Dat lijkt nogal ongerijmd, zelfs al zou David inmiddels afstand hebben gedaan van zijn troon, zoals hij deed toen Salomo koning werd.

- Dezelfde vraag werd door de Heere Jezus gesteld: "Indien Hem dan David noemt zijn Heere, hoe is Hij zijn Zoon?" Dat maakt het m.i. al heel merkwaardig wanneer juist dit de oorspronkelijke bedoeling van de tekst geweest is.

- Verder blijft bij mij de vraag hoe het mogelijk is dat indien deze psalm oorspronkelijk niet messiaans zou zijn, hoe gesproken kan worden van deze zoon als 'priester', en dan nog wel een priester 'in eeuwigheid'. David en Salomo wisten heel goed dat zij geen priester waren. Hoe zou David dan zijn zoon als 'priester' hebben kunnen aanspreken?

- Verder blijkt m.i. uit de passage in Matth. 22 waarin Jezus tot de farizeeën spreekt dat hij de messiaanse betekenis van de psalm als bekend veronderstelt. Juist daarom kon hij de farizeeën hiermee confronteren en aangeven hoezeer de Messias niet slechts een aards Koning zou zijn, maar véél meer dan dat, namelijk Davids 'Heere'.

- Kortom: ik kan nog altijd niet begrijpen hoe ds. C.P. de Boer tot deze 'historische uitleg' is gekomen en waarom hij deze ook nog voor juist houdt, want eerder schreef hij dat de psalm in eerste instantie een historische niet-messiaanse betekenis heeft.

Wanneer anderen antwoorden hebben op al deze vragen, dan houd ik mij aanbevolen. Uit het artikel kan ik die antwoorden echter niet halen.
In de kerk lezen en prediken velen het Oude Testament christologisch. Men bezint zich op de theologische betekenis van het genadeverbond. Maar ondertussen negeert men (on)bewust de blijvende betekenis en plaats van Israël in de realisering van Gods koninkrijk. De moderne geschiedenis heeft bewezen wat er kan gebeuren wanneer we het Oude Testament Messiaans lezen zonder Israël en zonder het kader van Gods Koninkrijk.
Voor mij is het duister wat deze opmerkingen (die op zichzelf een terechte waarschuwing inhouden) te maken hebben met de exegese van deze psalm. Wil hij mogelijk zeggen dat een te snelle messiaanse exegese van Psalm 110 niet juist is en de plaats van Israël ontkent? Maar hoe beargumenteert hij dit dan? Wat is het concrete verband tussen de messiaanse exegese van de psalm en een eventuele miskenning van de plaats van Israël? Dit zijn vragen, waarop het artikel m.i. geen antwoord geeft. Wanneer iemand begrijpt wat het verband van deze opmerkingen is met de exegese van Psalm 110, hoor ik dat heel graag!
Laatst gewijzigd door Valcke op 11 feb 2020, 19:08, 1 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Herman
Moderator
Berichten: 11945
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:21
Locatie: Geldermalsen

Re: Ds. C.P. de Boer en exegese Psalm 110 (RD 16-1-2020) (uit Lessen uit de Psalmen)

Bericht door Herman »

Vragen die ik heb en houd, zijn met name:

- Diverse auteurs verwijzen naar rabbijnse uitleggingen waarin deze psalm wél messiaans geduid wordt. Dat zijn dan wel bronnen van ná onze jaartelling, echter dit wijst m.i. wel aan dat de rabbijnse exegese niet zo eenduidig is.

De hele these draait bij dr. C.P. de Boer er juist om dat de verklaring van de Heere Jezus een scharnierpunt is in de interpretatiegeschiedenis. Het probleem met de rabbijnse exegese is juist de combinatie met een bijzondere engel of een Melchizedekfiguur. En dat is een exegese die afleidt van het kernpunt van Jezus' koningschap

- Voor mij is het nieuw dat in Psalm 110 David tot een van zijn kinderen (ik neem dan aan Salomo?) zou spreken. Ik ben wel benieuwd naar de bronnen hiervoor. Ik heb zelf weinig beschikbaar aan rabbijnse uitleg van de psalmen (behalve uit secundaire bron).

In het proefschrift wordt het auteurschap besproken binnen het kader van een davidide. Ik zal daar later in de week wat van proberen weer te geven

- Deze uitleg plaatst ons m.i. wel voor enkele vragen. Stel, David spreekt inderdaad tot een van zijn kinderen. Hoe kan het dan dat David dan spreekt met de aanspreektitel 'Mijn Heere'? Dat lijkt nogal ongerijmd, zelfs al zou David inmiddels afstand hebben gedaan van zijn troon, zoals hij deed toen Salomo koning werd.

- Dezelfde vraag werd door de Heere Jezus gesteld: "Indien Hem dan David noemt zijn Heere, hoe is Hij zijn Zoon?" Dat maakt het m.i. al heel merkwaardig wanneer juist dit de oorspronkelijke bedoeling van de tekst geweest is.

