-DIA- schreef:
Weet u dat het me benauwend wordt op dit forum? We verstaan elkaar niet, en het lijkt me op een Babylonische spraakverwarring. Op zich spreekt u de waarheid, maar dat bedoel ik dus niet, en ik kan het dan ook niet verder op ingaan want het ontaard zo weer in een ongeestelijk en ongezond dispuut, en dat wil ik hier niet.
Waarom zou die spraak verwarring niet aan u kunnen liggen?
Christocentrisch, nodigend, bevindelijk en onderscheidenlijk
Als ik de prediking van Archibald Alexander zou moeten typeren, zou ik deze vier woorden willen gebruiken. Alexander was er diep van overtuigd dat de Heere Jezus Christus als de door God gegeven Middelaar de kern van het Bijbelse getuigenis is. Het grote wonder is dat wij door Hem tot God als Vader mogen naderen Die buiten Hem een verterend Vuur is. Een getrouw prediker poogt ongeïnteresseerden wakker te schudden, eigengerechtigde mensen tot zelfkennis te brengen en treurigen te troosten. Alexander wenste zijn hoorders, of het nu studenten of gemeenteleden waren, tot leerlingen van de Heere Jezus Christus te maken. Christus is uiteindelijk Zelf niet alleen de Leermeester maar ook de leerstof. Hij onderwijst ons als hoogste Profeet, opdat wij Hem nodig krijgen als enige Priester Wiens bloed van alle zonden reinigt en Die nog altijd voor ons bidt, zodat wij mogen weten dat Hij als de eeuwige Koning ons beschermt. Het stond voor Alexander vast dat een echte leerling niet alleen vanuit het Woord maar ook door de Heilige Geest wordt geleerd. Een ware christen worden wij als wij onwederstandelijk en krachtig getrokken worden uit de duisternis tot Gods wonderbare licht.
https://www.digibron.nl/viewer/collecti ... 8f4f0e99c1
----------------------------------------------------------------------------------------------
Zondaren welkom bij Jezus Christus
“Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.”
Johannes 6:37
Onze gezegende Heere wist maar al te goed hoezeer overtuigde zondaren ontvankelijk zijn
voor ongeloof als het gaat over de ontvangst die Hij hen bereidt als zij tot Hem komen.
Daarom sprak Hij vol liefde, en Hij heeft als een kostbare bemoediging dit woord nagelaten:
“Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen” (Joh. 6:37).
Nee, hoewel uw zonden ontstellend groot zijn, zal deze dierbare Verlosser u niet verwerpen.
Zelfs als het waar zou zijn wat u wel eens denkt, dat u de grootste zondaar bent die ooit op
aarde geleefd heeft, zal Hij u niet uitwerpen. “Zijn bloed reinigt van alle zonden”. Het is voor
Hem even gemakkelijk om een kleine als een grote zondaar te redden.
Er is nog nooit iemand zalig geworden omdat zijn zonden maar klein waren; zo is er ook nog
nooit iemand verloren gegaan vanwege de veelheid van zijn zonden. “Waar de zonde meerder
geworden is, daar is de genade veel meer overvloedig geweest” (Rom. 5:20). Indien uw
schuld ongekend groot is zal de Verlosser Die zo’n brandhout uit het vuur rukt, des te meer
eer ontvangen. “Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al
waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als [witte] wol” (Jes. 1:18).
Maar is er dan niet één zonde die nooit vergeven wordt, noch in dit leven, noch in de
toekomende wereld? Ja! Er is een zonde die niet vergeven wordt. Maar niemand van hen die
verlangen tot Christus te komen, heeft die zonde begaan. En zelfs die zonde zou nog vergeven
kunnen worden als de schuldige die onder de last ervan gebukt gaat, tot Hem zou komen. Die
zonde is niet onvergefelijk omdat het bloed van Christus onvoldoende kracht zou hebben om
die zonde te verzoenen, maar omdat de ellendige zondaar door de Geest van God overgegeven
is aan zijn eigen boosheid. Daarom zal of kan die zondaar niet begeren om in Christus te
geloven.
Christus zal u niet uitwerpen omdat u lang voortgegaan bent met zondigen tegen God. Zelfs
tot aan uw grijze haren en het verval van uw oude dagen toe. Het is inderdaad een slechte
zaak om ook maar één dag in opstand tegen de Koning der hemelen verder te leven. Niemand
van ons kan bepalen hoe hoog de schuld van de zonde opgelopen is na een lang leven van
voortgaan met het overtreden van Gods geboden.
