Ik vond een heel heldere preek van wijlen ds. J. Catsburg, over Daniel in de Leeuwenkuil.
Ds. Catsburg was predikant in de Nederlands Hervormde Kerk, en overleed in 1984 zo plotseling op de nog jonge leeftijd van 55 jaar.
Ik herinner me nog goed de zondag na zijn overlijden hoe onze toenmalige predikant, ds. A. Bregman ook het overlijden van deze geliefde predikant herdacht. Daar voelde je iets van echte oecumene, en daar vielen de kerkmuren weg.
https://www.youtube.com/watch?v=41AnH-5JZ1k
In DE WAARHEIDSVRIEND lazen we het volgende IN MEMORIAM:
In memoriam ds. Jan Catsburg
Diep geschokt, verbijsterd en verdrietig namen in de loop van woensdag 9 mei velen in ons land kennis van het zo plotseling overlijden van de hervormde predikant en pastor van Garderen, ds. J. Catsburg, nog maar 55 jaar oud.
Diep geschokt, verbijsterd en verdrietig namen in de loop van woensdag 9 mei velen in ons land kennis van het zo plotseling overlijden van de hervormde predikant en pastor van Garderen, ds. J. Catsburg, nog maar 55 jaar oud. Raakt dit zo onverwacht verscheiden allereerst zijn vrouw, kinderen en familie het diepst, niet minder groot is de verslagenheid bij allen die met hem bekend en bevriend waren. Werd mij gevraagd dit In Memoriam te schrijven, dan kleur ik dat mede met een enkele persoonlijke herinnering. Tijdens de studietijd aan de Utrechtse universiteit - wij waren beiden spoorstudenten - was er sprake van verbondenheid en vriendschap. Beiden deden we in oktober 1957 onze proefpreek, we waren bij elkander paranymf. Als ik het goed heb, was zijn tekstkeuze voor de proefpreek Micha 2 : 13, over de Doorbreker. Namens ''Voetius'' woonde ik de trouwdienst en huwelijksdag bij in Zunderdorp. Ds. van Sliedregt bevestigde het huwelijk van zijn vrouw en hem met de woorden uit Exodus 33 ''Zou Mijn aangezicht moeten medegaan om u gerust te stellen...''? Deze predikant was ook zijn mentor geweest bij het leervicariaat. Deze ried hem aan zich via de oude bladen van het Geref. Weekblad te verdiepen in de theologie van ds. I. Kievit. Hoezeer de overledene ook ''eigen wegen'' ging, de warmte en de evangelische inslag van zijn prediking zullen daar niet geheel vreemd aan zijn. In zijn eerste gemeente, in Genderen, hebben we nog een ontmoeting met de Voetius-jaargenoten gehad, hartelijk door zijn vrouw en hem ontvangen. Meerdere gemeenten werden door de heengegane predikant gediend; Na Genderen (1958-1962), kwamen Opheusden (1962-1967), Sint Maartensdijk, Zld. (1967-1972), Katwijk aan Zee (1972-1977) en Garderen, vanaf Tweede Kerstdag 1977 tot jongstleden woensdag 9 mei 1984. Na jaren werden en waren we collega's in Katwijk aan Zee. Beiden hadden we een ontwikkeling doorgemaakt, die ons niet (meer) gelijk deden denken over bepaalde zaken op het terrein van het kerkelijk leven en het onderwijs met name. Maar spontaan als altijd gaf hij zijn medewerking bij het regelmatig bijeenkomen van ons als Herv. Geref. predikanten. In zijn huis destijds aan de Hoge weg in Katwijk is menige lijst van omliggende gemeenten en vooral evangelisaties in wijde omtrek behandeld en ingevuld met preekbeurten! Het mentorschap van Herv. Geref. minderheidsgroepen te Haarlem, Voorburg, Vriezenveen, Urk, Vaassen werd bekleed. Politiek was hij overtuigd de beginselen van de SGP toegedaan, waarvoor hij veel tijdredes hield. Ook voor de Geref. Bijbelstichting (GBS) sprak hij regelmatig. Mede door initiatieven van zijn kant ontstond het blad ''Het Gekrookte Riet'', dat verdieping beoogt van het bevindelijk geestelijk leven binnen de Ned. Hervormde Kerk, terwijl hij tevens vast medewerker was van het bekende blad ''Om Sions Wil''. Hoewel sterk kritisch bleef hij, in onderscheiding van enkele andere collega's, tot op het laatst lid van de Geref. Bond. Sterk predikend vanuit de verkiezing wenste hij niettemin voluit Christocentrisch te preken, waarbij nimmer het aanbod der genade ontbrak evenmin als de ernstige waarschuwing aan onbekeerden. Wel heel treffend staat in dit verband boven de overlijdenstijding de tekst 2 Korinthe 5 : 20 ''Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege... laat u met God verzoenen''. De vrucht ervan moge hijzelf nu genieten. ''Ook dominees moeten sterven'', zei eens wijlen ds. L. Vroegindeweij, maar dan sterven we niet als dominees, maar als naakte, arme zondaren, die het alleen moeten en mogen hebben van een volkomen Zaligmaker. Vóór zijn vrouw en kinderen in het bijzonder moge vervuld worden: Hij is, al treft u het felst verdriet, uw Wachter, Die uw voet voor wankelen behoedt''.