Jantje schreef:Ik heb daar moeite mee. Er hoort voor iedereen wat bij te zitten.
Niet alleen voor jongens en meisjes.
Niet alleen voor Gods volk.
Niet alleen voor de onbekeerden.
Maar voor allemaal.
Helemaal mee eens.
Zo moeilijk is het niet:
Als je preekt zodat ook de kinderen het kunnen begrijpen, dan kan iedereen het begrijpen
Ik heb er altijd moeite mee dat je blijkbaar volwassen moet zijn om een preek te kunnen begrijpen (en dan nog lukt het vaak niet)
Paulus spreekt toch ook ieder persoonlijk aan?
Het gaat er nier om om van Jip en Janneke taal naar fe tale Kanaäns te gaan, maar mensen aanspreken waar ze in het leven staan.
O HEERE, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen, dat Gij het acht?
Kinderen begrijpen heus wel meer dan Jip en Janneke taal. En de tale Kanaäns is niet nodig om te preken, anders krijg je een uitleg die weer uitgelegd moet worden...
De wereld staat in brand, maar wij gooien olie op het vuur door ons toekijken aan de kant
Jantje schreef:Ik heb daar moeite mee. Er hoort voor iedereen wat bij te zitten.
Niet alleen voor jongens en meisjes.
Niet alleen voor Gods volk.
Niet alleen voor de onbekeerden.
Maar voor allemaal.
Jantje schreef:Het lijkt me heel goed dat we deze discussie stoppen. Van mij part wordt het weggeknipt.
Hoezo. Het is toch goed mogelijk een discussie op niveau te voeren over hoever de boodschap van Gods Woord vereenvoudigd kan worden, zonder dat het aan inhoudelijke waarde verliest.
Het lijkt me goed dat dat dan in een ander draadje gebeurt.
En voor alle duidelijkheid: net beluisterde ik een prachtige podcast van ds. IJsselstein over 'Wachten'. Zeer eenvoudig en het gaf ook antwoord op enkele vragen.
Dat neemt niet weg dat het op de kansel echt niet allemaal in Jip en Janneke-taal moet. Dat is nergens voor nodig.
Gistermorgen een doopdienst n.a.v. Psalm 51:7-11 (CGK Apeldoorn-Centrum)
Gistermiddag bij mijn moeder meegeluisterd naar een bevestigingsdienst n.a.v. Hand 20:17-38 (CGK Renswoude)
Morgendienst
Psalmen:
Ps. 14:6 - 119:63 - 77:5,7 - 51:8 - 122:2 EFEZE 6:18b-19 tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen;
en voor mij, opdat mij het woord gegeven worde in de opening mijns monds met vrijmoedigheid, om de verborgenheid des Evangelies bekend te maken DE WAPENRUSTING EN DE VOORBEDE 1. De voorbede voor alle heiligen
2. De voorbede voor mij
3. De voorbede voor de opening van het Woord
Middagdienst
Leesdienst, preek van ds. J. Spaans
PSALMEN
Ps. 34:8 – 6:1,2- 51:1 – 126:3 GENESIS 42:21 Toen zeiden zij de een tot den ander: Voorwaar, wij zijn schuldig aan onzen broeder, wiens benauwdheid der ziel wij zagen, toen hij ons om genade bad, maar wij hoorden niet; daarom komt deze benauwdheid over ons. JOZEF EN ZIJN BROEDERS 1. Jozef kent zijn broeders
2. Jozef ontdekt zijn broeders
3. Jozef luistert naar zijn broeders
Avoddienst
Castechismuspreek
PSALMEN
Ps. 1:2,3 - 119:18-24 - 17:2 - 37:9 ZONDAG 44 vr/antw 113 Wat eist van ons het tiende gebod?
Dat ook de de minste lust of gedachte tegen enig gebod Gods in onshart nimmermeer kome, maar dat wij ten allen tijde van ganser harte aller zondenvijand zijn en kust tot alle gerechtigheid hebben. HET TIENDE GEBOD 1. De verloren begeerte
2. De onverzadigbare begeerte
3. De nieuwe begeerte
Via de middelen beluisterd:
Morgendienst, Ds. G. Hoogerland
PSALMEN
PS. ?:? - 86:1,2 - 25:7 - 89:20 DANIËL 6:1-18 1 DARÍUS de Meder nu ontving het koninkrijk, omtrent twee en zestig jaren oud zijnde.