Maar het doet er niet toe hoe lang u ook in de zonde geleefd hebt. Hoe zwart en lang de lijst
van de door u begane zonden ook is, als u zich in oprecht berouw tot God wendt, als u gelooft
in de Heere Jezus Christus, zult u niet uitgeworpen worden. Hij die niet liegen kan, heeft
verklaard “Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen”. Ik heb een predikant vanaf de
kansel horen zeggen dat er in de bijbel niet één voorbeeld is van een zondaar die op hoge
leeftijd nog bekeerd werd. Maar het is buiten twijfel dat hij zich vergiste. Werd Manasse, een
van de meest verdorven mensen, niet op latere leeftijd tot bekering gebracht? Wij weten niet
hoe oud de mensen waren die op de dag van het Pinksterfeest tot bekering kwamen.
Het is voor ons genoeg om te weten dat het aanbod van vrije genade bejaarden net zo min
uitsluit als jonge mensen. Hij nodigt alle vermoeiden en belasten. En daarbij zijn
vanzelfsprekend ook diegenen die gebukt gaan onder de zwakheden van de afnemende
krachten en de last van talloze zonden. Ouderen onder ons, in de hele bijbel staat niet één
woord van God dat u uitsluit van genade! God stelt u een open deur voor, niemand heeft het
recht of de macht om die deur te sluiten.
Wanneer u uitgesloten zou worden, is dat alleen vanwege uw eigen ongeloof. Niet vanwege
het ontbreken van een uitnodiging. Ga daarom naar binnen, zonder aarzeling of uitstel.
Niemand kan zich minder veroorloven te talmen dan de bejaarde zondaar. Nu is het de tijd.
Nu, of nooit! U staat als het ware al met één been in het graf. De gelegenheid is spoedig
voorbij voor u. Ik vraag u dringend, strijdt om in te gaan door de enge poort.
Maar, vraagt u, kan de dag der genade voor sommigen niet al in dit leven voorbij zijn, zodat
zij overgegeven zijn aan het oordeel van verblinding? Dat kan, ongetwijfeld. Maar zoals ik al
eerder gezegd heb, ik geloof niet dat zo iemand rondloopt met de vraag “wat moet ik doen om
zalig te worden”. Het komt veel voor dat de duivel oudere maar ook jongere mensen kwelt
met de gedachte dat het voor hen al te laat is om zich te bekeren. Dat de dag der bezoeking
voor hen voorbij is; dat er voor hen geen hoop meer is. Veel ellendige zielen zijn lang
verward in deze strik.
De satan kan zelfs bijbelteksten aanhalen om te bewijzen dat er een grens is. Voorbij die grens
is alle hoop op de zaligheid vervlogen. Maar zolang als wij in dit leven zijn, hebben wij te
maken met het aanbod van genade dat op gezag van God tot ons komt. Of we oud zijn of
jong, Christus heeft verklaard dat hij die komt niet uitgeworpen zal worden. Geloof Hem op
Zijn woord! Waag het met Hem. Als u veraf blijft staan, zult u eeuwig omkomen. U kunt niets
verliezen. Maar zie, de gouden scepter wordt u toegereikt. Dat geeft u volle verzekering dat u
zult leven als u komt en deze scepter aanraakt.
Sommige mensen zijn overtuigd dat de zaligheid alleen in Christus is. Toch aarzelen zij tot
Hem te komen, omdat zij zichzelf zo slecht en onwaardig vinden. Deze mensen zijn niet te
overtuigen dat het grote en heilige wezen als de Zoon van God in gunst wil neerzien op
schepselen die zo verdorven en vol ongerechtigheid zijn.
Gedachten zoals deze komen als vanzelf op in het hart van mensen die hun eigen zondige
natuur hebben leren kennen. Maar die gedachten zijn volkomen ongegrond als wij letten op de
natuur van Jezus Christus en de boodschap waarmee Hij in deze wereld kwam. Als hij slechts
voor de reinen van hart en de rechtvaardigen vlees geworden was en aan het kruis gestorven
was, had de uitvlucht om niet tot Hem te komen enige geldigheid.
Maar wij weten dat Hij het karakter van ‘Zaligmaker van zondaren’ heeft. En dat de engel die
Zijn geboorte aankondigde, Hem de naam ‘Jezus’ gaf. “Want Hij zal Zijn volk zalig maken
van hun zonden”. Let op Zijn herhaalde verklaring dat Hij gekomen is om te zoeken en zalig
te maken wat verloren is. Dus niet om rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering te roepen.
