-DIA- schreef:Hendrikus schreef:amateur-theoloog schreef:Heel veel gezangen zijn min of meer evangelisch en daarmee on-Bijbels. Heel opwekkend van aard, de doodstaat van een mens komt er amper in voor. Alleen maar dat Jezus er wel voor jouw is. Triest, die gezangen. Ik zeg natuurlijk niet dat alle liederen deze inhoud hebben, maar toch vrijwel de meesten.
Toch vreemd dat er dan in de Bijbel staat "Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen, en geestelijke liederen". Triest, die lofzangen en die geestelijke liederen? Vast een vergissing van de bijbelschrijver?
Dat spreekt het levende volk, en daar mag wel eens een nieuw lied in hun hart zijn.
We kenden zelfs mensen die buiten zichzelf van vreugde waren toen God de weg ontsloot.
Een mens die huppelende van zielenvreugd. We moeten niet zo aards denken, over geestelijke
zaken, want het lied dat God geeft kent de wereld niet, en zal ze ook nooit kennen. Maar Gods volk mag wel eens van vreugde opspringen in de God huns heils. Dan gaan de mensenwoorden ontbreken.
Uitleg studiebijbel over de tekst:
"en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof [Hem] in uw hart"
In de verzen 19-21 komt naar voren wat er gebeurt wanneer de gelovigen inderdaad vol zijn met de Geest (vs.18). Wanneer dit het geval is, uit dit zich in een onderling spreken in psalmen, hymnen en geestelijke liederen (vs.19a), in lofprijzing aan Christus (vs.19b) en in dankzegging aan God (vs.20). Zulk spreken is tot opbouw van de gemeente en tot eer van God (vgl. Kol.3:16, waar Paulus het heeft over elkaar leren en terechtwijzen).
Het onderling spreken wordt op een bijzondere manier getypeerd, namelijk met drie begrippen die op liederen duiden (‘psalmen, hymnen en geestelijke liederen’). Wat een verschil met het dronkemansgelal van hen die dronken zijn van wijn (vgl. vs.18)! Bij de drie begrippen ‘psalmen, hymnen en geestelijke liederen’ gaat het niet om een systematische opsomming van onderscheiden categorieën, maar om een stapeling van synonieme begrippen die samen staan voor de lofprijs die het spreken en zingen van de gemeente kenmerkt. Daarbij kan het gaan om spontane, door de Geest ingegeven liederen, maar ook om bestaande liederen.
De vroege christenen reciteerden of zongen vermoedelijk Psalmen, maar ook eigen liederen waarin zij, volgens Plinius de Jongere (begin 2e eeuw), tot Christus zongen als zijnde God. Mogelijk zijn Fil.2:6-11 en Kol.1:15-20 daar voorbeelden van (vgl. verder 1Tim.3:16; 1Pet.2:22-25; Op.4:11; 5:9,10; 15:3,4). Dit is wat kenmerkend is voor het onderling spreken/zingen (de uitdrukking ‘spreken in liederen’ houdt beide bij elkaar) van gelovigen die vol zijn van Gods Geest.
Het ‘spreken in liederen’ waarover Paulus in het eerste deel van dit vers spreekt, betreft de manier waarop gelovigen zich hoorbaar onder elkaar uiten. Maar van dat alles kan geen sprake zijn, als het niet van binnenuit komt. In het tweede deel van het vers spreekt de apostel dan ook over het hart. Een hart dat gevuld is met Gods Geest zingt en jubelt (lett. ‘psalmzingt’) voor de Heer (vgl. 1Kor.14:15; Jak.5:13). Zo leidt de volheid van de Geest tot lofzang voor Christus, die het leven van de gelovige kenmerkt.
Overigens staan er drie verschillende woorden:
Psalmois, Humnois en Pneumatikais.
(Psalmen, Hymnes en Geestelijke liederen)