2 En het dacht Daríus goed dat hij over het koninkrijk stelde honderd en twintig stadhouders, die over het ganse koninkrijk zijn zouden;
3 En over dezelve drie vorsten, van dewelke Daniël de eerste zijn zou, denwelken die stadhouders zelven zouden rekenschap geven, opdat de koning geen schade leed.
4 Toen overtrof deze Daniël die vorsten en die stadhouders, daarom dat een voortreffelijker geest in hem was; en de koning dacht hem te stellen over het gehele koninkrijk.
5 Toen zochten de vorsten en de stadhouders gelegenheid te vinden tegen Daniël vanwege het koninkrijk; maar zij konden geen gelegenheid noch misdaad vinden, dewijl hij getrouw was en geen vergrijping noch misdaad in hem gevonden werd.
6 Toen zeiden die mannen: Wij zullen tegen dezen Daniël geen gelegenheid vinden, tenzij dat wij tegen hem iets vinden in de wet zijns Gods.
7 Zo kwamen deze vorsten en de stadhouders met hopen tot den koning, en zeiden aldus tot hem: O koning Daríus, leef in eeuwigheid.
8 Al de vorsten des rijks, de overheden en stadhouders, de raadsheren en landvoogden hebben zich beraadslaagd een koninklijke ordinantie te stellen, en een sterk gebod te maken, dat al wie in dertig dagen een verzoek doen zal van enigen god of mens, behalve van u, o koning, die zal in den kuil der leeuwen geworpen worden.
9 Nu, o koning, gij zult een gebod bevestigen en een schrift tekenen, dat niet veranderd worde, anaar de wet der Meden en der Perzen, die niet mag wederroepen worden. a Esth. 1:19; 8:8. verwijsteksten
10 Daarom tekende de koning Daríus dat schrift en gebod.
11 Toen nu Daniël verstond dat dit schrift getekend was, ging hij in zijn huis (hij nu had in zijn opperzaal open vensters btegen Jeruzalem aan), en hij knielde cdrie tijden des daags op zijn knieën, en hij bad en deed belijdenis voor zijn God, ganselijk gelijk hij voordezen gedaan had. b 1 Kon. 8:44. c Ps. 55:18. verwijsteksten
12 Toen kwamen die mannen met hopen, en zij vonden Daniël biddende en smekende voor zijn God.
13 Toen kwamen zij nader en spraken voor den koning van het gebod des konings: Hebt gij niet een gebod getekend, dat alle man die in dertig dagen van enigen god of mens iets verzoeken zou, behalve van u, o koning, in den kuil der leeuwen zou geworpen worden? De koning antwoordde en zeide: Het is een vaste rede, naar de wet der Meden en Perzen, die niet mag wederroepen worden.
14 Toen antwoordden zij en zeiden voor den koning: Daniël, een van de gevankelijk weggevoerden uit Juda, heeft, o koning, op u geen achting gesteld, noch op het gebod dat gij getekend hebt; maar hij bidt op drie tijden des daags zijn gebed.
15 Toen de koning deze rede hoorde, was hij zeer bedroefd bij zichzelven en hij stelde het hart op Daniël om hem te verlossen, ja, tot den ondergang der zon toe bemoeide hij zich om hem te redden.
16 Toen kwamen die mannen met hopen tot den koning, en zij zeiden tot den koning: Weet, o koning, dat der Meden en der Perzen wet is, dat geen gebod noch ordinantie die de koning verordend heeft, mag veranderd worden.
17 Toen beval de koning, en zij brachten Daniël voor, en wierpen hem in den kuil der leeuwen; en de koning antwoordde en zeide tot Daniël: Uw God, Dien gij geduriglijk eert, Die verlosse u.
