ChristenConservatief schreef:D66 is vanaf het begin anti-christelijk geweest en loopt voorop in intolerantie tegenover religies. VVD begint dat over te nemen. De andere partijen lijken echter godsdienstige praktijken te respecteren. De D66 doet dat duidelijk niet.
Lees voordat je wat beweert, eerst de stukken:
http://www.refdag.nl/artikel/1456740/Pe ... eiden.html
Op 14 januari jl. presenteerde christenhistoricus James Kennedy zijn nieuwe boek Stad op een berg, over de publieke rol van protestantse kerken. Het eerste exemplaar werd aangeboden aan D66-politicus Alexander Pechtold, die in zijn reactie pleitte voor een heldere scheiding van kerk en staat, maar niet van kerk en straat.
Alexander Pechtold schreef:
Geen scheiding van kerk en straat
“Geachte aanwezigen, beste heer Kennedy,
Velen van u zullen wellicht verbaasd zijn dat juist ík vandaag dit boek in ontvangst mag nemen. Als leider van een partij die kritische Kamervragen stelt over de scheiding tussen kerk en staat en onderwerpen als euthanasie en abortus op de politieke agenda heeft gezet. Ik zal vandaag dus ook geen pleidooi houden voor een grotere rol van de kerk in de samenleving.
Maar dat D66 anti-religieus zou zijn is echt een misverstand. Dit boek heeft wel degelijk raakvlakken met mijn visie op de maatschappij. Het blijkt dat nog steeds de behoefte bestaat, om deel uit te maken van een geloofsgemeenschap. Of dit nu gaat om de islam, het christendom of juist geen geloof. Dit boek past in de maatschappelijke discussie, over de zichtbare aanwezigheid van deze geloofsgemeenschappen. Kennedy vraagt zich af, en ik citeer: “hoe krijgt het geestelijk gezag gestalte in liberaal-democratische en soms sterk ontkerkelijkte samenlevingen?.” Is het gewenst dat religies zich publiekelijk profileren?
Als sociaal-liberaal vind ik dat een individu niet op zichzelf staat, maar wordt gevormd door de gemeenschap waarin hij zich bevind. Ieder individu moet de vrijheid hebben om voor die gemeenschap te kiezen. Voor mij is God een realiteit, niet zozeer in mijn eigen hoofd of hart, als wel in die van anderen. Ik accepteer dat en respecteer dat.
Dat ik mij altijd hard heb gemaakt, voor de scheiding tussen kerk en staat, betekent niet dat ik vind dat ook kerk een straat gescheiden moeten zijn. Toen vanaf 1848 de scheiding van kerk en staat, werd doorgevoerd, werden hervormde kerken gedwongen meer nadruk te leggen op lokale gemeenten. Naar mijn mening een goede ontwikkeling. Want een kerk in de straat kan wel degelijk een positief effect hebben.
Een mooi voorbeeld uit het boek vind ik de rol die kerken hebben gespeeld in de nasleep van rampen. Na het drama in Apeldoorn op Koninginnedag, bleek de kerk voor velen een belangrijke bezinningsplek. Daar brandden de mensen een kaarsje, en zaten even stil in een kerkbankje. Het overgrote deel van de bezoekers was niet-kerkelijk. Een mooi fenomeen. Dat kerken ons voor 3 miljard per jaar ‘ontzorgen’ is ook een interessant gegeven. Lokale initiatieven van particulieren om bijvoorbeeld daklozen op te vangen, kan ik alleen maar aanmoedigen. Daarnaast vraagt Kennedy zich af of kerken, geen grotere rol moeten opeisen bij het creëren van sociale cohesie. Op lokaal niveau sta ik hier niet onwelwillend tegenover.
Maar laat ik daar meteen een kritische kanttekening plaatsen. Waar ligt de grens? Wanneer wordt de scheiding tussen kerk en staat troebel? Heiligt het doel elk middel? Moeten we een vrijwilligersorganisatie voor jongeren subsidiëren, als de baas ervan zelf zegt het doel te hebben, jongeren vertrouwd te maken met Jezus Christus en hen te helpen naar Zijn bedoelingen te leven? Voor mij werd hier een grens overschreden. De overheid moet een duidelijke scheiding maken, tussen welzijnswerk en missiewerk
Ik geloof in vrijheid. En dat betekent ook de vrijheid voor iemand om te geloven. Misschien juist wel in iets waar ik zelf niet in geloof. Maar ik hecht ook zeer aan de vrijheid om niet te geloven. Deze vrijheid komt toe aan het individu, maar is niet louter een privé-zaak. Vrijheid heeft gemeenschap nodig. Onder het sociaal in sociaal-liberaal versta ik niet alleen, het helpen van mensen die een steuntje in de rug nodig hebben. Maar ook de vrijheid om deel uit te maken van een gemeenschap.
De vraag is alleen welk soort gemeenschap. Denken we die te kunnen afdwingen met een eigen canon en het uitsluiten van bevolkingsgroepen? Of gaat het om een gemeenschap die over waarden, over het verleden en de toekomst, heel verschillend mag denken. Maar tegelijkertijd beseffen dat ze in vrede, via politieke strijd met woorden, hun lotsverbondenheid gestalte willen geven? Ik zet in op het laatste. Daarom neem ik met veel genoegen het boek ‘Stad op een berg’ in ontvangst.”
Alexander Pechtold
Protestant.nl, 29 januari 2010
Alexander Pechtold is voorzitter van de Tweede Kamerfractie van D66. Dit is een globale weergave van zijn lezing, de gesproken versie geldt.
Naar aanleiding van: James Kennedy, Stad op een berg. De publieke rol van protestantse kerken (Boekencentrum 2010).
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)