Dit wordt besproken in het proefschrift, daar is een verklaring voorr

- Verder blijft bij mij de vraag hoe het mogelijk is dat indien deze psalm oorspronkelijk niet messiaans zou zijn, hoe gesproken kan worden van een 'priesterschap', en dan nog wel een priesterschap 'in eeuwigheid'. David en Salomo wisten heel goed dat zij geen priester waren. Hoe zou David dan zijn zoon als 'priester' hebben kunnen aanspreken?

- Verder blijkt m.i. uit de passage in Matth. 22 waarin Jezus tot de farizeeën spreekt dat hij de messiaanse betekenis van de psalm als bekend veronderstelt. Juist daarom kon hij de farizeeën hiermee confronteren en aangeven hoezeer de Messias niet slechts een aards Koning zou zijn, maar véél meer dan dat, namelijk Davids 'Heere'.

De bewering is dus precies andersom. Zij verwerpen de Heere Jezus, omdat zij Zijn gezag en Zijn openlijke messiasschap niet erkennen en daar in de schrift ook geen grond voor vonden. Dus de veronderstelling is maar een veronderstelling

- Kortom: ik kan nog altijd niet begrijpen hoe ds. C.P. de Boer tot deze 'historische uitleg' is gekomen en waarom hij deze ook nog voor juist houdt, want eerder schreef hij dat de psalm in eerste instantie een historische niet-messiaanse betekenis heeft.

Wanneer anderen antwoorden hebben op al deze vragen, dan houd ik mij aanbevolen. Uit het artikel kan ik die antwoorden echter niet halen.
In de kerk lezen en prediken velen het Oude Testament christologisch. Men bezint zich op de theologische betekenis van het genadeverbond. Maar ondertussen negeert men (on)bewust de blijvende betekenis en plaats van Israël in de realisering van Gods koninkrijk. De moderne geschiedenis heeft bewezen wat er kan gebeuren wanneer we het Oude Testament Messiaans lezen zonder Israël en zonder het kader van Gods Koninkrijk.
Voor mij is het duister wat deze opmerkingen (die op zichzelf een terechte waarschuwing inhouden) te maken hebben met de exegese van deze psalm. Wil hij mogelijk zeggen dat een te snelle messiaanse exegese van Psalm 110 niet juist is en de plaats van Israël ontkent? Maar hoe beargumenteert hij dit dan? Wat is het concrete verband tussen de messiaanse exegese van de psalm en een eventuele miskenning van de plaats van Israël? Dit zijn vragen, waarop het artikel m.i. geen antwoord geeft. Wanneer iemand echter de bedoeling van ds. De Boer in deze begrijpt, hoor ik dat heel graag!

Dat zijn geen zaken die in het proefschrift aan de orde komen. De focus in de discussie ligt vooral richting hen die Jezus' woorden van Markus 14 niet als authentiek zien en niet kunnen aanvaarden dat Paulus en Petrus aanhalen van Psalm 110 op Jezus' eigen gezag teruggaat. Juist daar loopt het ook spaak met alle buitenbijbelse messiaanse lezingen die erbij worden gehaald om de groei van de christelijke kerk te verklaren.
Online
ZWP
Berichten: 1663
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:43

Re: Ds. C.P. de Boer en exegese Psalm 110 (RD 16-1-2020) (uit Lessen uit de Psalmen)

Bericht door ZWP »

@Valcke ben jij meer eens met de visie van dr. S. Paas sr.? Zie RD vandaag.
Valcke
Berichten: 7605
Lid geworden op: 31 aug 2018, 17:55

Re: Ds. C.P. de Boer en exegese Psalm 110 (RD 16-1-2020) (uit Lessen uit de Psalmen)

Bericht door Valcke »

ZWP schreef:@Valcke ben jij meer eens met de visie van dr. S. Paas sr.? Zie RD vandaag.
Ja, dit stuk spreekt mij aan, met name de volgende elementen:
- In het OT staat Christus centraal. Bovendien zijn een theocentrische en een christocentrische benadering van het OT geen tegenstellingen.
- De christocentrische benadering van het OT heeft niets van doen met een negatieve duiding van het Joodse volk of ontkenning van de blijvende betekenis van Israël (ds. De Boer schreef dit niet expliciet, maar suggereerde dit wel in zijn Opinie-artikel, zoals dr. Paas terecht opmerkt).
- Psalm 110 mag wel degelijk rechtstreeks christocentrisch gelezen worden.
Gebruikersavatar
samanthi
Berichten: 7880
Lid geworden op: 16 jul 2009, 10:30
Locatie: rotterdam

Re: Ds. C.P. de Boer en exegese Psalm 110 (RD 16-1-2020) (uit Lessen uit de Psalmen)

Bericht door samanthi »