18 En er werd één steen gebracht en op den mond des kuils gelegd; en de koning verzegelde denzelven met zijn ring en met den ring zijner geweldigen, opdat de wil aangaande Daniël niet zou veranderd worden. DANIELS GEBEDSLEVEN OP DE PROEF GESTELD
Een listig plan
Een trouwe bidder
Een onherroepelijk vonnis
Middagdienst
PSLAMEN
PS. 99:2 – 93:1,3 – 104:7 – 33:1 ZONDAG 10 vr./antw. 27-28 Wat verstaat gij door de voorzienigheid Gods?
De almachtige en alom tegenwoordige kracht Gods , door welke Hijhemel en aarde, mitsgaders alle schepselen, gelijk als met zijn hand nogonderhoudt, en alzo regeert , dat loof en gras, regen en droogte ,vruchtbare en onvruchtbare jaren,spijze en drank, gezondheid en krankheid,rijkdom en armoede , en alle dingen, niet bij geval, maar van zijn vaderlijkehand ons toekomen.
Waartoe dient ons dat wij weten, dat God alles geschapenheeft en nog door zijn voorzienigheid onderhoudt?
Dat wij in allen tegenspoed geduldig , in voorspoed dankbaarzijn mogen , en in alles, dat ons nog toekomen kan, een goed toevoorzichthebben op onzen getrouwen God en Vader , dat ons geen schepsel van zijnliefde scheiden zal , aangezien alle schepselen alzo in zijn hand zijn, datzij tegen zijn wil zich noch roeren, noch bewegen kunnen. HET WERK VAN GOD DE VADER IN DE VOORZIENIGHEID 1. De onderhouding door de voorzienigheid
2. De regering door de voorzienigheid
3. De troost uit de voorzienigheid
wij hadden zondagmorgen een preek over Jeremia 8: 20 &22
20 De oogst is voorbijgaande, de zomer is ten einde; nog zijn wij niet verlost.
22 Is er geen balsem in Gilead? Is er geen heelmeester aldaar? Want waarom is de gezondheid der dochter mijns volks niet gerezen?
Ds P den Butter sprak over:
"En nog zijn we niet verlost"
1.Toen (Tijd van Jeremia)
2. Nu (Coronatijdperk)
3.Toen en Nu en Altijd. (Ons zondaar-zijn)
Een ernstige preek, passend bij de tijd waarin we leven. Ik moet bij zijn preken vaak aan een profeet denken.
In de middagdienst was het bevestiging van ambtsdragers.
Handelingen 20:28 Zo hebt dan acht op uzelven, en op de gehele kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de Gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.
"Tot opzieners aangesteld"
1. Hun aanstelling (door de Heilige Geest)
2. Hun opdracht (de gemeente Gods weiden)
3. Hun instelling (het heil van de gemeente zoeken)
helma schreef:wij hadden zondagmorgen een preek over Jeremia 8: 20 &22
20 De oogst is voorbijgaande, de zomer is ten einde; nog zijn wij niet verlost.
22 Is er geen balsem in Gilead? Is er geen heelmeester aldaar? Want waarom is de gezondheid der dochter mijns volks niet gerezen?
Ds P den Butter sprak over:
"En nog zijn we niet verlost"
1.Toen (Tijd van Jeremia)
2. Nu (Coronatijdperk)
3.Toen en Nu en Altijd. (Ons zondaar-zijn)
Een ernstige preek, passend bij de tijd waarin we leven. Ik moet bij zijn preken vaak aan een profeet denken.
In de middagdienst was het bevestiging van ambtsdragers.
Handelingen 20:28 Zo hebt dan acht op uzelven, en op de gehele kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de Gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.
"Tot opzieners aangesteld"
1. Hun aanstelling (door de Heilige Geest)
2. Hun opdracht (de gemeente Gods weiden)
3. Hun instelling (het heil van de gemeente zoeken)
Indrukwekkende middagpreek, heb deze een stuk beluisterd. Ik hoorde van diverse gemeenteleden dat de ochtenddienst als een tijd-rede was.
Zalig is de mens, welken de Heere de zonden niet toerekent.
