Hendrikus schreef:Paul schreef: Door liturgische veranderingen tegen te houden hou je de 'flanken' meer bij elkaar dan de wens van een minderheid te realiseren.
Dat is wel erg stellig, jongeman. Waar haal je die wijsheid vandaan?
En wie zegt dat het om de wens van een minderheid gaat? Dat maak jij ervan.
Liever zelf nadenken en oog hebben voor de ontwikkelingen in de kerkgeschiedenis (want daar hoort óók liturgie bij) dan "wij benne teuge" omdat we teuge benne, alsof je daarmee de flanken bij elkaar houdt.
Als ik dan even naar de kerkgeschiedenis mag kijken, dan is ook vast te stellen dan liturgische veranderingen vrijwel altijd gepaard gaan (of naderhand een teken zijn van) veranderingen in de theologie. De meeste dwalingen, en ja begin maar bij de Vroege Kerk, zijn via de liturgie de kerk binnengeslopen.
Hoe je het ook wendt of keert, dat binnen de Gereformeerde Bond nu op zoveel plaatsen strijd is rond het zingen van gezangen, was een jaar of dertig terug toch volstrekt ondenkbaar. (Dat laat overigens onverlet dat ik de bundel Weerklank voor het grootste deel een mooie en verantwoorde bundel vindt.) Binnen de CGK is die discussie al eerder gestart. Het valt mij op dat mensen die graag gezangen willen invoeren, meestal wat laatdunkend doen over de Psalmen. Nu kan ik me best een boel kritiek voorstellen op de berijming van 1773, en heb ik geen principiële bezwaren tegen een alternatieve berijming van de Psalmen, toch blijkt de roep om verandering en vernieuwing vaak een roep om een andere prediking, een ander Evangelie, en verraadt het vaak een andere theologische visie, die dan inmiddels al langere tijd ondergronds zich heeft ontwikkeld. En op de één of andere manier is dat doorgaans een ontwikkeling die zich niet in de richting van de gereformeerde belijdenis beweegt.
Als de Heere Jezus tegen de Emmaüsgangers zegt dat ze van Hem hadden kunnen lezen in Mozes en de Profeten en de Psalmen, dan doet het argument dat we in de Psalmen niets van Christus lezen, een beetje vreemd aan.
Meestal gaat het in de kerk zo: we beginnen met een gezang voor de dienst bij de feestdagen. Later: waarom niet bij elke dienst? Weer later: Waarom eigenlijk niet in de dienst? Dan: We zingen altijd alleen die selectie. Maar daarbuiten zijn toch ook mooie liederen? Etc. En voor je het weet, is de spiritualiteit van de Psalmen langzamerhand vreemd geworden. Terwijl je juist in de Psalmen de diepe geloofsklacht tegenkomt, zoals je dat in geen enkele gezangenbundel ziet. Die zijn meestal toch eenzijdig gericht op lofprijzing en dankzegging, niet weinig erg inclusief van karakter. En dat doet op den duur iets met de geloofsbeleving van mensen.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)