Ik vind de uitdrukking 'grimmige Koning' een vertekent beeld geven van God.Luther schreef:Het lijkt me dan voor de goede orde wel nodig dat er zaken besproken worden, en geen personen.huisman schreef:Het wringt natuurlijk wel om geen kritiek op de prediking van predikanten te mogen posten.
Als ik zeg dat ik de prediking van Arminius gevaarlijk vind en onschriftuurlijk mag ik dat ongestraft zeggen.
Als ik dit zeg van vrijzinnige predikanten binnen de PKN mag ik dat ook doen.
Als ik dit zeg van predikanten uit de kring van onze doelgroep is het verboden terwijl het feitelijk juist kan zijn .
Ik pleit niet voor sneren enz. in de richting van predikanten maar wel de ruimte om preken van alle predikanten te wegen of ze naar de Schrift zijn. Anders zijn wij roomser dan veel roomsen.
Het gekke is, dat @AdAnker een keer een goede poging deed met de quote die hieronder staat. Dat werd hem echter niet in dank afgenomen. (Ook niet door zichzelf, wat ik dan weer wat minder begrijp.)een fragment uit een willekeurige preek uit de gereformeerde gezindte schreef:Weet u wat voor mensen dat zijn, waarin de Heere begint te werken? Dat zijn mensen die hun dwaasheid en blindheid leren kennen; die gaan zien dat zij van God zijn afgeweken. Ze zeggen: "Heere, heb geduld en ik zal U alles betalen." Zij proberen alles weer goed te maken voor God, maar hebben er nog geen erg in dat zij slechts schuld met schuld vermeerderen. Met al hun tobben komen ze geen centimeter vooruit, maar gaan ze achteruit. Toch is er iets in het leven zulk een overblijfsel veranderd. Het is niet meer als voorheen. Weet u hoe het is? Zij zullen het niet kunnen zeggen en niet kunnen bezien, maar er is door de Heilige Geest liefde van God in hun hart uitgestort. Daarom kregen ze een betrekking op die grimmige Koning. Die Koning moet wel grimmig tegen hen zijn, maar nochtans kunnen ze niet ontkennen dat er liefde voor die Koning in hun hart is gekomen. Hij is zo hoog, zó lankmoedig en zó goedertieren. Hoe is het mogelijk dat Hij hen nog in het leven spaarde? Hoe is het mogelijk dat Hij hen nog niet van voor Zijn aangezicht heeft weggedaan? De liefde Gods is in het hart van zulke zielen gekomen en deze liefde keert terug tot God, Die dat schonk. Zij krijgen liefde voor het Woord des Heeren, ze verlangen naar de dag des Heeren, ze krijgen hoogachting voor het volk en de knechten des Heeren. Zij rkijgen de inzettingen des Heeren lief en het huis des Heeren wordt hen zo dierbaar. Dat volk zit wel eens verwonderd in Gods huis, terwijl zij zich afvragen hoe het mogelijk is dat er wel eens een zaak of een vraag in hun hart opgelost wordt en dat ze wel eens onderwijs ontvangen? Met smart bewenen ze hun zonden; die tranen zijn zo bitter en toch ook zoet. Ze begeren met alle ongerechtigheid te breken en heilig voor God te leven. Dat zijn mensen die het niet hardop zeggen, maar in hun hart komt wel eens wat hoop voor de eeuwigheid. Zou het mogelijk zijn dat de Heere naar mij heeft omgezien? Het is een volk dat wel eens innerlijk wordt vertroost. Zij krijgen wel eens een belofte als de Heere tot hun hart komt te spreken. Dat volk krijgt een verborgen leven in de binnenkamer waar zij hun hart wel eens voor de Heere mogen uitstorten. Ze mogen hun ziel wel eens leeg schreien voor God en hun oog druipt tot God. Ze hebben ook wel eens vreugde, te midden van alle smart, en toch kunnen ze zichzelf niet verklaren. Dat is een volk dat door God uit Zijn Woord en door Zijn Geest verklaard moet worden. Dat zijn mensen die van ongelukkig, gelukkig zijn geworden. Dat zijn mensen wier zielsverlangens uitgaan tot God Die leeft en zij vragen of God aan hun ziel het leven zou willen schenken. Zij krijgen wel eens hemels onderwijs. Het is een wonderlijk volk, maar ook een gelukkig volk.
Weet u wat zo wonderlijk is? Zij hebben de bemoeienissen des Heeren in hun leven leren kennen, maar er is niets opgelost. Bij ogenblikken is hun ziel een gewaterde hof en worden ze wonderlijk vertroost. Het is misschien alweer weg voordat zij de kerk uitgaan, of voordat ze van hun knieën opstaan. Het is zo genoten en zo weer toegesloten, want iedere keer komt terug dat er een grimmige Koning is. Begrijpt u het? Er is voor eigen hart en leven niets opgelost. Met die grimmige Koning zijn ze niet verzoend.
Je mist God, je hebt een onbekende God lief, Hij is vertoornd vanwege mijn zonden, maar toch blijf je Hem achterna roepen en zo zijn er meer manieren van uitdrukken, maar deze een 'grimmige Koning' ken ik niet.
Kan iemand dit uitleggen? ( oprechte vraag!)