Moderamen schreef:Wandelende schreef:
Spanningsboog bij de luisteraar heeft alles te maken met de voordracht van de spreker. Ongeacht de situatie.
Ja en nee. Zelfs met de meest begaafde spreker zit je na een tijd aan een maximum. Als ik me niet vergis zijn daar ook wetenschappelijke onderzoeken over. Maar, inderdaad hangt het ontzettend af van de voordracht van de spreker.
Wandelende schreef:Ik heb docenten gezien die 30-40 minuten een les kunnen geven aan een vmbo-klas, zonder te wisselen van lesvorm en met een zekere luchtigheid.
Wat nou spanningsboog van 10-15 minuten die ik weleens hoor langs komen in het onderwijs?
Kerkdiensten gelijk trekken met het onderwijs is niet helemaal realistisch. Onderwijs is interactief, leerlingen hebben altijd de mogelijkheid (soms de angst) om een beurt te krijgen, er wordt gebruik gemaakt van filmpjes, plaatjes en powerpointpresentaties. Dat missen we, gelukkig, in de kerk. Maar je geeft al aan: er zijn inderdaad docenten die met dezelfde lesvorm kunnen blijven boeien.
Gelukkig is onderwijs niet gelijk te trekken met een kerkdienst. Zeker waar. Hoewel een kerkdienst dan wel weer, als het goed ligt, onderwijs is.
Echter reageerde ik op de vergelijking van een verminderde spanningsboog, die gelinkt werd aan het onderwijs.
Vroeger was men wellicht geduldiger om langer stil te zijn tijdens een kerkdienst. Tussen stil zijn en luisteren zit echter een verschil. Net als dat luisteren en horen niet hetzelfde is. En tot slot is ook horen en verstaan/begrijpen niet hetzelfde.
Ik weet wel dat ik liever een kortere boodschap en spanningsboog heb en er toch wordt 'begrepen', dan een lange spanningsboog zonder dat informatie binnenkomt.
En ja, dat laatste is niet te meten.
Wel is te meten dat ik doorgaans na een preek van 45 minuten (dienst 1:15-1:30) niet uitgeput ben. Ook niet na twee keer 45 minuten per zondag. En er enige mate van verzadiging op lijkt te treden wanneer ik een derde dienst op dezelfde dag beluister.
Maar ik ben het volledig met de openingspost van DIA eens waarin zij terecht aangeeft dat het alles te maken heeft met "de rede die wordt uitgesproken".