Hij openbaart Zichzelf als de Heelmeester, niet voor gezonden maar voor zieken. Uit deze
woorden moeten we concluderen dat deze tegenwerping geheel onredelijk is.
Als u geen zondig, onheilig, hulpeloos en ellendig schepsel was, zou deze Zaligmaker niet
geschikt zijn voor u. Dan zou u niet inbegrepen zijn in Zijn genadige uitnodigingen tot de
mensenkinderen. Maar hoe dieper u bent weggezonken in in zonde en ellende, des te meer
reden hebt u om te gaan tot Hem Die “volkomen kan zaligmaken degenen die door Hem tot
God gaan” (Hebr. 7:25).
Indien uw lichaam helemaal door melaatsheid was aangetast, en er werd een fontein geopend
om iedere vorm van onreinheid weg te wassen, zou u dan wegblijven omdat u zo onrein was?
Of als u heel ernstig ziek was, zou u dan weigeren de dokter te laten roepen? De ontwaakte en
overtuigde zondaar is juist degene op wie Christus Zijn bijzondere aandacht richt.
Het is een onnatuurlijk iets om het tot Christus komen uit te stellen, omdat u denkt dat u uzelf
eerst geschikt moet maken. Het zal u nooit lukken uzelf geschikt te maken. En als het al zou
lukken, zou u nooit een Zaligmaker nodig hebben. Wat? Wilt u zichzelf wassen in een
modderpoel om u voor te bereiden om in een zuivere fontein gereinigd te worden?
Misschien zal iemand van u nu zeggen: “Iedereen is het er wel over eens dat niemand ooit tot
Christus komt, totdat hij overtuigd wordt van zijn zonden. Maar ik hèb geen overtuiging, ik
heb niets dat waardig is om genoemd te worden”. Mijn geest is zo verblind dat ik niets helder
kan waarnemen. Mijn hart is zo verhard dat ik niets voel van wat ik als de waarheid
beschouw. O, als ik maar eens een tedere gemoedsgesteldheid had. Als dat onvermurwbare
hart maar eens verbroken en berouwvol werd, als ik maar eens hevige pijn of schrik voelde
over mijn zonden, dan zou mijn zaak niet zo hopeloos blijken. Maar hoe kan ik tot Christus
komen met zo’n verblind en dwaas hart?”
Welnu, mijn vriend, ik smeek u om te bedenken dat die verblinding en ongekende hardheid nu
juist de kern is van uw ongerechtigheid. Overtuigd zijn dat u zo geestelijk blind en dwaas
bent, is nu juist de ware overtuiging van zonden. Als u die gevoelens had die u zo graag wilt
hebben, zouden die niet het einde van uw overtuiging betekenen. Die kunnen u namelijk
slechts laten zien hoe groot uw zonden zijn en hoe hopeloos uw toestand is. Als u voelde wat
u blijkbaar graag wilt voelen, zou u niet beseffen dat uw hart zo verdorven is als u nú meent
dat het is. De waarheid is dat u nu in een betere toestand bent om tot Christus te komen dan
wanneer u minder overtuiging had van de hardheid en het weerspannige van uw hart.
De overtuiging dient om u de behoefte aan een Zaligmaker te laten voelen. Om u duidelijk te
laten zien hoe volslagen hulpeloos en hopeloos u in uzelf bent. Om u te laten beseffen dat een
heilig God volmaakt rechtvaardig zou zijn als Hij u in uw vruchteloze pogingen liet
omkomen; als Hij u voor eeuwig strafte vanwege uw zonden.
Neem mijn woorden ter harte en ga meteen op uw knieën voor Hem. Zeg Hem: “Tegen U, U
alleen heb ik misdreven en gedaan wat kwaad was in Uw heilig’ ogen; opdat Gij rechtvaardig
zijt in Uw spreken, [en] rein zijt in Uw richten” (Ps. 51:6). Belijd de rechtvaardigheid van het
vonnis dat u verdoemt. Erken dat het naar recht is als uw zonden gestraft worden. Roep met
Petrus toen hij in de golven zonk: “Heere behoud mij, want ik verga”, of, met de blinde
mannen: “[Gij] Zone Davids, ontferm u onzer” (Matth. 9:27). Of met de Syro-Fenicische
vrouw: “Heere help mij”. Denk ook aan de woorden van de berouwvolle tollenaar: “Heere,
wees mij zondaar genadig”
https://www.tabernakel.nl/storage/data/ ... ristus.pdf
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"