Hendrikus schreef:Da's wel een heel curieuze manier om met de geschiedenis om te gaan. Je doet het voorkomen alsof de berijming 1773 is gemaakt om op de korte zingtrant te worden gezongen. En dat is toch echt niet het geval.
De korte zingtrant was een poging om de gemeentezang uit het isometrische slop te trekken. Het Geneefse ritme was kennelijk een brug te ver, maar als je van elke regel de eerste en laatste noot lang zingt en de tussenliggende noten kort, dan raak je dat slepende zingen met al die lange noten tenminste kwijt - was de gedachte.
De verschijning van een nieuwe psalmberijming was ongetwijfeld[*] wel een gerede aanleiding om te proberen ook het zingen te verbeteren. Maar 't is dus niet zo dat de berijming 1773 is gemaakt om op de korte zingtrant te worden gezongen.
Je trekt een verkeerde conclusie uit wat ik schreef. Ik had het niet over de doelstelling van de berijming van 1773 maar de feitelijke situatie op dat moment.
Wat jij schrijft is historisch correct. Tegelijk wil ik erop wijzen dat de berijming van 1773 niet overeenstemde met de toenmalige gangbare praktijk. Men heeft in de Lage Landen nooit fatsoenlijk kunnen (of willen
) zingen.
Met de invoering van de ritmisch bedoelde Datheen is het nooit wat geworden. De poging om in 1773 wat te veranderen is evenmin geslaagd. De heersende cultuur is altijd de langgerekte uithalen geweest. Het zingen op hele noten is in die zin al een hele verbetering voor de cultuurbaarbaarse hollanders als wij zijn.
In die zin is een uitgave van 1773 op hele noten wel te begrijpen. Binnen de GBS achterban werd en wordt niet ritmische gezongen. De GBS kan aansluiten bij de traditie van de nederlandse kerk op dat punt. Dat is een keuze. Je kiest vanuit de een eeuwenlange traditie of vanuit een specifiek punt in de geschiedenis dat je als ijkpunt wilt hanteren.
[*]
Dat vraag ik me af. Ik ken geen voorbeeld van een poging tot ritmisch zingen uit de 18e eeuw. Wel instrumentale notaties, maar ik ken geen enkele bron die wijst in een richting als dat zou 1773 een poging zijn om ritmisch te zingen. Verder dan de versnelde zingtrant (alleen de begin en eindnoten van de regels nog langgerekt) en poging de ongecontroleerde buigingen en halen in te dammen ging het mijns inziens niet. NB Zelfs Bastiaans schreef de muziek voor de eredienst een eeuw later nog niet-ritmisch, evenals de bekende uitgave van Johannes Worp. Pas in de 20e eeuw werden de oude zettingen overgezet naar ritmisch.