Ik vind je vraag een terechte vraag. Hoe bevindelijk een psalmberijming is, is niet te meten, aangezien bevinding per definitief een subjectief element bevat.liz boer schreef:Waar baseer je dat bevindelijk op?J.C. Philpot schreef:Volgens mij was dit 1 van de punten waardoor niet alle Oud Gereformeerde Gemeenten toetraden tot de Gereformeerde Gemeenten tijdens de fusie waar ds. Kersten een rol in speelde. Maar ik ben geen expert op dit onderdeel van de kerkgeschiedenis.Piet Puk schreef:Heb ik alle respect voor. Maar wat ik niet begrijp dat er nooit discussie is gekomen om '1773' uit onze kerken te weren. Als kerkscheuringen plaatsvinden om leer of eergeschillen, waarom nog nooit iemand apart is gaan staan vanwege de psalmberijming.
Inderdaad vind je sporen van de verlichting in 1773. Het is aan de andere kant wel een bevindelijke psalmberijming. Misschien is dat waarom men toch van deze berijming is blijven houden.
een derde van de berijmers kende de Heere ws niet, wat dan bevindelijk?
Wat meespeelt is dat het bevindelijke taalgebruik in onze kring mede gevormd is door de psalmberijming van 1773. Het is de taal waarmee we onze geloofservaringen verwoorden. Nu we er achter deze ontwikkeling staan, ervaren velen deze psalmberijming daarom als bevindelijk. Een berijming die deze woorden niet gebruikt, zal niet dit gevoel hebben.
Mijn opmerking is daardoor niet wiskundig of te bewijzen, of op te leggen aan anderen. Maar wel iets wat velen die in de bevindelijk gereformeerde kring opgegroeid zijn ervaren. En ik vermoed dat dit een rede is dat deze psalmberijming ondanks de mankementen nog steeds word gehandhaafd en verdedigd.