Valcke schreef:
ZWP schreef:@Valcke ben jij meer eens met de visie van dr. S. Paas sr.? Zie RD vandaag.
Ja, dit stuk spreekt mij aan, met name de volgende elementen:
- In het OT staat Christus centraal. Bovendien zijn een theocentrische en een christocentrische benadering van het OT geen tegenstellingen.
- De christocentrische benadering van het OT heeft niets van doen met een negatieve duiding van het Joodse volk of ontkenning van de blijvende betekenis van Israël (ds. De Boer schreef dit niet expliciet, maar suggereerde dit wel in zijn Opinie-artikel, zoals dr. Paas terecht opmerkt).
- Psalm 110 mag wel degelijk rechtstreeks christocentrisch geleden worden.
Als de Bereers de schriften bestuderen of het alzo was wat Paulus preekt, hebben ze alleen het OT.
O HEERE, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen, dat Gij het acht?
Valcke
Berichten: 7605
Lid geworden op: 31 aug 2018, 17:55

Re: Ds. C.P. de Boer en exegese Psalm 110 (RD 16-1-2020) (uit Lessen uit de Psalmen)

Bericht door Valcke »

Dr. P. de Vries heeft een reactie geschreven op het proefschrift van dr. C.P. den Boer over Psalm 110.
Ik ben er blij mee dat deze reactie gekomen is! Het gaat namelijk om belangrijke zaken.

https://drpdevries.com/category/bijbelcommentaar/
Dr. P. de Vries schreef:Conclusie en vraag

De kracht van de dissertatie van De Boer ligt in de filologische analyse van de nieuwtestamentische gegevens. Overtuigend laat hij het belang van Psalm 110 voor de christologie van het Nieuwe Testament zien. Zijn exegese van Psalm 110 – en dan met name van Psalm 110:4 – acht ik daarentegen allesbehalve overtuigend. De zwakte van deze dissertatie is dat De Boer fundamentele theologische vragen oproept bij de theologisch geschoolde lezer die kennis heeft om deze dissertatie te kunnen lezen. Deze vragen gaan met name over het karakter van het Oude Testament en over de verhouding van het Oude Testament en Nieuwe Testament. Helaas worden deze vragen niet beantwoord. Ook in de conclusies van de dissertatie is de gelegenheid niet aangegrepen om dat te doen.

Uit de meditaties en stichtelijke werken van mijn collega weet ik dat hij het Oude Testament niet alleen christologisch leest, maar er daarbij ook vanuit gaat dat hij zo werkelijk recht doet aan de betekenis van het Oude Testament zelf. Zijn proefschrift biedt echter nergens handvatten om afstand te nemen van de Schriftkritische visie die stelt dat de manier waarop in het Nieuwe Testament oudtestamentische gegevens worden verwerkt alleen iets zegt over het Nieuwe Testament zelf en feitelijk niets over het Oude Testament.

Ik zou mijn collega willen vragen een academisch vervolg op zijn proefschrift te schrijven waarin deze vragen worden beantwoord. Ik meen dat hij gezien de vragen die zijn proefschrift onbeantwoord laat, er zelfs toe verplicht is. De kunde om dit te doen heeft hij zeker. Ik wil mijn collega dan ook als huiswerk meegeven zijn exegese van Psalm 110:4 te overwegen. Een krachtige aansporing die De Boer beslist moet aan zetten tot deze overweging is het motto van Luther: ‘Psalm 110 is de kern en het hoogtepunt van de hele Schrift’. De Boer citeert dit motto weliswaar in zijn proefschrift maar bij de nu in de dissertatie geboden exegese van Psalm 110 valt deze uitspraak niet te handhaven en gaat zij zeker voor het Oude Testament niet op.

Van belang is het dat niet de indruk wordt gewekt dat theologie – waaronder Bijbelwetenschap – en de belijdende prediking twee gescheiden terreinen zijn. Natuurlijk heeft een academisch werk een andere toon dan een meditatief werk, maar inhoudelijk moeten zij dezelfde antwoorden geven op vragen en beiden belijdend zijn. Ik zie uit naar een academisch vervolg op dit proefschrift waarin - op academische wijze onderbouwd - duidelijk wordt dat het Nieuwe Testament echt in het Oude Testament is verborgen en Mozes en de Profeten werkelijk getuigen van Jezus Christus.
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Ds. C.P. de Boer en exegese Psalm 110 (RD 16-1-2020) (uit Lessen uit de Psalmen)

Bericht door -DIA- »

Ik heb een soort verzamel-cd met preken over heel Psalm 110. Deze preken zijn door heel het kerkelijk jaar gehouden. Dus zeg maar van Kerst tot Hemelvaart. Ik wil de preken nog eens opnieuw beluisteren, want het is alweer lang geleden dat ik ze heb gehoord. (O ja, de preken zijn van ds. C.A. van Dieren).
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Plaats reactie